Page 217 of 450

215
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Een aantal functies, waaronder het
Stop & Start-systeem, is niet
beschikbaar als de laadtoestand van de
accu onvoldoende is.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels of een startbooster.Start de motor nooit door een acculader
aan te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24
V
o f h o g e r.
Controleer eerst of de nominale
spanning van de hulpaccu 12
V
bedraagt en of de capaciteit van de
hulpaccu minimaal gelijk is aan die van
de ontladen accu.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(autoradio, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich
niet in de buurt van bewegende delen
van de motor (ventilateur, riem enz.)
bevinden.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait.
De accu bevindt zich in de motorruimte.
Toegang tot de accu:
F
o
pen de motorkap met de hendel in het
interieur en deblokkeer vervolgens de
veiligheidshaak via de buitenzijde,
F
b
evestig de motorkapsteun,
F
b
eweeg de kunststof afdekkap van de (+)
pool omhoog.
Toegang tot de accu
De minpool (-) van de accu is niet
bereikbaar.
Op het linker voorscherm is een
afzonderlijk massapunt aangebracht.
9
Praktische informatie
Page 218 of 450

216
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
F Beweeg, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje van de
pluspool (+) omhoog.
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A (bij het gebogen
metalen gedeelte) en vervolgens op de
pluspool (+) van de hulpaccu B of de
startbooster.
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op
de minpool (-) van de hulpaccu B of de
startbooster (of op het massapunt van de
auto met de hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van
de auto met de lege accu. F
S
tart de motor van de auto met de
hulpaccu en laat deze gedurende enkele
minuten draaien.
F
S
tel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een nieuwe
poging te doen.
F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.
F B reng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
F
L
aat de motor minimaal 30 minuten
draaien, rijdend of stilstaand, om het
laadniveau van de accu op een correct peil
te krijgen.
12V-accu opladen met een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu
is het noodzakelijk om het laadniveau van de
accu op een voldoende peil te houden.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn
om de accu op te laden:
-
a
ls u voornamelijk korte ritten maakt,
-
v
oordat de auto meerdere weken niet wordt
gebruikt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
Page 219 of 450

217
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Volg de door de fabrikant van de lader
geleverde instructies.
Sluit de kabels nooit aan op de
verkeerde polen.
De accu hoeft niet te worden
losgekoppeld.F
Z
et het contact uit.
F
S
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
verlichting, ruitenwissers enz.) uit.
F
S
chakel om gevaarlijke vonken te
voorkomen de lader B uit alvorens de
kabels op de accu aan te sluiten.
F
C
ontroleer of de kabels van de lader in
goede staat zijn.
F B eweeg het kunststof kapje van de
pluspool omhoog (indien aanwezig).
F
S
luit de kabels van de lader B als volgt aan:
-
d
e rode pluskabel (+) op de pluspool (+)
van de accu A ,
-
d
e zwarte minkabel (-) op het massapunt
C van de auto.
F
S
chakel na het laden de lader B uit
alvorens de kabels los te maken van de
accu A .
Loskoppelen van de accu
Als u de auto gedurende langere tijd niet gaat
gebruiken, koppel dan de 12V-accu los. Op
deze manier blijft het laadniveau van de accu
voldoende om de motor weer te starten.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu los te koppelen:
F
sl
uit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, dak),
F
s
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
ruitenwissers, verlichting enz.) uit,
F
z
et het contact uit en wacht 4 minuten.
U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) los
te nemen.
Als u zelf de accu van uw auto gaat
opladen, gebruik dan uitsluitend een
lader die geschikt is voor loodaccu's en
die een nominale spanning van 12
V
heeft.
Als deze sticker is aangebracht, mag
uitsluitend een 12V-lader worden
gebruikt. Anders kan de elektrische
uitrusting van het Stop & Start-systeem
ernstig beschadigd raken.
9
Praktische informatie
Page 220 of 450

218
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Probeer niet een bevroren accu op te
laden. Risico van explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat
deze dan door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats
controleren op beschadigingen van de
inwendige delen en op scheuren in de
behuizing (kans op lekkage van giftig en
corrosief zuur).Tijdens de rit die volgt op het de eerste
keer starten van de motor, werkt het
Stop & Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt de functie pas
weer als de auto gedurende een
bepaalde periode, die afhankelijk is
van de omgevingstemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal
8
uur), niet is gebruikt.
Aansluiting met snelkoppeling
Loskoppelen van de pluspool (+)
F Trek de hendel D zo ver mogelijk omhoog om de accupoolklem E te ontgrendelen.
Forceer de hendel niet bij het
omlaagduwen, aangezien de
accupoolklem niet kan worden
vergrendeld als deze niet correct is
geplaatst; herhaal de procedure.
Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het
c ontact.
Sluit de ruiten en de voorportieren voordat u de
accukabels loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorens
d e motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als er zich na deze
handeling toch nog problemen voordoen.
Raadpleeg de desbetreffende paragraaf voor
het zelf opnieuw initialiseren van:
-
d
e sleutel met afstandsbediening,
-
h
et geïntegreerde GPS-navigatiesysteem.
Weer aansluiten van de pluspool (+)
F Plaats de geopende accupoolklem E op de pluspool (+) van de accu.
F
D
ruk verticaal op de accupoolklem E om
hem goed tegen de accu aan te drukken.
F
Z
et de accupoolklem vast door de pasnok
opzij te bewegen en vervolgens de hendel
D omlaag te duwen.
Praktische informatie
Page 221 of 450

219
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 30 minuten
gebruiken.
Eco-mode
Inschakelen van de
eco-mode
Als deze tijd is verstreken, geeft een melding
op het display aan dat de eco-mode is
ingeschakeld en worden de actieve functies in
de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10
minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de eco-
mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F
S
tart om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze minstens
5
minuten draaien.Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden (zie de
desbetreffende paragraaf).
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
9
Praktische informatie
Page 222 of 450
220
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Wisserbladen vervangen
Voordat u een wisserblad
demonteert
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
Demonteren
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F M aak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F B edien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Praktische informatie
Page 223 of 450

221
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Slepen
Sleepoog
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte:
F
o
pen de achterklep,
F
t
il de vloerplaat op en ver wijder deze,
F
n
eem het sleepoog uit de houder.
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet
beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4
wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en stuurbekrachtiging
uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een professioneel bergingsbedrijf :
-
a
ls de auto is gestrand op de autosnelweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de handrem los te zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op de grond,
-
bij
het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...
U kunt de auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het afneembare sleepoog.
9
Praktische informatie
Page 224 of 450

222
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Slepen van uw autoSlepen van een andere auto
F Maak het klepje in de voorbumper los door
het platte uiteinde van het sleepoog in de
gleuf aan de onderkant van het klepje te
steken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang. F
M aak het klepje in de achterbumper los
door op de onderkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de
twee auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.
F
Z
et de versnellingshendel in
de neutraalstand (stand N bij
de 2Tronic versnellingsbak of
automatische transmissie).
H
et niet opvolgen van dit voorschrift
kan er toe leiden dat bepaalde
componenten (remsysteem,
transmissie...) beschadigd raken
en dat de rembekrachtiger na het
starten mogelijk niet meer werkt.
F O ntgrendel de stuurinrichting door
de sleutel in het contact één stand te
verdraaien en zet de handrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.
Praktische informatie