Page 49 of 203

Stoelen, veiligheidssystemen47IL:geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐seel'. Het ISOFIX -veiligheidssysteem moet voor het specifieke voertuigtype zijn goedgekeurd (raadpleeg de voer‐
tuigtypelijst van het kinderveiligheidssysteem)IUF:geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
deze gewichtsklasseX:geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse1:alleen van toepassing op buitenste zitplaats aan passagierszijde achterin met stoel in de voorste stand en recht‐
opstaande rugleuning.
Let op
Zet de bestuurders- en/of passagiersstoel naar voren en zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop om er zeker van te zijn dat het kinderveiligheidssysteem geen hinder ondervindt van de rugleuning van de voorstoel.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kgF - ISO/L1:in de dwarsrichting met hoofd naar links gericht kinderveiligheidssysteem (reiswieg) voor kleinere kin‐ deren in de gewichtsklasse tot 10 kgG - ISO/L2:in de dwarsrichting met hoofd naar rechts gericht kinderveiligheidssysteem (reiswieg) voor kleinere
kinderen in de gewichtsklasse tot 10 kg.
Page 50 of 203

48Stoelen, veiligheidssystemenISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
ISOFIX-bevestigingsbeugels op de
achterbank worden aangeduid door
het ISOFIX-logo op de rugleuning.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter 3 31.
Volg de gebruiksaanwijzing van het
kinderzitje om de Top Tether door te
voeren, vast te maken en aan te trek‐ ken.
Top-Tether-
bevestigingsogen
De auto heeft twee bevestigingsogen
op de rugleuning van de achterbank.
Top-tether-bevestigingsogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.Aanvullend op de ISOFIX bevestiging
zet u de Top-tether -band vast aan de
Top-tether-bevestigingsogen.
Volg de gebruiksaanwijzing van het
kinderzitje om de Top Tether door te
voeren, vast te maken en aan te trek‐
ken.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter 3 31.
Page 51 of 203

Opbergen49OpbergenOpbergruimten............................. 49
Opbergvakken ........................... 49
Handschoenenkastje .................49
Bekerhouders ............................ 49
Opbergvak middenconsole ........50
Bagageruimte .............................. 50
Bagageruimte-afdekking ...........52
Vloerplaat bagageruimte ...........53
Gevarendriehoek .......................53
Verbanddoos ............................. 54
Beladingsinformatie .....................54Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Handschoenenkastje
Open de klep van het handschoenen‐
kastje door aan de hendel te trekken.
Het handschoenenkastje bevat een
adapter voor de wielborgbouten.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console.
Page 52 of 203
50OpbergenOpbergvak middenconsole
Het opbergvak wordt gebruikt voor
kleine voorwerpen.
Bagageruimte
Bagageruimte vergrotenVoorzichtig
Klap eerst de achterbankzitting
omhoog voordat u de rugleuning
van de achterbank neerklapt.
Doet u dit niet, dan kan de achter‐ bank beschadigd raken.
Let op
Om voldoende ruimte te hebben
voor handelingen aan de achter‐
bankzittingen, schuift u de voorstoel
naar voren en zet u de rugleuning
van de voorstoel rechtop.
1. Trek aan de voorkant van de ach‐
terbankzitting om deze los te ma‐
ken.
2. Zet de achterkant van de achter‐ bankzitting rechtop.
3. Verwijder de hoofdsteunen van de achterbank 3 31.
Page 53 of 203

Opbergen51
4. Trek aan de ontgrendelknop bo‐ven op de rugleuning van de ach‐
terbank.
5. Klap de rugleuning neer en plaats
de hoofdsteunen van de achter‐
bank in de houders.
6. Steek de gordels van de buitenste
zitplaatsen in de gordelgeleiders.
7. Stel de voorstoelen in de gewen‐ ste positie.
Rugleuning terugzetten in de oor‐
spronkelijke stand:
1. Klap de rugleuning omhoog en trek de veiligheidsgordels uit de
gordelgeleiders. Druk de rugleu‐
ning stevig op zijn plaats.
9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
nalaten hiervan kan lichamelijk let‐ sel of schade aan de bagage of deauto tot gevolg hebben bij krachtigremmen of een botsing.
Controleer of de veiligheidsgor‐
dels niet klem raken door de ver‐
ankering.
2. Plaats de hoofdsteunen achter te‐
rug.
3. Plaats de achterkant van het zit‐ kussen terug in de oorspronke‐
lijke stand.
Let op
Voorkom dat de veiligheidsgordels
verdraaid raken of onder de stoelzit‐ ting komen.
4. Druk het voorste deel van het zit‐ kussen stevig naar beneden tot
het vergrendelt.
Page 54 of 203

52OpbergenDe veiligheidsgordel achter in het
midden kan blokkeren wanneer u de
rugleuning omhoog trekt. Als dat ge‐
beurt, laat de gordelband dan hele‐
maal terugrollen en begin opnieuw.
Als de veiligheidsgordel nog steeds
geblokkeerd is, klap dan het zitting‐
kussen neer en probeer het nog‐
maals.
Als u de zitting van de achterbank
weer terug wilt plaatsen, zet dan de
achterzijde van de zitting in zijn oor‐
spronkelijke stand en zorg ervoor dat
de lussen van de veiligheidsgordel
niet gedraaid of onder de zitting ge‐
klemd zijn; druk vervolgens de voor‐
zijde van de zitting stevig naar bene‐ den totdat deze vergrendelt.Voorzichtig
Zet de veiligheidsgordel en ges‐
pen tussen de rugleuning en één van de kussens bij het terugklap‐
pen van de rugleuning van de ach‐
terbank. Let erop dat de gordels
en de gespen niet onder een ach‐
terbankkussen klem komen te zit‐
ten.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgor‐ dels niet gedraaid of beklemd ra‐
ken in de rugleuning en in hun
juiste positie geplaatst zijn.
Om de achterbankzitting te verwijde‐
ren, drukt u de scharnieren in de rich‐ ting van de pijl.
Bagageruimte-afdekking
Leg geen zware voorwerpen op de
afdekking.
Demonteren
Maak de ophangkoorden los uit de
achterklep.
Til de afdekking achteraan op en duw
deze vooraan omhoog.
Verwijder het deksel.
Opbergen
Wanneer de bagageruimte vol gela‐
den is, de bagageruimte-afdekking op de achterbank opbergen of uit de autoverwijderen.
Page 55 of 203
Opbergen53Vastmaken
Steek de afdekking in de zijgeleiders
en klap deze omlaag. Haak de op‐ hangkoorden aan de achterklep.
Vloerplaat bagageruimte
Til de vloerplaat van de bagageruimte op om bij de bandenreparatieset, het
boordgereedschap en de gevaren‐
driehoek te komen.
Bij uitvoeringen met een reservewiel
bevindt het reservewiel zich samen
met het andere boordgereedschap
onder de vloerplaat van de bagage‐
ruimte.
Gereedschap 3 152.
Algemene tip9 Waarschuwing
Berg omwille van de veiligheid alle
onderdelen in de bagageruimte op hun plek op en rijd altijd met ge‐
sloten afdekking laadruimte en, zo mogelijk, met omhoog geklapte
rugleuningen.
Anders kunnen de inzittenden bij
krachtig remmen, plotseling af‐
slaan of een ongeval letsel door
rondslingerende voorwerpen op‐
lopen.
Gevarendriehoek
Auto's met reservewiel
Berg de gevarendriehoek op in de ba‐ gageruimte.
Page 56 of 203
54OpbergenAuto’s met bandenreparatieset
Berg de gevarendriehoek op in de ge‐reedschapskoffer van de auto onder
de vloerplaat in de bagageruimte.
Verbanddoos
Berg de verbandtrommel op in het op‐ bergvak in de bagageruimte.
Beladingsinformatie
● Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Controleren of de rugleu‐
ningen naar behoren zijn ver‐
grendeld. Bij stapelbare voorwer‐
pen de zwaarste voorwerpen on‐ derop leggen.
● Losse voorwerpen in de bagage‐
ruimte vastzetten om glijden te‐
gen te gaan.
● Bij het vervoeren van voorwer‐ pen in de bagageruimte mogen
de rugleuningen van de achter‐
bank niet schuin naar voren ge‐
klapt zijn.
● Bagage niet boven de rugleunin‐ gen laten uitsteken.
● Leg niets op de bagageruimte-af‐
dekking of op het instrumenten‐
paneel en dek de sensor boven
op het instrumentenpaneel niet
af.