.
.
Richtingaanwijzers 56
Automatisch inschakelen van de remlichten
5
6
Alarmknipperlichten
5
6
Claxon
57
Urgence-oproep of Assistance-oproep
5
7
Bandenspanningscontrolesysteem
58
Hulpsystemen bij het remmen
62
S
tabiliteitscontrolesystemen
64
Veiligheidsgordels
65
Airbags
68
Veiligheid
Kinderzitjes 7 2
Uitschakelen van de airbag
vóór aan passagierszijde
7
5
ISOFIX-kinderzitjes
81
Kinderslot
8
4
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Laden van de tractiebatterij 8 5
12V- ac c u
93
Bandenreparatieset
97
Wiel verwisselen
1
01
Sneeuwkettingen
105
Een lamp vervangen
1
06
Zekeringen vervangen
1
14
Ruitenwisserblad vervangen
1
19
Slepen van de auto
1
19
Aanwijzingen voor het wassen
1
20
Accessoires
120
Praktische informatie
Voor klep 12 3
Ruimte onder de voorklep
1
24
Achtercompartiment
125
Niveaus controleren
1
26
Controles
128
Onderhoud
Motortype en tractiebatterij 1 29
G ewic hten
13 0
Afmetingen
131
Identificatie 132
Technische gegevens
Urgence-oproep of Assistance-oproep 1 33
Autoradio/Bluetooth
135
Audio en telematica
Visuele index Index
Inhoud
7
Ion_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
Cockpit
1. Stuur-/contactslot.
2. R uitenwisserschakelaar.
3.
Voorruitontwaseming.
4.
D
ashboardkastje.
S
chakelaar passagiersairbag.
5.
H
endel voorklep.
6.
Parkeerrem.
7.
Selectiehendel.
8.
12V-aansluiting.
9.
B
ediening verwarming / airconditioning.
10.
N
oodoproep of hulpoproep.
11.
S
chakelaar alarmknipperlichten.
12 .
M
iddelste ventilatieroosters.
13.
Autoradio.
.
Overzicht
11
Ion_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Controlelampjes ingeschakelde functies
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links Knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts Knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
AlarmknipperlichtenKnippert, met
geluidssignaal.De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het
dashboard is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende controlelampjes knipperen tegelijkertijd.
Parkeerlicht en/
of dimlicht Brandt constant.
Het parkeerlicht en/of het dimlicht is
ingeschakeld.
Mistlampen vóór Brandt constant. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlicht Brandt constant. Het mistachterlicht is ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om het mistachterlicht uit
te schakelen.
Grootlicht
Brandt constant. De lichtschakelaar is naar u toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
De volgende lampjes op het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
1
Controle tijdens het rijden
56
Ion_nl_Chap06_securite_ed01-2014
Richtingaanwijzers
Gebruik de richtingaanwijzers om een
verandering van rijrichting of rijstrook aan te
geven.
F
L
inks: duw de hendel helemaal omlaag, tot
voorbij de weerstand.
F
R
echts: duw de hendel helemaal omhoog,
tot voorbij de weerstand.
Automatisch
inschakelen van de
remlichten
De remlichten gaan automatisch branden zodra
u het gaspedaal loslaat.
Dit gebeurt niet altijd: het is afhankelijk van de
mate van deceleratie.
Alarmknipperlichten
Gebruik de alarmknipperlichten om het overige
verkeer te waarschuwen in het geval van file,
pech, slepen of een ongeval.
F
D
ruk deze knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Veiligheid
119
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Slepen van de autoHandelwijze bij het slepen van uw auto met behulp van een sleepstang.
Slepen van uw auto
Het sleepoog is onder de voorbumper aan het
chassis gelast.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
tart de auto (lampje "Ready" brandt).
F
Z
et de selectiehendel in de stand N .
F
Z
et de parkeerrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van uw
auto in.
F
L
aat de auto slepen met een snelheid van
maximaal 30
km/h en over een afstand
van hoogstens 30
km. Gebruik voor het slepen van de auto
met 4
wielen op de grond altijd een
sleepstang.
Gebruik voor het slepen van de auto
op 2
wielen altijd professionele
sleep-/takelapparatuur.
Als deze aanwijzingen genegeerd
worden, bestaat er kans op ernstige
schade aan het remsysteem en/of de
elektromotor.
Ruitenwisserblad
vervangen
Demonteren van een
wisserblad vóór of achter
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F V erwijder het wisserblad door het naar
buiten te schuiven.
Monteren van een
wisserblad vóór of achter
F Houd het nieuwe wisserblad op zijn plaats en bevestig het.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Slepen van een andere
auto
Uw auto mag nooit gebruikt worden om
een andere auto te slepen.
8
Praktische informatie
120
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het
PEUGEOT-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een
artikelnummer en beschikken over de garantie van PEUGEOT.
Ombouwsets
Het is mogelijk om sets te bestellen genaamd
"Entreprise" voor het ombouwen van een
bedrijfsauto naar een personenauto en
omgekeerd.
"Comfort":
zwarte armleuning, leeslampje, koelboxen,
parkeerhulp achter, aansteker, asbak met
steun, kledinghanger op hoofdsteun...
"Transportmiddelen":
bak bagageruimte, mat bagageruimte,
bagage-afdekscherm, stutten...
"Veiligheid":
alarminstallatie, antidiefstalbouten, kinderzitjes,
alcoholtester, gevarendriehoek, veiligheidsvest,
verbanddoos, sneeuwkettingen,
sneeuwsokken, kooi voor huisdier,
veiligheidsgordel voor huisdier...
Aanwijzingen voor
het wassen
Gebruik, om schade aan de elektrische
componenten te voorkomen, geen
hogedrukspuit:
-
i
n de ruimte onder de voorklep,
-
o
nder de auto.
Gebruik bij het wassen van de auto
geen spuitdruk van meer dan 80
bar.
Controleer voor het wassen van de
auto altijd of de afdekkappen van de
laadaansluitingen (snel en gewoon
laden) en de klepjes goed gesloten zijn. Was de auto niet tijdens het opladen
van de tractiebatterij.
Praktische informatie
134
Ion_nl_Chap11a_BTA_ed01-2014
URGENCE-OPROEP OF A SSISTANCE - OPROEP
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op
deze toets. Het knipperen van het groene ledlampje en
een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de
alarmcentrale "Peugeot Connect SOS" is verstuurd*.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de v\
erbinding
tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Bij het aanzetten van het contact, gaat het
groene lampje 3 seconden branden. Dit duidt
op een goede werking van het systeem.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannule\
erd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht. Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto.
Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep is verstuurd**.Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep geannuleer\
d. Het
groene ledlampje dooft. De annulering wordt bevestigd met een gesproken \
bericht.
Om een oproep te annuleren kunt u ook de alarmcentrale "Peugeot Connect \
SOS"
melden dat de oproep per vergissing werd verstuurd.
De alarmcentrale "Peugeot Connect SOS" lokaliseert onmiddellijk uw
auto, neemt in uw landstaal contact met u op** en roept indien nodig de \
hulp in van de bevoegde hulpdiensten**. In landen waar de alarmcentrale \
niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweiger\
d,
wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten (112), zonder
lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van
de airbags, automatisch een noodoproep gedaan. Het oranje lampje knippert: er is een storing
in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: de
noodbatterij moet vervangen worden.
Raadpleeg in beide gevallen het
PEUGEOT-netwerk.
Wanneer u uw auto buiten het PEUGEOT-netwerk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten
controleren
en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het
systeem
laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de diensten
PEUGEOT CONNECT, behoudt de constructeur zich het recht voor om op
elk willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te wijzigen.
*
Afhankelijk van de algemene gebruiksvoorwaarden, die u bij uw verkooppun\
t
kunt opvragen, en de technische beperkingen van het systeem.
**
Afhankelijk
van de geografische dekking van "Peugeot Connect SOS"
en
"Peugeot Connect
Assistance"
en van de officiële landstaal die door
de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem werkzaam is en de lijst van
beschikbare diensten PEUGEOT
CONNECT kunt u bij uw verkooppunt
opvragen of op www.peugeot.nl bekijken.
Peugeot Connect SOS
Peugeot Connect Electric
Als u geabonneerd bent op PEUGEOT Electric, dan beschikt u over extra
services via uw persoonlijke pagina MyPeugeot van de internetsite van
PEUGEOT voor uw land; ga hiervoor naar www.peugeot.com.
Peugeot Connect Assistance
Werking van het systeem
162
Ion_nl_Chap12_recherche-visuelle_ed01-2014
Cockpit (vervolg)
Lichtschakelaar 51-53
Richtingaanwijzers 56
Automatisch inschakelen van de remlichten
5
6
Instrumentenpaneel
9
Controlelampjes
10-17
Indicatoren
18-23
-
energievoorraadindicator
-
verbruiks-/
energieopwekkingsindicator
-
snelheidsmeter
-
kilometerteller
-
dagteller
-
d
immer dashboardverlichting
-
onderhoudsindicator
-
actieradiusindicator
Claxon
5
6Alarmknipperlichten
56
Ruitenwisserschakelaar
54
Contactslot, starten/stoppen
4
7
Buitenspiegels
35 Noodoproep of
hulpoproep
5
7, 13 3 -13 4
Koplamphoogteverstelling
53
Visuele index