2016.5 OPEL VIVARO B Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 105 of 219

OPEL VIVARO B 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting103Achteruitrijlichten
De achteruitrijlichten gaan branden
wanneer het contact is ingeschakeld
en de auto in de achteruitversnelling
staat.
Beslagen lampglazen
De binnenkant van de lampafde

Page 106 of 219

OPEL VIVARO B 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 104VerlichtingMet de tuimelschakelaar in de mid‐
delste stand doet de lamp dienst als
instapverlichting en brandt de lamp bij
het openen van de voordeuren.
Een bepaalde tijd nadat de voorpor‐
tier

Page 107 of 219

OPEL VIVARO B 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting105Verlichtingsfuncties
Instapverlichting
Welkomstverlichting
De verlichting gaat korte tijd branden,
zodat u de auto in het donker gemak‐ kelijk kunt vinden.
Werking van afstandsbedienin

Page 108 of 219

OPEL VIVARO B 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 106KlimaatregelingKlimaatregelingKlimaatregelsystemen...............106
Verwarmings- en ventilatiesysteem ....................106
Airconditioning ......................... 107
Elektronisch klimaatrege

Page 109 of 219

OPEL VIVARO B 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling107●Verwarming achterruit  Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters openen naar wens en op de zijruiten rich‐ten.
● Voor gelijktijdig verwarmen van de voetenruimte, lucht

Page 110 of 219

OPEL VIVARO B 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 108Klimaatregelinger koude lucht naartoe stroomt. Als de
voorruit aan de buitenkant aandampt, schakel dan de voorruitenwisser in en
gebruik de luchtverdeelstanden  J en
V  niet.
Maximale koeling
Ruite

Page 111 of 219

OPEL VIVARO B 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling109Automatische modus AUTOBasisinstelling voor maximaal com‐
fort:
● Ventilator inschakelen.
● Druk op  AUTO; luchtdebiet,
luchtverdeling en luchtrecircula‐ tie worden automatis

Page 112 of 219

OPEL VIVARO B 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 110KlimaatregelingKoeling A/C
Het airconditioningssysteem koelt en
ontvochtigt (droogt) de lucht vanaf
een bepaalde buitentemperatuur. Er
kan zich dan condens vormen en on‐
der de auto op de grond d