Page 55 of 176

53
Ion_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Dagrijverlichting
Specifieke verlichting voor overdag, waardoor
de auto extra goed zichtbaar is.
De dagrijverlichting gaat automatisch branden
zodra u de motor start en er geen andere
verlichting is ingeschakeld.
Deze verlichting kan niet uitgeschakeld worden.Automatische verlichting
Als de ring in de stand AUTO staat, wordt
het parkeerlicht en het dimlicht automatisch
ingeschakeld als de lichtsterkte van de
omgeving onvoldoende is.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is.
De sensor bevindt zich aan de onderzijde van
de voorruit.
Automatische verlichting
Automatisch uitschakelen
Als de lichtschakelaar in de stand "AUTO"
staat, ter wijl het contact in de stand "LOCK"
of "ACC" staat of als de sleutel uit het contact
wordt ver wijderd, wordt de verlichting
automatisch uitgeschakeld wanneer het
bestuurdersportier wordt geopend .Stand "0"
basisinstelling.
Koplampen
verstellen
Verstel de koplampen met halogeenlampen
afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen.
0.
A
lleen bestuurder of bestuurder +
1
passagier voorin.
1
of 2.
4
personen (inclusief bestuurder).
3.
4
personen (inclusief bestuurder) +
maximaal toegestane belading.
4.
Bes
tuurder + maximaal toegestane
belading.
De dagrijverlichting bevindt zich in
dezelfde behuizing als die van de
mistlampen vóór, maar voor deze
verlichting worden wel speciale
gloeilampen gebruikt.
Het gebruik van dagrijverlichting is in de
wegenverkeerswet omschreven.
Bij mist of sneeuwval kan de lichtsensor
voldoende licht waarnemen en zullen
de lichten niet automatisch worden
ingeschakeld.
Dek de lichtsensor niet af, de
bijbehorende functies worden dan niet
meer bediend.
5
Zicht
Page 87 of 176

85
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Laden van de tractiebatterij
F Trek aan de hendel 1 aan de linkerzijde
onder het dashboard om het klepje van
de aansluiting voor het normaal laden
(rechterzijde van de auto) te openen.
Normaal laden
Alvorens u de laadstekker aansluit, dient
u te controleren of het stopcontact dat u
wilt gebruiken conform is* en geschikt is
voor een stroomsterkte van 8
A.
Controleer met name of de kwaliteit van
het stopcontact voldoende is.
Er bestaan stopcontacten die speciaal
zijn ontwikkeld voor het opladen van
elektrische voertuigen.
Het is in alle gevallen verplicht uw
installatie vooraf en vervolgens
periodiek door een specialist te laten
controleren.
Er zijn twee mogelijkheden voor het opladen:
normaal of snel.
Het normaal laden verdient de voorkeur; dit
kunt u doen via een stopcontact bij u thuis.
Voor het snelladen is een speciale
voedingsbron nodig.
F
Z
et de selectiehendel in stand P en trek de
parkeerrem stevig aan.
F
S
chakel alle verbruikers uit en zet het
contact van uw auto in de stand "LOCK" .
Gebruik uitsluitend een originele
laadkabel van PEUGEOT.
Als de buitenluchttemperatuur lager
is dan -25°C, is het laden wellicht niet
mogelijk.
F
N
eem de kabel uit het meegeleverde
tasje. Deze kabel heeft een
speciale stekkeraansluiting met een
controlepaneeltje.
F
S
teek het ene uiteinde van de laadkabel
in een stopcontact dat aan de gestelde
eisen voldoet. Tijdens het aansluiten gaan
de 3
verklikkerlampjes POWER, FA U LT
en CHARGING op het controlepaneel een
ogenblik gelijktijdig branden. Vervolgens
blijft alleen het groene verklikkerlampje
POWER branden.
Gebruik geen verlengkabels,
stekkerblokken, adapters
of programmeerbare
apparatuur.
* (Bijvoorbeeld voor Frankrijk: norm NF C 15 -100). Als de laadkabel of het controlepaneel
beschadigd is, gebruik deze dan niet.
Neem in dat geval of bij twijfel contact
op met het PEUGEOT-netwerk om de
desbetreffende onderdelen eventueel te
laten vervangen.
In de meeste Europese landen
is PEUGEOT een samenwerking
aangegaan met professionele bedrijven
die uw elektrische installatie kunnen
controleren. Neem voor meer informatie
contact op met het PEUGEOT-netwerk.
8
Praktische informatie
Page 93 of 176
91
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Controleer of het snellaadapparaat met
de kabel geschikt is voor uw auto.F
D
ruk de borglip 4 opzij om de afdekkap te
openen.
F
C
ontroleer of er geen vuil of vreemde delen
in de stekkeraansluiting zitten.
Snelladen*
F Zet de selectiehendel in stand P en trek de parkeerrem stevig aan.
F
S
chakel alle verbruikers uit en zet het
contact van uw auto in de stand "LOCK" .
F
T
rek aan de hendel 3 aan de linkerzijde
onder de bestuurdersstoel om het klepje
van de snellaadaansluiting (linkerzijde van
de auto) te openen. Raak de metalen uiteinden van de
beide stekkers van de kabel niet aan.
Anders bestaat de kans op elektrocutie
en/of storingen door schade.F
S
luit de laadkabel op de aansluiting in de
auto aan volgens de gebruiksaanwijzing
van het snellaadapparaat.
* Volgens uitvoering.
8
Praktische informatie
Page 116 of 176

114
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringen vervangen
De speciale tang voor het ver wijderen van
zekeringen is bevestigd aan de binnenzijde
van het deksel van de zekeringkast in het
dashboard (links).
Toegang:
F
K
lik het deksel los en trek het in zijn geheel
naar u toe.
F
N
eem de zekeringentang los.
Toegang tot het gereedschap
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst
de oorzaak van de storing op te sporen en te
(laten) verhelpen.
F
C
ontroleer of het contact in de stand
" LOCK " staat.
F
T
raceer de defecte zekering door de
geleidende draad te bekijken.
Vervangen van een zekering
Goed Defect
F
G
ebruik de speciale tang om de zekering
uit de houder te nemen.
F
V
ervang een zekering altijd door een
zekering met dezelfde stroomsterkte.
F
C
ontroleer of het getal op de zekeringkast
en de stroomsterkte op de zekering
overeenkomen met de waarden in de
onderstaande tabel. PEUGEOT is niet verantwoordelijk
voor kosten die voortvloeien
uit het verhelpen van storingen
veroorzaakt door het monteren van
extra accessoires die niet door haar
aanbevolen en geleverd worden of
door voorzieningen die niet volgens
de voorschriften van PEUGEOT zijn
gemonteerd. Dit geldt met name voor
apparatuur met een stroomverbruik van
meer dan 10
milliampère.
Bij het ontwerp van het elektrische
circuit van uw auto is reeds rekening
gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voordat
u andere elektrische voorzieningen of
accessoires in de auto monteert of laat
monteren.
Praktische informatie