Page 25 of 219

Sleutels, portieren en ruiten23Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan worden bediend of als de motor niet
kan worden gestart, kan dit de vol‐
gende oorzaken hebben:
● storing in elektronische sleutel
● elektronische sleutel buiten het ontvangstbereik
● batterijspanning te laag
● overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de handzender, waardoor de
stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken
● storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogenFysieke noodsleutel
Ontgrendelingsknop aan de zijkant
van de elektronische sleutel ingedrukt houden en fysieke noodsleutel uit de
bovenkant trekken.
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Steek de fysieke noodsleutel na ge‐
bruik weer in de behuizing van de
elektronische sleutel.
Portiersloten
Diefstalvergrendeling
Open de deur en schakel de diefstal‐
vergrendeling in om te voorkomen dat
de voordeur van buiten af wordt ge‐ opend.
Draai de schakelaar van de vergren‐ deling op de deur met een geschikt
gereedschap in de vergrendelde
stand. De deur kan van buiten af niet
worden geopend.
Page 26 of 219

24Sleutels, portieren en ruitenDe diefstalvergrendeling blijft zelfs na
het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening ingeschakeld. De deur van alleen van binnen of met de
fysieke sleutel worden geopend.
Schakel deze uit door de schakelaar
in de ontgrendelde stand te zetten.
Achterdeur handmatig
vergrendelen
Draai de slotschakelaar rechtsom om de achterdeur links te vergrendelen.
Draai de schakelaar linksom om het
slot uit te schakelen.
Achterdeuren 3 30.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt de voor‐
portieren, de zijschuifdeuren en de
bagageruimte.
Met de handzender met 3 toetsen
worden de voordeuren en de baga‐
geruimte/zijschuifdeuren (indien aan‐
wezig) onafhankelijk van elkaar ont‐
grendeld en vergrendeld.
Om veiligheidsredenen kan de auto niet worden vergrendeld, wanneer de sleutel in het contactslot steekt.
Let op
Als er binnen ongeveer 2 minuten na
het ontgrendelen van de auto geen
deur wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Portieren en bagageruimte sluiten. Bij
een niet goed gesloten deur werkt de centrale vergrendeling niet.
Zie "Bediening met fysieke sleutel"
hieronder voor nadere informatie.
Werking van afstandsbediening De werking van de centrale vergren‐
deling met de handzender wordt be‐ vestigd door de alarmknipperlichten.Ontgrendelen met handzender met
twee toetsen
Afhankelijk van configuratie:
● Druk op c en houd ingedrukt om
alle portieren en de bagage‐ ruimte te ontgrendelen.
- of -
● c eenmaal indrukken om het be‐
stuurdersportier te ontgrendelen
en c tweemaal indrukken om alle
portieren en de bagageruimte te
ontgrendelen.
Page 27 of 219
Sleutels, portieren en ruiten25Ontgrendelen met handzender metdrie toetsen
Afhankelijk van configuratie:
● Druk op c en houd ingedrukt om
alle portieren en de bagage‐ ruimte te ontgrendelen.
- of -
● c eenmaal indrukken om het be‐
stuurdersportier te ontgrendelen
en c tweemaal indrukken om alle
portieren en de bagageruimte te
ontgrendelen.
- of -
● Druk één keer op c om alle por‐
tieren en de laadruimte te ont‐
grendelen.
Vergrendelen met handzender met
twee toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de ba‐
gageruimte worden vergrendeld.
Vergrendelen met handzender met
drie toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de ba‐
gageruimte worden vergrendeld.
Let op
Indien aanwezig, wordt de bewaking van het interieur 3 35 uitgescha‐
keld door e ingedrukt te houden (ter
bevestiging klinkt een geluidssig‐
naal).
Als dit per ongeluk is gebeurd, moet
u de portieren opnieuw ontgrende‐
len en e korte tijd indrukken om de
auto te vergrendelen.
Page 28 of 219

26Sleutels, portieren en ruitenBagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
2 toetsen
Druk afhankelijk van de configuratie
één of tweemaal op c om de bagage‐
ruimte (en de zijschuifdeuren) te ont‐
grendelen.
Druk op e om de laadruimte (en, af‐
hankelijk van de versie, de zijschuif‐
deuren) te vergrendelen.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
3 toetsen
Druk op G om de laadruimte (en,
afhankelijk van de versie, de zijschuif‐
deuren) te vergrendelen of te ont‐
grendelen.
Werking elektronisch
sleutelsysteem
Voor handenvrije bediening moet de
elektronische sleutel buiten de auto
zijn, binnen een bereik van ongeveer
één meter van de voordeuren of de
bagageruimte.
Let op
Er zit geen knop voor handenvrije
bediening in de buitenkruk van de
zijschuifdeur.
Er mag geen elektronische sleutel in
de auto blijven liggen en niet nog een extra elektronische sleutel in de de‐tectiezones zijn, omdat anders de
handenvrije bediening van de cen‐ trale vergrendeling niet werkt.
De werking van de centrale vergren‐
deling met de elektronische sleutel
wordt bevestigd door de alarmknip‐
perlichten.9 Gevaar
Laat nooit een elektronische sleu‐
tel achter in de auto bij kinderen of dieren, om onbedoeld bedienen
van ruiten, deuren of motor te
voorkomen. Kans op fataal letsel.
Page 29 of 219

Sleutels, portieren en ruiten27Ontgrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de knop op een van de bui‐
tenkrukken en trek aan de kruk om te openen.
De auto ontgrendelt alleen wanneer
er ten minste 3 seconden zijn verstre‐
ken na het handenvrij vergrendelen.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Ontgrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Druk op c om alle portieren en de ba‐
gageruimte te ontgrendelen.
Vergrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de knop op een van de bui‐
tenkrukken. Alle deuren en de baga‐
geruimte worden vergrendeld.
De auto vergrendelt alleen wanneer
er ten minste 3 seconden zijn verstre‐
ken na het handenvrij ontgrendelen.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Vergrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Druk op e om alle portieren en de ba‐
gageruimte te vergrendelen.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de toets op de buitenkruk om
de achterdeuren/achterklep (en de
zijschuifdeuren) te vergrendelen of te
Page 30 of 219

28Sleutels, portieren en ruitenontgrendelen wanneer de elektroni‐
sche sleutel binnen bereik van de de‐
tectiezone (ongeveer één meter) is.
De achterdeuren/achterklep (en de
zijschuifdeuren) vergrendelen/ont‐
grendelen alleen wanneer er ten min‐
ste 3 seconden zijn verstreken na de
laatste keer indrukken van de toets.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met toetsen op de
elektronische sleutelDruk op G om de achterdeuren/
achterklep (en de zijschuifdeuren) te
vergrendelen/ontgrendelen.
Elektronisch sleutelsysteem 3 22.
Bediening met fysieke sleutel
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Achterdeuren
Als de achterdeuren na het ontgren‐
delen van de auto met de toets op de
afstandsbediening c handmatig wor‐
den vergrendeld, vergrendel de auto
dan nogmaals met behulp van e om
de centrale vergrendeling terug te
zetten. Anders wordt de rest van de
auto bij indrukken van c mogelijk niet
ontgrendeld.
Na handmatig ontgrendelen van de
achterportieren wanneer de rest van
de auto vergrendeld is, moet u moge‐
lijk twee keer op e drukken om de ge‐
hele auto te vergrendelen.
Centrale vergrendelingstoets
Vergrendelt of ontgrendelt de portie‐
ren en de bagageruimte vanuit de
passagiersruimte.
Page 31 of 219

Sleutels, portieren en ruiten29Druk op e om de auto te vergrende‐
len. De activering wordt aangeduid
door de LED in de toets. Bij het sluiten
van een open deur wordt de deur au‐
tomatisch vergrendeld.
Druk nogmaals op e om de auto te
ontgrendelen.
Bij het rijden met een open bagage‐
ruimte kunnen de voordeuren (en de
zijschuifdeuren) nog steeds worden
vergrendeld. Met ingeschakeld con‐
tact e gedurende ongeveer
5 seconden ingedrukt houden. Bij het
sluiten van de achterdeuren/achter‐
klep worden ze automatisch vergren‐
deld.
Automatisch vergrendelen 3 29.
Bij het indrukken van e wordt hands‐
free bediening automatisch uitge‐
schakeld. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Elektronisch sleutelsysteem 3 22.
Deurvangers
Bij bepaalde modellen worden de slo‐
ten van de laadruimte apart bediend
voor meer veiligheid.Bij deurvangers dient de bagage‐
ruimte met de hand te worden ge‐ opend door de sleutel in het slot te
steken en om te draaien, ofschoon de deuren met de handzender of de
elektronische sleutel kunnen worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Achterdeuren 3 30.
Automatisch vergrendelen Automatisch vergrendelen na
wegrijden
U kunt deze beveiligingsfunctie zoda‐
nig configureren dat de deuren en de
bagageruimte automatisch worden
vergrendeld zodra de auto begint te
rijden.
Inschakelen
Met ingeschakeld contact e op de
centrale vergrendelingstoets gedu‐
rende ca. 5 seconden ingedrukt hou‐
den. Ter bevestiging van de inscha‐
keling klinkt een geluidssignaal.Uitschakelen
Met ingeschakeld contact e op de
centrale vergrendelingstoets gedu‐
rende ca. 5 seconden ingedrukt hou‐
den. De uitschakeling wordt beves‐
tigd door een geluidssignaal.
Centrale vergrendelingstoets 3 24.
Kindersloten
Het kinderslot voor de zijschuifdeur zit achter op de schuifdeur.
Open de zijschuifdeur en schakel het
kinderslot in om te voorkomen dat de
deur van binnen kan worden ge‐
opend.
Page 32 of 219

30Sleutels, portieren en ruiten9Waarschuwing
Gebruik de kindersloten steeds
wanneer kinderen op de achter‐
bank zitten om te voorkomen dat
het portier per ongeluk van binnen wordt geopend.
Draai de kinderslotschakelaar in de
zijschuifdeur met geschikt gereed‐
schap naar de vergrendelde stand;
de deur kan niet van binnen worden
geopend.
Het kinderslot blijft zelfs na het ont‐
grendelen van de auto met de af‐
standsbediening ingeschakeld. De deur kan alleen van buiten af worden geopend.
Schakel uit door de kinderslotschake‐
laar in de ontgrendelde stand te zet‐
ten.
Portieren
Schuifdeur
Open en sluit de schuifdeur alleen
wanneer de auto stilstaat met de
handrem aangetrokken.
Trek de binnenhandgreep naar ach‐
teren om te ontgrendelen en te ope‐
nen.
De deur is van de binnenzijde te ver‐
grendelen met de binnenste vergren‐
delingstoets.
Centrale vergrendeling 3 24.
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig wanneer u de
zijschuifdeur bedient. Kans op let‐ sel.
Zorg ervoor dat er niets beklemd
raakt tijdens de bediening en dat
er niemand in de bewegingszone
staat.
Bij parkeren op een helling kunnen geopende schuifdeuren door hun
eigen gewicht ongewild bewegen.
Vóór het wegrijden schuifdeuren
sluiten.
Achterdeuren
De achterdeuren kunnen alleen bij
een ontgrendelde auto worden ge‐
opend. Centrale vergrendeling, be‐
diening met fysieke sleutel 3 24.
Om de linker achterdeur te openen
aan de buitenkruk trekken.
De deur wordt van de binnenkant ge‐
opend door aan de binnenste hand‐
greep te trekken.