Page 65 of 193

63
Bipper_nl_Chap03_pret-a-partir_ed02-2014
Uitschakelen
Als u geen concessies wilt doen aan
het thermische comfort, kunt u het
Stop & Start-systeem uitschakelen,
zodat de airconditioning continu blijft
werken. Het systeem behoudt na het starten
van de motor met de sleutel dezelfde
status (ingeschakeld of uitgeschakeld)
als voordat de motor werd afgezet.
U kunt dit systeem op elk willekeurig
moment uitschakelen door de toets "S -
OFF" in te drukken.
Het verklikkerlampje in de toets gaat
branden en er verschijnt een bericht op het
display van het instrumentenpaneel.
Als u het systeem met de motor in de
STOP-stand uitschakelt, dan wordt de
motor direct weer gestart.
Storing Onderhoud
Bij een storing in het Stop &
Start-systeem wordt het systeem
uitgeschakeld, gaan deze
verklikkerlampjes branden op
het instrumentenpaneel en wordt
er een melding weergegeven
op het display van het
instrumentenpaneel.
l
aat het systeem controleren door
het P
e
UG
e OT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als er in de STOP-stand een storing zou
optreden, kan de motor gestart worden
door het koppelingspedaal volledig in te
trappen of door de selectiehendel in de
neutraalstand te zetten. Zet het contact altijd met de sleutel
af als u handelingen onder de
motorkap wilt verrichten, om letsel door het
automatisch activeren van de START-stand
te voorkomen.
Dit systeem heeft specifieke kenmerken
en maakt gebruik van een speciale accu
(raadpleeg voor meer informatie het
P e UG e OT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de door
P e UG e OT voorgeschreven accu's kan
leiden tot storingen in het systeem.
Het Stop & Start-systeem maakt
gebruik van geavanceerde technologie.
l
aat eventuele werkzaamheden uitsluitend
door een officiële P
e UG e OT-dealer
uitvoeren.
Opnieuw inschakelen
Druk nogmaals op de toets "S - OFF".
Het systeem is dan opnieuw actief; het
verklikkerlampje in de toets gaat uit en er
wordt een melding weergegeven op het
display van het instrumentenpaneel.
3
VOORDAT u GAAT RIJDEN
Starten en stoppen
Page 66 of 193
64
Bipper_nl_Chap04_ergonomie_ed02-2014
VOORSTOELEN
Hoofdsteunen
In hoogte verstellen van de hoofdsteun: druk
de nok in en schuif de hoofdsteun omhoog
of omlaag.
De hoofdsteun staat in de juiste stand als
de bovenzijde van de hoofdsteun zich ter
hoogte van de bovenzijde van het hoofd
bevindt.
Maak om de hoofdsteun te verwijderen de
basis van de pen van de hoofdsteun vrij,
druk op de borglip en trek de hoofdsteun
omhoog.
Druk om de hoofdsteun terug te zetten
de borglip in en steek de pennen van de
hoofdsteun recht in de openingen.Ga nooit rijden als de hoofdsteunen
zijn verwijderd. De hoofdsteunen
moeten zijn geplaatst en correct zijn
afgesteld.
Stoelen
Page 67 of 193
65
Bipper_nl_Chap04_ergonomie_ed02-2014
Hoogte van de zitting
De zitting van de bestuurdersstoel is in
hoogte verstelbaar. Hoger zetten: trek de
hendel zo veel keren omhoog als nodig is
om de gewenste stand te verkrijgen.
l
ager zetten: duw de hendel zo veel keren
omlaag als nodig is om de gewenste stand
te verkrijgen.
Verstellen in lengterichting
Schakelaar stoelverwarming
Druk op de schakelaar.
De temperatuur wordt automatisch
geregeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
verwarming uit te schakelen.
Til de beugel van de stoel op en schuif de
stoel naar voren of naar achteren tot de
gewenste stand bereikt is.
Lendensteun
Rugleuningverstelling
Draai aan de knop om de hoek van de
rugleuning te verstellen. Draai aan de knop.
Armsteun
De bestuurdersstoel kan zijn voorzien
van een armsteun aan de zijde van de
middenconsole.
k
lap de armsteun omhoog of omlaag om
de voor u meest comfortabele zitpositie te
verkrijgen.
4
ERGONOMIE en COMFORT
Stoelen
Page 68 of 193

66
Bipper_nl_Chap04_ergonomie_ed02-2014
WEGKLAPBARE PASSAGIERSSTOELTafelstand
Duw op de hoofdsteun om deze in de
laagste stand te zetten.
Duw een van de hendels naar achteren. De
hendels bevinden zich aan weerszijden van
de rugleuning.
l
aat de rugleuning op de zitting zakken,
zodat een tafeltje ontstaat.
Weggeklapte stand
Trek als de rugleuning in de tafelstand is gezet
aan de riem op de achterzijde van de stoel,
terwijl u de neergeklapte rugleuning naar voren
begeleidt in de richting van de vloer.
Terugkeer van de stoel in de normale stand
Trek, om de stoel te ontgrendelen, aan de
riem aan de achterzijde van de stoel.
Til de stoel aan de voor- en achterzijde op
en breng hem vervolgens naar voren om de
stoel in de tafelstand te zetten.
Duw een van de hendels naar achteren.
De hendels bevinden zich aan weerszijden
van de rugleuning. Duw gelijktijdig op de
rugleuning en zet deze vervolgens rechtop.
Druk stevig op de rugleuning om de stoel in
de vloer te vergrendelen.
Zet de hoofdsteun met behulp van de knop
aan de zijkant in de juiste stand.
k
lap de stoel alleen weg als er geen
passagiers op de achterbank zitten.
Zorg er bij het verstellen van de stoel
naar achteren voor dat het schuiven
van de stoel niet wordt verhinderd door
personen of hinderlijke voorwerpen op de
vloer achter de stoel om te voorkomen dat
de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het
schuiven van de stoel meteen als dit het
geval is.
Stoelen
Page 69 of 193

67
Bipper_nl_Chap04_ergonomie_ed02-2014
ACHTERBANK MET NIET-GESCHEIDEN
ZITTING EN RUGLEUNING
Tafelstand
Druk de blokkeerpal in en duw gelijktijdig de
hoofdsteun omlaag om hem in de laagste
stand te zetten.
Ontgrendel de rugleuning door op de
twee knoppen aan de zijkant te drukken. Het
rode vlak wordt zichtbaar.
k
antel de rugleuning op de zitting.
Portefeuillestand
Trek nadat u de rugleuning in de tafelstand
hebt gezet aan de riem in het midden om de
zitting uit de achterste verankeringen te halen.
Zet de zitting helemaal rechtop om hem in
de portefeuillestand vast te zetten.
Verwijderen van de achterbank
Zet wanneer de achterbank in de
portefeuillestand staat de dwarsstang
omlaag om de voorste verankeringen
van de zitting te ontgrendelen.
Til de achterbank op om hem uit de
voorste verankeringen te halen.
Zorg ervoor dat tijdens het rijden de
achterbank goed is vastgezet: bevestig
het ene uiteinde van de rode riem aan
de achterzijde van de zitting aan een van de
pennen van de hoofdsteun vóór en het andere
uiteinde aan de zijkant van de zitting.
4
ERGONOMIE en COMFORT
Stoelen
Page 70 of 193

68
Bipper_nl_Chap04_ergonomie_ed02-2014
Plaatsen van de achterbank
Breng de achterbank in de portefeuillestand
aan in de voorste verankeringspunten.
Zet de achterbank in de tafelstand, de
voorste verankeringen en de achterzijde
van de zitting worden daarbij automatisch
vergrendeld.
Terugzetten in de zitstand
Zet de rugleuning van de achterbank
rechtop.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
niet klem komen te zitten.
Vergrendel de rugleuning door deze zo ver
mogelijk naar achteren te duwen. Het rode
vlak is niet meer zichtbaar.
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen achter zijn afneembaar en
kunnen in twee standen worden gezet:
4 omhoog, om ze te gebruiken.
4 omlaag, als ze niet worden gebruikt.
Trek de hoofdsteun naar voren en kantel
hem gelijktijdig om hem omhoog of omlaag
te zetten.
U kunt de hoofdsteun verwijderen door hem
omhoog te zetten, op de blokkeerpal te
drukken en de hoofdsteun gelijktijdig naar
voren en omhoog te trekken.
Steek om de hoofdsteun te plaatsen de
pennen recht in de openingen.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn afgesteld.
Stoelen
Page 71 of 193

69
Bipper_nl_Chap04_ergonomie_ed02-2014
IN TWEE DELEN NEERKLAPBARE
ACHTERBANK
U kunt het linkerdeel (2/3) en/of het
rechterdeel (1/3) van de achterbank
neerklappen om de bagageruimte te
vergroten.
Tafelstand
Druk de blokkeerpal in en duw gelijktijdig de
hoofdsteun omlaag om hem in de laagste
stand te zetten.
Ontgrendel de rugleuning door aan
de hendel aan de buitenzijde van het
desbetreffende deel te trekken. Het rode
vlak wordt zichtbaar.
k
antel het desbetreffende deel van de
rugleuning op de zitting.
Portefeuillestand
Trek nadat u de rugleuning in de tafelstand
hebt gezet aan de desbetreffende riem om de
zitting uit de achterste verankeringen te halen.
Zet de zitting helemaal rechtop om hem in
de portefeuillestand vast te zetten.
Verwijderen van de achterbank
Zet wanneer de achterbank in de
portefeuillestand staat de desbetreffende
dwarsstang omlaag om de voorste
verankeringen van de zitting te
ontgrendelen.
Til de achterbank op om hem uit de
voorste verankeringen te halen.
Zorg ervoor dat tijdens het rijden de
achterbank goed is vastgezet: bevestig het
ene uiteinde van de rode riem aan de achterzijde
van de zitting aan een van de pennen van de
hoofdsteun vóór en het andere uiteinde aan de
zijkant van de zitting.
4
ERGONOMIE en COMFORT
Stoelen
Page 72 of 193
70
Bipper_nl_Chap04_ergonomie_ed02-2014
Plaatsen van de achterbank
Breng de achterbank in de portefeuillestand
aan in de voorste verankeringspunten.
Zet de achterbank in de tafelstand, de voorste
verankeringen en de achterzijde van de zitting
worden daarbij automatisch vergrendeld.
Terugzetten in de zitstand
Zet de rugleuning van de achterbank rechtop.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet
klem komen te zitten.
Vergrendel de rugleuning door deze zo ver
mogelijk naar achteren te duwen. Het rode
vlak is niet meer zichtbaar.
Herhaal deze handelingen voor het andere
deel van de achterbank.
Stoelen