Page 169 of 446
167
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
Groep 1: 9 tot 18 kg
I L3
RÖMER Duo Plus ISOFIX
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Wordt bevestigd aan de ogen A en, met behulp van de bovenste riem, aan het oog B ,
genaamd
to
P
tet
He
r
.
H
et zitje zelf kan in 3 standen worden gezet.
IL4
FAIR G 0/1 S met FWF ISOFIX- onderstel
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst met behulp van een I
s
o
F
IX-onderstel dat aan de ogen
A wordt bevestigd.
Het onderstel is voorzien van een steunpoot. Het zitje zelf kan in 6
standen worden gezet.
Dit zitje is geschikt voor kinderen met een gewicht van meer dan 13
kg.
Deze kinderzitjes kunnen ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van I
s
o
F
IX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
6
Veiligheid
Page 170 of 446

168
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
overzicht bevestiging IsoF IX-kinderzitjesovereenkomstig de eu ropese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een Is oF IX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van IsoF IX-bevestigingen.
bi
j universele en semi-universele I
s
o
F
IX-kinderzitjes wordt de I
s
o
F
IX-maat op het kinderzitje naast het I
s
o
F
IX-logo aangegeven met een letter (A t /m G ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10
kg
(groep 0)
to
t ca.
6
maandenTot 10
kg
(groep 0) Tot 13
kg
(groep 0+)
to
t ca. 1 jaarVan 9
tot 18 kg (groep 1)
1
tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Universele en semi-universele ISOFIX-
kinderzitjes voor bevestiging op de
buitenste achterzitplaatsen X
XI L1IL2 X IUF
I UF:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd I
s
o
F
IX-kinderzitje
met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem ("
to
p
t
e
ther" bevestiging).
IL-:
u
itsluitend de aangegeven kinderzitjes kunnen met behulp van de I
s
o
F
IX-bevestigingen
worden geplaatst.
ra
adpleeg de paragraaf "I
s
o
F
IX-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de
bovenste riem ("
to
p
t
e
ther" bevestigingen).
X: zitplaats niet geschikt voor de bevestiging van een I
s
o
F
IX kinderzitje uit de aangegeven maat. Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Veiligheid
Page 171 of 446

169
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de rugleuning van het
kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel
van de auto rust en dat de hoofdsteun geen
belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen.
Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van een zitverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CI
t
ro
Ën
beveelt aan een zitverhoger met
rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land.
ra
adpleeg de in uw land geldende regels.
sc
hakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren achter per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
6
Veiligheid
Page 172 of 446
170
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
kinderslot
elk achterportier is voorzien van een kinderslot om het openen van binnenuit te verhinderen.
De knop bevindt zich op de zijkant van beide achterportieren.
Vergrendelen
F Zet de knop A in de stand 1.
Ontgrendelen
F Zet de knop A in de stand 2 .
Veiligheid
Page 173 of 446

171
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
Deze set bevindt zich in de bagageruimte onder
de vloerplaat. De complete set bestaat uit een compressor en een flacon met afdichtmiddel. Hiermee kunt u de
band tijdelijk repareren, zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke banden worden gerepareerd, als het lek zich in het
loopvlak of de schouder van de band bevindt.
bandenreparatieset
Toegang tot de set
om toegang te krijgen:
F op en de achterklep.
F
t
i
l de vloerplaat omhoog en ver wijder deze.
F
H
aal de set tevoorschijn. De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de
duur die nodig is om een gerepareerde
lekke band op spanning te brengen of
om een klein opblaasartikel op te blazen.
Samenstelling van de set
1. 12V-compressor met een manometer
voor het meten en corrigeren van de
bandenspanning.
De compressor is niet stof- en
waterdicht, pas daarom op voor zand,
stof en water.
In de volgende gevallen kan de
reparatieset niet worden gebruikt:
-
d
e houdbaarheidsdatum van het
afdichtmiddel is overschreden (zie
de sticker op de flacon),
-
m
eerdere banden zijn lek
ter wijl u slechts over de met de
set meegeleverde flacon met
afdichtmiddel beschikt,
-
d
e diameter van het gat in de band
is groter dan 4
mm,
-
h
et lek bevindt zich in de wang van
de band,
-
u e
nige tijd bent doorgereden met
een bijna volledig lege band,
-
d
e hiel van de band is losgekomen
van de velg,
-
d
e velg is beschadigd.
7
Praktische informatie
Page 174 of 446

172
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
na de reparatie van de band moet de sticker
met de snelheidslimiet op het middelste
gedeelte van het stuurwiel worden geplakt
om u te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk gebruikt kan worden.
rijd na het repareren van een band met
de bandenreparatieset niet sneller dan
80
km/h.
Reparatiemethode
F Parkeer de auto op een veilige plaats en op een vlakke, stabiele ondergrond.
Z
org ervoor dat het ventiel zich niet in het
onderste deel van het wiel bevindt en de
grond raakt.
F
t
rek
de parkeerrem aan.
F
Z
et de selectiehendel in de
achteruitversnelling bij auto's met een
handgeschakelde versnellingsbak of
in de stand P bij auto's met een CV
t-
v
ersnellingsbak.
F
Z
et het contact af.
2.
F
lacon met afdichtmiddel voor tijdelijke
reparatie van de band.
3.
re
serveventiel.
4.
G
ereedschap voor het demonteren/
monteren van het ventiel (ventieltrekker).
5.
A
ansluiting voor het injecteren van
afdichtmiddel.
6.
s
t
icker met snelheidslimiet. F
V
er wijder de dop van het ventiel van de
lekke band en bewaar deze dop op een
schone plek.
bi
j temperaturen lager dan 0°C kan het
afdichtmiddel dikker worden.
b
re
ng
de flacon in de auto op temperatuur
alvorens hem te gebruiken.
F
D
raai de trekker om en bevestig hem op
het ventiel. Draai vervolgens het ventiel
los.
b
e
waar het ventiel op een schone plek.
F
P
laats de ventieltrekker op het ventiel en
druk vervolgens op de trekker om de band
volledig leeg te laten lopen.
Praktische informatie
Page 175 of 446

173
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
F sluit de aansluiting voor het injecteren van het afdichtmiddel aan op de ventielschacht
van de lekke band.
F
k
n
ijp de flacon (ondersteboven) een paar
keer stevig in om al het afdichtmiddel in
de lekke band te spuiten.
F
M
aak de aansluiting los.
F
s
t
eek het ventiel in de schacht en draai het
met de ventieltrekker vast.
Let op: dit product is schadelijk (ethyleenglycol, colofonium...) bij inname en irriterend voor
de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het afdichtmiddel is op de flacon aangegeven.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar lever deze in bij het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om een nieuwe flacon met afdichtmiddel te kopen bij het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. F
C
ontroleer of de schakelaar A van de
compressor op " OFF" staat.
F
r
o
l de slang B van de compressor
helemaal af.
F
s
l
uit de slang aan op het ventiel van de
gerepareerde band.
F
s
l
uit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto (contact in de
stand "ACC" of "stand ACC").
F
s
c
hakel de compressor in door de
schakelaar A in de stand " ON" te zetten en
breng de band op de juiste spanning, zoals
aangegeven op de bandenspanningssticker
(zie de rubriek "Identificatie").
Ver wijder het voor werp dat de lekkage
heeft veroorzaakt niet uit de band.
F
sc
hud de flacon goed, ver wijder de dop en
draai de aansluiting voor het injecteren van
het afdichtmiddel op de flacon.
7
Praktische informatie
Page 176 of 446

174
C4-Aircross_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2014
F Als na ongeveer 10 minuten de juiste
spanning nog niet is bereikt, kan de band
niet worden gerepareerd; neem dan
contact op met het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om u
verder te helpen.
F
M
aak de compressor los en berg de
reparatieset op.
Laat de compressor niet meer dan
10
minuten onafgebroken werken.
Als de compressor extreem warm is,
schakel hem dan onmiddellijk uit en
koppel hem los. Laat de compressor
minimaal 30
minuten afkoelen. Maak na de reparatie zo snel mogelijk
een afspraak met het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Vertel de technicus dat u gebruik hebt
gemaakt van de bandenreparatieset.
n
a
controle kan de technicus u vertellen of
de band gerepareerd kan worden of dat
deze vervangen moet worden.
Als de auto is voorzien van het
bandenspanningscontrolesysteem
blijft het verklikkerlampje te lage
bandenspanning branden tot het
systeem is gereset (zie de rubriek
"
ban
denspanningscontrolesysteem"). F
P
lak de sticker met de snelheidslimiet op
het middelste gedeelte van het stuurwiel.
F
G
a direct rijden maar rijd niet harder dan
80
km/h om het afdichtmiddel over de
binnenzijde van de band te verdelen. F
Z
et na 10 km of 5 minuten de auto stil en
controleer de staat van de gerepareerde
band en controleer met de compressor de
spanning van de band. Als de spanning
iets is afgenomen, moet u de band weer op
de juiste spanning brengen. Herhaal deze
handeling na 10
km of 5 minuten: als de
band niet op de juiste spanning blijft, is het
lek niet goed gedicht.
n
e
em dan contact
op met het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te
helpen.
A
ls de spanning in orde is, draai dan
zorgvuldig de dop op het ventiel van de
band.
r
i
jd met maximaal 80 km/h naar
een dealerbedrijf dat deel uitmaakt van het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Praktische informatie