Page 121 of 269

119
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Uitschakelen airbag vóór aan
passagierszijde
Alleen de airbag vóór aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld.
F
Z
et het contact af en steek de sleutel in
de schakelaar voor het uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde.
F
D
raai deze in de stand "OFF" .
F
V
er wijder de sleutel zonder de stand van
de schakelaar te veranderen.
Bij het aanzetten van het contact
brandt dit waarschuwingslampje in het
display met de waarschuwingslampjes
voor de veiligheidsgordels en de
airbag vóór aan passagierszijde.
Het blijft branden zolang de airbag is
uitgeschakeld. Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag vóór aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Opnieuw inschakelen airbag vóór
aan passagierszijde
Als u het met de rug in de rijrichting geplaatste
kinderzitje hebt verwijderd, zet dan met
afgezet contact
de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schakelen en zo de
veiligheid van uw voorpassagier te garanderen.
Bij het aanzetten van het contact
gaat dit waarschuwingslampje
in het display met de
waarschuwingslampjes voor de
veiligheidsgordels en de airbag
vóór aan passagierszijde branden.
Dit waarschuwingslampje blijft
branden zolang de airbag vóór aan
passagierszijde is ingeschakeld.
Storing
Het branden van dit
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel duidt op een
storing in het airbagsysteem.
Neem in dat geval onmiddellijk contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het systeem
te laten controleren. De kans bestaat dat de
airbags bij een ernstige aanrijding niet worden
geactiveerd.
Plaats in het geval van een storing geen
kinderzitje op de voorstoel en vervoer ook geen
volwassen passagier op deze plaats.
6
Veiligheid
Page 122 of 269
120
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Zijairbags
Activering
De zijairbag wordt aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B), loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het desbetreffende
portierpaneel. De zijairbags beschermen de bestuurder en
de voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding om de kans op letsel te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.
Detectiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Imp actzone opzij.
Bij bepaalde frontale aanrijdingen
kunnen de zijairbags ook worden
opgeblazen.
Veiligheid
Page 123 of 269

121
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding worden de zij- en
window-airbags niet geactiveerd.
De window-airbags dragen bij aan een betere
bescherming van de bestuurder en passagiers
bij een ernstige zijdelingse aanrijding, door de
kans op letsel aan de zijkant van het hoofd te
verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en in de hemelbekleding.
Window-airbags
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (
B), waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden voor en achter en de ruiten. Als dit waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel gaat branden,
raadpleeg dan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten
controleren. De kans bestaat dat de
airbags bij een ernstige aanrijding
niet worden geactiveerd.
Storing
6
Veiligheid
Page 124 of 269

122
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...) en bevestig niets in
de buurt van de airbags of in het gebied waar
de airbags afgaan. Dit kan de inzittende bij
het afgaan van de airbag ver wonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke
uitvoering van uw auto, voer met name geen
wijzigingen door aan de onderdelen in de
directe nabijheid van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan op
letsel of lichte brandwonden aan het hoofd,
de borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer
snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden)
en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij
de warme gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen
gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet
op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Adviezen
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in
combinatie met actieve zijairbags gebruikt
kunnen worden. Voor informatie over de
stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto
kunt u zich wenden tot het PEUGEOT-
netwerk.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de accessoires.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding;
dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak
(indien aanwezig); deze maken deel uit van
de bevestiging van de window-airbags.
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
Veiligheid
Page 125 of 269

123
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Algemene informatie met betrekking tot kinderzitjes
PEUGEOT beveelt u aan kinderen op de
achterzitplaatsen van uw auto te vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot 3 jaar,- met het gezicht in de rijrichting
vanaf 3 jaar.
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
-
c
onform de Europese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12
jaar of kleiner
dan 1,50
m in gehomologeerde, aan
het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels of
ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd*,
-
d
e veiligste plaats voor het ver voeren van
een kind is volgens de statistieken een
plaats op de achterbank van uw auto,
-
k
inderen tot 9
kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in de
rijrichting worden vervoerd.
*
D
e regelgeving met betrekking tot het vervoer
van kinderen zijn per land verschillend.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
6
Veiligheid
Page 126 of 269
124
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Kinderzitje achterin
"Rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" achterin plaatst de voorstoel naar
voren en zet de rugleuning van de voorstoel
rechtop, zodat het kinderzitje de voorstoel niet
raakt.
"Gezicht in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" achterin plaatst de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning van de
voorstoel rechtop, zodat de benen van het kind
de voorstoel niet raken.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
is aangetrokken.
Controleer bij kinderzitjes met een steun
of deze steun stabiel op de vloer staat.
Veiligheid
Page 127 of 269

125
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Kinderzitje op de voorpassagiersstoel*
"Met de rug in de rijrichting""Met het gezicht in de rijrichting"
Passagiersstoel in de achterste stand van
de verstelling in lengterichting.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
strak staat.
Controleer bij kinderzitjes met een
steun of deze goed op de vloer rust.
Verstel indien nodig de passagiersstoel.
Wanneer een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorpassagiersstoel
wordt
geplaatst, moet de stoel in de achterste stand
van de verstelling in lengterichting worden
geschoven en moet de rugleuning rechtop
worden gezet.
De passagiersairbag vóór moet zijn
uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan
het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken .Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting op de voorpassagiersstoel
wordt
geplaatst, moet de stoel in de achterste stand
van de verstelling in lengterichting worden
geschoven, moet de rugleuning rechtop worden
gezet en mag de passagiersairbag vóór niet
worden uitgeschakeld.
*
R
aadpleeg de wetgeving in uw land voordat u
een kinderzitje op deze plaats bevestigt.
6
Veiligheid
Page 128 of 269
126
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Airbag aan passagierszijde OFF
Dit voorschrift wordt tevens vermeld op de
waarschuwingssticker aan beide zijden van de
zonneklep aan passagierszijde. Conform de
wettelijke voorschriften vindt u op de volgende
tabellen deze waarschuwing in alle benodigde
talen.
Plaats nooit een kind in een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel als de airbag vóór
aan passagierszijde is ingeschakeld.
Het kind kan in dat geval bij een
aanrijding ernstig en zelfs dodelijk
gewond raken.
Raadpleeg de rubriek "Airbags" voor
meer informatie over het uitschakelen
van de airbag vóór aan passagierszijde.
Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
Veiligheid