InterieurbeveiligingBewaakt wordt het interieur tot de hoogte van
de zittingen. Zodoende wordt ook met geo‐
pende hardtop de alarminstallatie inclusief de
interieurbeveiliging geactiveerd. Door naar be‐
neden vallende voorwerpen, bijv. bladeren, kan ongewenst alarm worden geactiveerd, zie On‐
gewenst alarm voorkomen.
Ongewild alarm vermijden
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging kunnen samen worden uitgeschakeld, bv. in de
volgende situaties:▷In wasstraten of autowasserijen.▷In duplexgarages.▷Bij het transport op autotreinen, op zee of
op een aanhangwagen.▷Bij dieren in de auto.
Hellingshoeksensor en
interieurbeveiliging uitschakelen
Toets van de afstandsbediening op‐
nieuw binnen 10 seconden indrukken, zodra
de auto vergrendeld is.
Controlelamp brandt ca. 2 seconden en knip‐
pert dan continu.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
tot ze opnieuw worden ont- en vergrendeld uit‐
geschakeld.
Ruitbediening Algemeen Afstandsbediening meenemen
De afstandsbediening bij het verlaten van
de auto meenemen, anders kunnen bv. kinde‐
ren de ruitbediening activeren en zich verwon‐
den.◀
Inklemgevaar
De ruit tijdens het sluiten observeren en
ervoor zorgen dat het bewegingsbereik vrij is,
anders kan lichamelijk letsel worden veroor‐
zaakt.◀
Openen, sluiten
Afzonderlijk▷De schakelaar tot het drukpunt drukken:
De ruit gaat open zolang de schakelaar
wordt gehouden.
Sluiten geschiedt op dezelfde wijze door
het trekken aan de schakelaar.▷De schakelaar door het drukpunt heen
drukken:
De ruit opent automatisch.
Opnieuw drukken stopt het openen.
Gezamenlijk
▷De schakelaar tot het drukpunt drukken:
Alle ruiten gaan open zolang de schakelaar
wordt gehouden.Seite 41Openen en sluitenBediening41
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Alarminstallatie, alarm beëin‐digen 40
Alarminstallatie, hellingshoek‐ sensor 40
Alarminstallatie, interieurbe‐ veiliging 41
Alarminstallatie, ongewenst alarm vermijden 41
Alarmknipperlichten 16
Alarmsysteem, zie Alarmin‐ stallatie 39
Alternatieve oliesoorten 244
AM-/FM-zender 164
Anti-blokkeersysteem, ABS 103
Antivries, koelvloeistof 245
Antivries, sproeiervloei‐ stof 63
APK 80
Aquaplaning 131
Armsteun, zie Middenarm‐ steun 124
Asbak 120
Asbelasting, zie Gewich‐ ten 268
AUC luchtrecirculatierege‐ ling 116
Audioapparaat, extern 125
Audioweergave 171
Audioweergave, Blue‐ tooth 184
Auto– Afmetingen, zie Maten 268
Auto, accu 253
Auto, afzetten 58
Auto, belading 268
Auto buiten bedrijf stel‐ len 265
Auto, chassisnummer 196
Auto, chassisnummer, zie Motorruimte 241
Auto, gewicht 268
Auto, inrijden 130
Autokrik 253
Autolak 263
Automatisch dimmen, zie Grootlichtassistent 89
Automatische airconditio‐
ning 114, 116
Automatische airconditioning, automatische luchtverde‐
ling 115
Automatische luchthoeveel‐ heid 115
Automatische luchtrecircula‐ tieregeling AUC 116
Automatische luchtverde‐ ling 115
Automatische snelheidsrege‐ ling 107
Automatische verlichtingsre‐ geling 88
Automatische versnellings‐ bak, 7-traps met dubbele
koppeling 67
Automatische versnellings‐ bak, 8 versnellingen 64
Auto-onderhoud 263
Auto-onderhoud, zie Onder‐ houd 262
AUTO-programma bij auto‐ matische airconditio‐
ning 115
Autosleutel, zie Geïnte‐ greerde sleutel/afstandsbe‐
diening 30
Autostofzuiger aansluiten, zie Aansluiting van elektrische
apparaten 121
Autotelefoon– Inbouwplaats, zie Midden‐
armsteun 124
Autotelefoon, zie Tele‐
foon 196
Auto, vervanging van de accu 253
Autowasinstallaties 262
AUX-In-aansluiting 181
B Bagageruimte 121
Bagageruimte, comforttoe‐ gang 38
Bagageruimte, lamp, zie Inte‐
rieurverlichting 91
Bagageruimte, van binnenuit openen 36
Bagageruimte, van buitenaf openen 37
Bagageruimte, volumes 268
Bagageruimtevolume vergro‐ ten 121
Balans 162
Bandbeschadiging 238
Bandendruk, zie Banden‐ spanning 237
Banden met noodloopeigen‐ schappen, bandenspan‐
ning 237
Banden met noodloopvoor‐ zieningen 238
Banden met noodloopvoor‐
zieningen– Bandenpech, banden 238
Banden met noodloopvoor‐
zieningen, banden vervan‐
gen 238
Bandenpech
– Bandenspanningscon‐
trole 98
Bandenpechwaarschuwing
RPA 96
Bandenpech, waarschu‐ wingslampje 97
Bandenprofiel 238
Bandenspanning 237
Bandenspanningsbewaking, zie Bandenspanningscon‐
trole RDC 98
Banden, spanningsbewaking, zie Bandenspanningscon‐
trole RDC, pech, banden
bandenspanningscontrole
RDC 98
Bandenspanningsbewaking, zie RPA 96
Bandenspanningscontrole RDC 98
Seite 279Alles van A tot ZOpzoeken279
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15