Page 16 of 450

14
Instrumentenpaneel met LCD-display
1. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
2. T oerenteller (x 1000 t /min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de
motoruitvoering (benzine of diesel).
3.
Motorolieniveaumeter*.
4.
O
pschakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie
selectiehendel (2Tronic versnellingsbak of
automatische transmissie).
5.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph).
D
oor lang op de toets B te drukken kan
deze functie worden uitgeschakeld. A. D
immer verlichting.
B. I nformatie over het onderhoud.
R
esetten van de geselecteerde functie
(onderhoudsindicator of dagteller).
I
nstellen van de tijd.
I
nschakelen/uitschakelen van de digitale
snelheidsmeter.
6. A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
7.
O
nderhoudsindicator, vervolgens
kilometerteller (km of miles).
D
eze functies worden na het aanzetten van
het contact achter elkaar weergegeven.
8.
D
agteller (km of miles).
9.
A
naloge snelheidsmeter (km/h of mph).
10.
Brandstofniveaumeter.
Meters en displays Bedieningstoetsen
* Volgens uitvoering.
Controle tijdens het rijden
Page 17 of 450
15
2008_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
Instrumentenpaneel met matrixdisplay
Meters en displaysBedieningstoetsen
1. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
2. T oerenteller (x 1000 t /min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de
motoruitvoering (benzine of diesel).
3.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
4.
O
pschakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie
selectiehendel (2Tronic versnellingsbak of
automatische transmissie).
5.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph). A. D
immer verlichting.
B. S feerverlichting van het
instrumentenpaneel.
C.
I
nformatie over het onderhoud.
R
esetten van de geselecteerde functie
(onderhoudsindicator of dagteller).
6. O
nderhoudsindicator, vervolgens
kilometerteller (km of miles).
D
eze functies worden na het aanzetten van
het contact achter elkaar weergegeven.
7.
D
agteller (km of miles).
8.
A
naloge snelheidsmeter (km/h of mph).
9.
Brandstofniveaumeter.
1
Controle tijdens het rijden
Page 18 of 450

16
Overzicht van de verklikkerlampjes
Een aantal verklikkerlampjes heeft
beide mogelijkheden. Of het constant
branden of knipperen van een
verklikkerlampje duidt op een storing,
is afhankelijk van de werkingsfase van
de auto.Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en/of op het display van
het instrumentenpaneel enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden aan de hand van het
overzicht welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het
instrumentenpaneel of op het multifunctionele
display.
Verklikkerlampjes kunnen constant branden of
knipperen.
Verklikkerlampjes
● controlelampjes die aangeven of een functie is ingeschakeld,
● waarschuwingslampjes die waarschuwen voor een storing of een probleemsituatie.
Controle tijdens het rijden
Page 21 of 450

19
2008_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Voet op het
koppelingspedaal*permanent.In de STOP-stand van het Stop &
Start-systeem wordt de motor niet
gestart als u het koppelingspedaal
slechts gedeeltelijk intrapt. Trap het koppelingspedaal helemaal in zodat de motor
gestart kan worden.
Stop & Star t permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping,
e n z .) . Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
Automatische
ruitenwissers
permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
* Uitgezonderd instrumentenpaneel met matrixdisplay.
1
Controle tijdens het rijden
Page 22 of 450
20
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het display.Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag permanent. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (verklikkerlampje
airbags brandt). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de frontairbag
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
Controle tijdens het rijden
Page 23 of 450

21
2008_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem
en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display wordt
weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent,
in combinatie
met een ander
verklikkerlampje. Dit waarschuwingslampje brandt bij
een ernstige storing.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of met een gekwalificeerde
werkplaats.
Service permanent, in
combinatie met een
ander verklikkerlampje. Er is een ernstige storing opgetreden.
Raadpleeg de rubriek voor het desbe treffende
verklikkerlampje en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met een
melding (auto's met
een display). Er is een storing opgetreden waarbij
geen specifiek verklikkerlampje gaat
branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display (auto's met een display) en raadpleeg de
desbetreffende rubriek:
-
w
aarschuwing motorolieniveau,
-
k
ans op verstopping van het roetfilter (diesel),
-
b
randstofadditiefniveau (diesel met roetfilter).
Raadpleeg altijd het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden
Page 30 of 450

28
OnderhoudsindicatorDe afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudscontrole volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator op
basis van het aantal afgelegde kilometers
en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor wordt ook rekening gehouden met
de mate van vervuiling van de motorolie.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000
tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 7
seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 7
seconden het volgende aan:
7
seconden na het aanzetten van het contact
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft weer de
kilometerstand en de stand van de dagteller
aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 7
seconden het volgende aan:
7
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Meters
Controle tijdens het rijden
Page 31 of 450

29
2008_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
7 seconden de sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 7 seconden het volgende aan: Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor wordt deze waarschuwing
gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje
Service (zodra het contact is aangezet).
De factor tijd kan worden meegewogen
bij de nog af te leggen kilometers,
afhankelijk van de rijgewoonten van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan
branden als de tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals aangegeven in
het garantie- en onderhoudsboekje, is
overschreden.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor kan de sleutel ook
voortijdig gaan branden vanwege de
mate van vervuiling van de motorolie.
De vervuiling van de motorolie is
afhankelijk van de rijomstandigheden
van de auto.
7
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
1
Controle tijdens het rijden