Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
een lichtsignaal te laten afgeven.
OPMERKING
Als de dimlichtschakelaar is ingesteld op
“ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar geen
effect.
DAU12401Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12661Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om de
motor direct uit te schakelen in een noodge-
val, zoals wanneer de machine omslaat of
als de gaskabel blijft hangen.
DAU12735Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet draait
omdat hierdoor de accu kan ontladen.
2RD-9-D1.book 5 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2.
De motorstopknop moet in de stand
“ ” staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk het kickstartpedaal omlaag.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk het kickstartpedaal omlaag.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets
mag worden gebruikt.
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
Bij deze inspectie moet de machine op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
JA NEE
JANEE
JANEE
2RD-9-D1.book 16 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
5-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Gebruik en belangrijke rij-informatie
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU59360
OPMERKING
Dit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. Draai in dit
geval de sleutel naar “OFF” en vervol-
gens naar “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de
motor wordt aangezwengeld als u het
kickstartpedaal omlaag drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg het kick-
startpedaal omlaag om de motor op-
nieuw te starten.
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU59532
Starten van de motor
Het startspersysteem (pagina 3-15) staat
starten alleen toe als aan een van de vol-
gende voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
1. Draai de hendel van de brandstof- kraan naar “ON”.
2. Draai de sleutel naar “ON” en zet de noodstopschakelaar op “ ”.
De waarschuwingslampjes voor mo-
torstoring en het brandstofniveau
moeten enkele seconden oplichten en
daarna weer uitgaan.
LET OP
DCA23270
Als een waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid, of wanneer een waar-
schuwingslampje niet dooft, zie dan pa-
gina 3-2 voor een controle van het circuit
van het betreffende waarschu-
wingslampje.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand. Het vrijst andcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
4. Sluit de gasgreep volledig en trek de decompressiehendel in.
5. Trap het kickstartpedaal langzaam
omlaag totdat het startmerkteken
zichtbaar is op de kickindicator. 6. Laat de decompressiehendel los, laat
het kickstartpedaal los en trap het kick-
startpedaal dan met kracht omlaag om
de motor te starten.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
1. Startmerkteken
2. Kickindicator
21
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
10-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Index
A
Aandrijfketting, reinigen en smeren .......6-27
Accu ......................................................6-32
Achterbrugscharnierpunten, smeren .....6-30
B
Banden ..................................................6-16
Bougie, controleren .................................6-9
Brandstof .................................................3-9
Brandstofkraan ......................................3-11
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ...5-5
C
Claxonschakelaar ....................................3-5
Contactslot/stuurslot ................................3-1
Controlelampje grootlicht.........................3-2
Controlelampje richtingaanwijzers...........3-2
Controlelampjes en waarschuwingslampjes .........................3-2
D
Decompressiehendel.............................3-12
Dimlichtschakelaar ..................................3-5
G
Gasgreep en gaskabel, controleren en smeren ...........................................6-28
Gereedschapsset ....................................6-2
Gloeilamp remlicht/achterlicht, vervangen ...........................................6-37
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen ...........................................6-38
H
Hoogte en vrije slag van rempedaal, afstellen...............................................6-20
I
Identificatienummers ...............................9-1
Inrijperiode...............................................5-5
K
Kabels, controleren en smeren .............6-27
Kickstarter .............................................3-12
Klepspeling ............................................6-16
Koplampgloeilamp, vervangen ..............6-35
Koppelingshendel ....................................3-6
Koppelingshendel, vrije sl ag afstellen ...6-19
L
Lichtsignaalschakelaar ............................3-4
Luchtfilterelement, vervangen ...............6-14
M
Matkleur, let op ........................................7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ........................6-29
Modelinformatiesticker ............................9-2
Motorolie en oliefilterelement ................6-10
N
Noodstopschakelaar ............................... 3-5
O
Onderhoud en smering, periodiek........... 6-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-4
P
Paneel, verwijderen en aanbrengen ....... 6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ......... 6-36
Parkeren ................................................. 5-6
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-42
R
Remblokken en remschoenen,
controleren.......................................... 6-23
Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................ 6-28
Remhendel.............................................. 3-7
Remhendel, vrije slag afstellen ............. 6-19
Remlichtschakelaars ............................. 6-22
Rempedaal.............................................. 3-7
Rempedaal, controleren en smeren...... 6-29
Remvloeistofniveau, controleren........... 6-24
Remvloeistof, verversen ....................... 6-25
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-5
S
Schakelaar alarmverlichting .................... 3-5
Schakelen ............................................... 5-3
Schakelpedaal ........................................ 3-6
Schakelpedaal, controleren .................. 6-22
Schokdemperunits, afstellen ................. 3-13
Serienummer motorblok.......................... 9-1
Snelheidsmeterunit ................................. 3-3
Spanning aandrijfketting ....................... 6-25
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Starten van de motor .............................. 5-2
Starten van de motor, problemen ........... 5-3
Startspersysteem .................................. 3-15
Stationair toerental, controleren ............ 6-15
Storingzoekschema .............................. 6-43
Stuurschakelaars .................................... 3-4
Stuursysteem, controleren .................... 6-31
T
Tankbeluchtingsslang/overloopslang .... 3-10
Tankdop .................................................. 3-8
Toerenteller ............................................. 3-4
U
Uitlaatkatalysator .................................. 3-11
V
Veiligheidsinformatie ............................... 1-1
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分