Page 9 of 269
7
108_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Motorkap openen 146Stuur wiel in hoogte verstellen
5
1
Claxon 10 6
Frontairbag bestuurderszijde 1 19Contact, starten / afzetten
(sleutel)
71-72
Contact, starten / afzetten ("Keyless entry and
start"-systeem)
7
2-74
Toetsen op het stuur wiel
-
T
ouch Drive Inter face,
Audiosysteem
1
88, 241
-
L
ane Departure Warning
System
9
3 -94
Cockpit (vervolg)
Verlichting (bediening) 9
8-102
Richtingaanwijzers 103
Stop & Start
8
3 - 85
Active City Brake
1
10 -114
Spiegelverstelling
50
Koplamphoogteverstelling
1
03
CDS- en TRC-systeem uitschakelen
1
09 Ruitenwissers (bediening)
1
04-105
Snelheidsbegrenzer
(PureTech 82-motor)
8
6 - 88
Snelheidsbegrenzer
(VTi 68 -motor)
8
9 -91
Brandstoftankklep openen
1
38 Alarmknipperlichten
106
Schakelflippers ETG-versnellingsbak
7
7
.
Overzicht
Page 10 of 269
8
108_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Lampen vervangen 163-167
- voor
-
achter
Onderhoud - Technische gegevens
Motorkap openen 1 46
Onder de motorkap (benzine) 1 47
Benzinemotoren
181
12 V- a c c u
17 7-179
E c o - m o d e
141
Zekeringen
motorruimte
1
68-169, 173-176
Gewichten (benzine)
1
82
Niveaus controleren
1
48-150
-
olie
-
remvloeistof
-
koelvloeistof
-
ruitensproeiervloeistof
Controle van de onderdelen
1
51-152
-
koppeling
-
accu
-
lucht-/interieurfilter
-
oliefilter
-
remblokken/-schijven
Afmetingen 183
Identificatie
184
Overzicht
Page 11 of 269

9
108_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak, rijd dan
rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in en schakel bij
het accelereren bij voorkeur relatief snel over naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een ETG -versnellingsbak, gebruik dan
bij voorkeur de automatische stand (Easy) en trap het gaspedaal niet
bruusk of diep in.
Gebruik op slimme wijze de elektrische
voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is
opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de
airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de
ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging
kunnen beperken (blinderingspaneel van het panoramadak,
zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is
bereikt (behalve bij auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitver warming en de ontwaseming uit zodra deze
niet meer nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt sneller op
als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur
(DVD-speler, MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het
elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
De schakelindicator adviseert u de versnelling in te schakelen die
het best geschikt is voor de rijomstandigheden: volg het op het
instrumentenpaneel weergegeven schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij auto's met ETG -versnellingsbak wordt de schakelindicator
uitsluitend in de handmatige stand weergegeven.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in
plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk
in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en de
CO
2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
.
Eco-rijden
Page 12 of 269

10
108_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste
voor werpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal, enz.)
van uw auto. Voor het vervoeren van bagage op het dak verdient een
dakkoffer de voorkeur.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door
zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u
daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter,
luchtfilter en interieurfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het
in het garantie- en onderhoudsboekje voorgeschreven interval.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo
voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000
km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
Eco-rijden
Page 13 of 269
11
108_nl_Chap01_instrument-de-bord_ed01-2016
Instrumentenpanelen
Instrumentenpaneel type 1
1. Snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Centraal display.
R
aadpleeg voor meer informatie de
desbetreffende rubriek.
3.
Schakelindicator. 4. B
edieningsknop display. W
eergave van informatie in oplopende
volgorde.
5.
B
edieningsknop display.
W
eergave van informatie in aflopende
volgorde.
1
Instrumentenpaneel
Page 14 of 269
12
1. Snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Centraal display.
R
aadpleeg voor meer informatie de
desbetreffende rubriek.
3.
Schakelindicator.
4.
B
edieningsknop display.
W
eergave van informatie in oplopende
volgorde.
Instrumentenpaneel type 2
5. Bedieningsknop display. W eergave van informatie in aflopende
volgorde.
6.
Toerenteller
H
et motortoerental wordt weergegeven
door middel van segmenten die oranje
oplichten.
A
ls het toerental boven het
maximumtoerental komt, lichten de
segmenten rood op om aan te geven dat u
moet opschakelen.
Instrumentenpaneel
Page 15 of 269

13
108_nl_Chap01_instrument-de-bord_ed01-2016
Centraal display
De weergegeven informatie is afhankelijk van de motoruitvoering en het type versnellingsbak van uw auto.
Centraal display van de
uitvoering met VTi 68-motor en
handgeschakelde versnellingsbakCentraal display van de
uitvoering met VTi 68-motor
en ETG-versnellingsbakCentraal display van de uitvoering
met PureTech 82-motor en
handgeschakelde versnellingsbak
1. Buitentemperatuur. D
eze knippert bij kans op gladheid.
2.
I
nformatie over de auto met:
-
K
ilometerteller en dagteller.
-
I
nformatie van de boordcomputer.
-
In
formatie van de snelheidsbegrenzer.
3.
Brandstofniveaumeter. 1. S
tand van de selectiehendel en
ingeschakelde versnelling.
2.
I
nformatie over de auto met:
-
K
ilometerteller en dagteller.
-
I
nformatie van de boordcomputer.
-
In
formatie van de snelheidsbegrenzer.
-
Buitentemperatuur.
D
eze knippert bij kans op gladheid.
3.
Brandstofniveaumeter.1. In
formatie van de snelheidsbegrenzer.
2. I nformatie over de auto met:
-
K
ilometerteller en dagteller.
-
I
nformatie van de boordcomputer.
-
Buitentemperatuur.
D
eze knippert bij kans op gladheid.
3.
Brandstofniveaumeter.Zie voor meer informatie over de werking
en de weergave van een bepaalde
functie de desbetreffende rubriek.
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 269
14
Display verklikkerlampjes
veiligheidsgordels en
airbag voorpassagier
A. Verklikkerlampje niet-vastgemaakte veiligheidsgordel links achter.
B.
V
erklikkerlampje niet-vastgemaakte
veiligheidsgordel rechts achter.
C.
V
erklikkerlampje uitschakeling airbag
voorpassagier.
D.
V
erklikkerlampje inschakeling airbag
voorpassagier.
Het verklikkerlampje C of D blijft
branden, afhankelijk van de status
van de airbag voor de voorpassagier
(uitgeschakeld of ingeschakeld).
Instrumentenpaneel