2016.5 OPEL KARL Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 121 of 203

OPEL KARL 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening119
Het controlelampje k brandt.
Wanneer TC wordt gedeactiveerd,
blijft ESC actief.
U kunt de TC weer activeren door
nogmaals op  t te drukken.
De TC wordt ook opnieuw geacti‐
vee

Page 122 of 203

OPEL KARL 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 120Rijden en bedieningU kunt de ESC weer activeren doornogmaals op  t te drukken. Als het
TC-systeem eerder uitgeschakeld
was, worden zowel TC als ESC op‐
nieuw geactiveerd.  k en  t doven
wanneer T

Page 123 of 203

OPEL KARL 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening121Storing
In geval van een storing in het sys‐
teem brandt het controlelampje  c.
Boordinformatie  3 79.
Bestuurdersondersteu‐
ningssystemen9 Waarschuwing
Bestuurdersondersteun

Page 124 of 203

OPEL KARL 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 122Rijden en bedieningInschakelen
Druk op m; controlelamp  m in de in‐
strumentengroep brandt wit.
Inschakelen
Accelereer tot de gewenste snelheid en draai het stelwiel naar  SET/-, de
huidige snelh

Page 125 of 203

OPEL KARL 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening123Uitschakelen
Druk op  m; controlelampje  m in de in‐
strumentengroep dooft. De opslagen
snelheid wordt gewist.
Via  L voor het activeren van de snel‐
heidsbegrenzer of het ui

Page 126 of 203

OPEL KARL 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 124Rijden en bedieningIn noodgevallen is het mogelijk de
snelheidslimiet te overschrijden door
het gaspedaal stevig in te trappen, tot
bijna tegen de aanslag.
Gaspedaal loslaten en de functie
snelheid

Page 127 of 203

OPEL KARL 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening125Melding
Het systeem waarschuwt de bestuur‐
der tegen mogelijk gevaarlijke obsta‐
kels achter de auto. De geluidssigna‐
len volgen elkaar sneller op naarmate de afstand tot

Page 128 of 203

OPEL KARL 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 126Rijden en bedieningDe criteria voor een onbedoelde ver‐andering van rijstrook zijn:
● Geen bediening van de richting‐ aanwijzers.
● Geen bediening van het rempe‐ daal.
● Geen bediening