Page 153 of 176
04
151
Ion_nl_Chap11b_RDE2_ed01-2014
TELEFONEREN
OphangenIn het contextmenu:
-
selecteer "Doorschakelfunctie"
aan om het gesprek via de telefoon
voort te zetten.
-
selecteer "Doorschakelfunctie"
uit om het gesprek via de auto
voort te zetten.
In het contextmenu:
-
selecteer "Micro OFF" om de
microfoon uit te schakelen.
-
selecteer "Micro OFF" uit om de
microfoon weer in te schakelen.
In sommige gevallen moet u deze doorschakelfunctie via
de telefoon kiezen.
Als het contact is afgezet, wordt de Bluetooth-verbinding
automatisch weer tot stand gebracht als het contact weer wordt
aangezet
(afhankelijk van de specificaties van de telefoon).
Gesprekken beheren
U kunt ook de toets SRC/TEL even
ingedrukt houden om het gesprek te
beëindigen. Selecteer in het contextmenu
"Ophangen" om het gesprek te
beëindigen.Privégesprek
(de gesprekspartner kan niet meeluisteren)
Doorschakelfunctie(om de auto te kunnen verlaten zonder het gesprek te onderbreken)
Page 154 of 176
05
152
Ion_nl_Chap11b_RDE2_ed01-2014
Druk op ¯ om het menu met de audio-
instellingen op te vragen.
Druk op ¯ om de volgende instelling
op te vragen.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
-
AMBIANCE : BASS,
TREBLE en LOUDNESS.
-
BALANCE (balans links/rechts), F
ADER (balans voor/achter).
-
GELUIDSVERDELING (bestuurder of passagier).
-
AUT
OMATISCHE VOLUMEREGELING. De verdeling van het geluid is een audio-instelling die zorgt voor een
optimale geluidsweergave afgestemd op het aantal inzittenden in de
auto.
De audio-instellingen AMBIANCE, TREBLE en BASS zijn
gescheiden instellingen, die u voor elke geluidsbron apart kunt
verrichten.
AUDIO-INSTELLINGEN
Page 155 of 176
06
153
Ion_nl_Chap11b_RDE2_ed01-2014
Weergave en taal instellen
Selecteer "Systeem" om het systeem te updaten.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk voor meer
informatie.
Selecteer "Taal" om de taal te wijzigen. Druk op MENU en selecteer
"Instelling"
.
Selecteer "Weergave" om het scrollen door de tekst
in- of uit te schakelen. Selecteer "Versie"
om informatie over de software
op te vragen.
CONFIGURATIE
Page 156 of 176
07
154
Ion_nl_Chap11b_RDE2_ed01-2014
MENUSTRUCTUUR/MENUSTRUCTUREN DISPLAY(S)
1
2
2
2
2
1
2
2
2
1
2
2
2
2
3
3
1
2
2
4
4
4
1
2
3
2
3
3
3
3
3
3
3
2
2
3
3
3
MENURadio
TA
RDS
TXT
Invoer freq.
Media
Normaal
Random
Alle random Telefoon
Bellen
Herhaling
TA Status telefoonDirectory
Oproep info
Bluetooth
Bluetooth beheer
Zoeken Gemiste oproepen
Gekozen nummers
Ontvangen oproepen
Instelling
Weergave
Scrolling
Taal Deutsch
English
Español
Français
Italiano
Nederlands
Português
Versie
System Português-Brasil
Русский
Türkçe
Page 157 of 176

155
Ion_nl_Chap11b_RDE2_ed01-2014
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORD OPLOSSING
Er is een verschil
in geluidskwaliteit
tussen de verschillende
geluidsbronnen
(radio, CD...). Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een ander\
e
geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar\
zijn.
Controleer of de audio-instellingen (bassen, hoge
tonen, klankkleur, loudness) zijn afgestemd op de
verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de
audio-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A,
balans L-R) in de middelste stand te zetten, de
klankkleur te selecteren en de functie Loudness
in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is
geselecteerd en in de stand "Inactief" te zetten als
de radio is geselecteerd.
Bij het veranderen van
de bassen en hoge
tonen wordt de gekozen
klankkleur uitgeschakeld.
Bij het veranderen van
de klankkleur worden de
bassen en de hoge tonen
op 0
gezet. De klankkleur is gekoppeld aan de bassen en hoge tonen. Het is niet
mogelijk dit afzonderlijk van elkaar in te stellen, behalve als u een ei\
gen
klankkleur hebt ingesteld.
Stel de bassen en hoge tonen of de klankkleur
naar eigen wens in.
Bij het veranderen
van de balans wordt
de geluidsverdeling
uitgeschakeld. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling naar
eigen wens.
In de volgende tabellen vindt u een antwoord op veelgestelde vragen.
Page 158 of 176

156
Ion_nl_Chap11b_RDE2_ed01-2014
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORD OPLOSSING
De ontvangstkwaliteit
van de beluisterde
radiozender neemt
geleidelijk af of de
voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geen
geluid, 87,5
Mhz wordt
weergegeven...). De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostati\
on
of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt\
.
Activeer de functie RDS om het systeem te laten
controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.)
veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is
ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraa\
t
of parkeergarage). Laat de antenne controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Het geluid van de radio
valt 1
tot 2 seconden
weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een
eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station.
Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich
te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
De functie TA
(verkeersinformatie) is
ingeschakeld, maar ik krijg
geen verkeersinformatie
te horen. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale
netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie
uitzendt.
De voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geen
geluid, 87,5
Mhz wordt
weergegeven...). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets SRC/TEL om het
golfbereik (FM1
of FM2) te vinden waarin de
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
Page 159 of 176

157
Ion_nl_Chap11b_RDE2_ed01-2014
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORD OPLOSSING
De CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen, \
bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de
autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de
autoradio wordt herkend. -
Controleer of de CD met de juiste zijde
boven in de speler is geplaatst.
-
Controleer de staat van de CD: de CD kan
niet worden gelezen als deze te veel is
beschadigd.
-
Controleer de inhoud van de CD als deze
zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het
hoofdstuk Audio.
-
De CD-speler van de autoradio kan geen
DVD's afspelen.
-
De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te
laten afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, klankkleur) zijn niet op de\
CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op
0, zonder een klankkleurte selecteren.
De Bluetooth-verbinding
wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag.
Laad de batterij van de randapparatuur op.
Op het display wordt
de melding "Storing
USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet
herkend" weergegeven. De USB-stick wordt niet herkend.
Gebruik uitsluitend USB-sticks met het formaat
F
AT32 (Files Allocation Table 28 bits).
Een telefoon wordt
automatisch aangesloten
als een verbinding met
een andere telefoon
wordt verbroken. Automatisch verbinding maken heeft voorrang op handmatig verbinding
maken.
Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
Page 160 of 176

158
Ion_nl_Chap11b_RDE2_ed01-2014
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORD OPLOSSING
De iPod wordt bij het
aansluiten op de
USB-aansluiting niet
herkend. De iPod is niet compatibel met de USB-aansluiting.
De harde schijf of andere
randapparatuur wordt
bij het aansluiten op de
USB-aansluiting niet
herkend. Sommige schijven en randapparatuur hebben meer stroom nodig dan de
voeding die de radio levert.
Sluit de randapparatuur op het 230V- stopcontact, de
12V-aansluiting of een externe voedingsbron aan.
Let op: controleer of de randapparatuur zelf
geen signaal van meer dan 5V afgeeft (kans op
schade).
Tijdens streaming audio
wordt het geluid tijdelijk
onderbroken. Sommige telefoons geven voorrang aan de handsfree-signaalverbinding. Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor een
betere weergave van de streaming-audio.
Bij het afspelen tijdens
"Alles random" worden
sommige nummers
overgeslagen. De functie "Alles random" kan maximaal 999
nummers lezen.
Na het afzetten van
de motor wordt de
radio na enkele
minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoesta\
nd
van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de
autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt. Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het
audiosysteem is
oververhit" verschijnt op
het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler
uitschakelt. Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om
het systeem te laten afkoelen.