Page 137 of 269

135
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Overzicht voor de plaatsing van ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met de letters A tot
en met G.
IUF :
Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel ISOFIX-kinderzitje met het
gezicht in de rijrichting en een bovenste riem.
IL- SU : Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een semi-universeel ISOFIX kinderzitje:
-
r
ug in de rijrichting voorzien van een
bovenste riem of een steun,
-
gezicht in de rijrichting voorzien van een steun,- een reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun. Gewicht van het kind
/ leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ongeveer 6
maanden
Tot 10 kg
(groep 0) Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ongeveer 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
Van ongeveer 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Voorpassagiersstoel Geen ISOFIX
Achterstoelen XIL- SU
(2) I L- SU (1) IL- SU
(2) IL- SU
(1) IUF
IL- SU
Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Raadpleeg voor het bevestigen van
de bovenste riem de rubriek "ISOFIX-
bevestigingen".
(1)
:
D
e voorstoel moet vanaf de voorste stand
9
standen naar achteren worden gezet.
(2) :
D
e voorstoel moet vanaf de voorste stand
4
standen naar achteren worden gezet.
6
Veiligheid
Page 138 of 269

136
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel het
kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif
de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en
zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer
rechtop.
Adviezen met betrekking tot kinderzitjes
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een zitverhoger met
rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de achterportieren per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterportierruiten niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Schakel de passagiersairbag vóór uit zodra
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind
kan anders bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken. Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen de
rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning
van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.
Voordat u een kinderzitje met rugleuning
op een passagiersstoel plaatst, moet u
de hoofdsteun van de desbetreffende
passagiersstoel verwijderen.
Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed
is opgeborgen of vastgemaakt om te
voorkomen dat de hoofdsteun bij plotseling
remmen een gevaarlijk projectiel wordt.
Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen
nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
Plaatsen van een
zitverhoger
Kinderen voorin
Veiligheid
Page 139 of 269
137
108_nl_Chap06_securite_ed01-2016
Kinderslot
De achterportieren zijn voorzien van een
kinderslot om het openen van binnenuit te
verhinderen.
De knop bevindt zich op de zijkant van beide
achterportieren.
F
Z
et de knop omlaag.
Controleer voor het aanzetten van het contact
altijd de stand van het kinderslot.
Dit systeem werkt onafhankelijk van de centrale
vergrendeling.
6
Veiligheid
Page 140 of 269

138
108_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Brandstoftank
Te laag brandstofniveauBrandstof tanken
Als het brandstofniveau te laag is,
gaat dit verklikkerlampje branden in
combinatie met een geluidssignaal.
In plaats van de actieradius wordt de melding
"LO FUEL" weergegeven.
De resterende hoeveelheid brandstof
bedraagt nog ongeveer 5
liter.
U kunt, afhankelijk van de rijomstandigheden
en de motoruitvoering, minder dan 50
km met
de resterende hoeveelheid brandstof rijden.
Veilig brandstof tanken:
F
Z
et altijd de motor en het contact af
(contact in de stand "LOCK" of de
modus "OFF") .
F
T
rek aan de knop die zich aan
bestuurderszijde aan de onderzijde
van het dashboard bevindt om de
brandstoftankklep te ontgrendelen.
F
O
pen de brandstoftankklep.
Als de auto is gestrand met
een lege brandstoftank, kan
op het instrumentenpaneel het
waarschuwingslampje emissieregeling
gaan branden. Na enkele malen starten
gaat het lampje automatisch weer uit. Het tanken dient te geschieden met afgezette
motor
en afgezet contact (contact in de stand
" LOCK " of de modus " OFF").
De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 35
liter.
Voor een juiste weergave van de
brandstofmeter moet minimaal 5 liter brandstof
worden getankt.
Op een label aan de binnenzijde van de
brandstoftankklep staat de voorgeschreven
soort brandstof aangegeven.
Bij het openen van de brandstoftankdop kan
een aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit
is normaal en komt doordat de afdichting van
het brandstofcircuit een onderdruk veroorzaakt.
Praktische informatie
Page 141 of 269

139
108_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
F Draai de dop los en plaats hem op de houder (op de klep).
F
S
teek het vulpistool tot de aanslag naar
binnen alvorens dit te bedienen (kans op
spatten).
F
H
oud het vulpistool in deze stand tijdens
het vullen.
Brandstofkwaliteit voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen van het type E10 (deze
bevatten 10% ethanol) die voldoen aan de
Europese richtlijnen EN 228
en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85
(deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de
ethanol moet voldoen aan de Europese
richtlijn EN 15293.
Na het tanken:
F
D
raai de dop vast totdat u een klik hoort.
Z
odra u de dop loslaat, draait hij enigszins
in de tegengestelde richting.
F
D
ruk de brandstoftankklep dicht.
Laat het vulpistool bij het tanken nooit
meer dan 3
keer automatisch uitspringen.
Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen
optreden.
Uw auto is voorzien van een katalysator die de
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
Door de vernauwde vulpijp kan alleen
loodvrije benzine worden getankt.
7
Praktische informatie
Page 142 of 269

140
108_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
T
rek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
R
ijd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid. Uitsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Een noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting. Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of
de ketting en de bevestigingen de velg
niet raken.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
165/65
R14 9
mm
165/60
R15
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek het
monteren van de sneeuwkettingen te oefenen;
doe dit op een vlakke en droge ondergrond.
Als sneeuwkettingen zijn gemonteerd,
moet het Lane Departure Warning
System worden uitgeschakeld.
Praktische informatie
Page 143 of 269

141
108_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Eco - mode*
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audiosysteem, de
ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 20
minuten gebruiken.
Deze periode kan, afhankelijk van de laadtoestand van de accu, veel korter zijn.
Neem de tijd die nodig is voor het
starten van de motor in acht om een
juiste lading van de accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu
starten van de motor om de accu bij te
laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden (zie de paragraaf
"Ac cu").
Raadpleeg de rubriek "Accu".
Inschakelen van de eco-mode
Na deze periode worden de actieve functies in
de ruststand gezet.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze vijf minuten
draaien.
*
U
itsluitend van toepassing op auto's met
Keyless entry and start-systeem.
7
Praktische informatie
Page 144 of 269

142
108_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het PEUGEOT-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van
P E U G E O T.
"Vervoer": mat in bagageruimte, bak in
bagageruimte, allesdragers, fietsendrager,
skidrager, dakkoffers, bagagesteunen, ...
"Design": stylingset voor de carrosserie
Ligne S, gepersonaliseerde matten Ligne S,
aluminium versnellingspookknop, lichtmetalen
velgen, stickersets voor het exterieur en
het interieur, verchroomde zijstootlijsten,
verchroomde buitenspiegelkappen,
dorpelbeschermers, gepersonaliseerde
behuizingen voor de afstandsbediening, ... "Comfort": windgeleiders, thermobox,
zonneschermen, parfumeur, uitneembare
asbak, leeslamp, parkeerhulp voor en achter,
middenarmsteun, aansteker, ... "Veiligheid":
anti-inbraakalarm,
voertuigvolgsysteem, sneeuwkettingen,
sneeuwsokken, wielslotbouten, kinderzitjes,
EHBO-tas, gevarendriehoek, reflecterende
veiligheidsvesten, brandblusser,
veiligheidsgordel voor huisdieren, mistlampen,
gordelmes/veiligheidshamer, ...
"Bescherming": matten, spatlappen,
beschermhoes voor de auto, stoelhoezen,
beschermstrips voor de bumpers, zwarte
zijstootlijsten (niet glad), ...
Om te voorkomen dat de mat onder de pedalen
schuift:
-
c
ontroleer of de mat goed is bevestigd,
-
l
eg nooit meerdere matten boven op elkaar."Multimedia":
autoradio, luidsprekers, semi-
geïntegreerd navigatiesysteem, handsfree set,
rijhulpsystemen, 230V-aansluiting, portable
navigatiesystemen, houders voor telefoon/
smartphone, accessoires voor digitale radio, ...
Praktische informatie