Page 97 of 233

Instrumenten en bedieningsorganen95
segmenten er gevuld zijn, hoe ho‐
ger het brandstofverbruik. Tegelij‐
kertijd wordt de huidige verbruiks‐
waarde weergegeven.
■ Grootverbruikers De lijst van de
hoogste momenteel ingeschakelde
comfortverbruikers verschijnt in af‐ lopende volgorde. De mogelijke
brandstofbesparing wordt aange‐
geven. Een uitgeschakelde verbrui‐ ker verdwijnt van de lijst en de ver‐
bruikswaarde wordt bijgewerkt.
Incidenteel wordt de achterruitver‐
warming automatisch geactiveerd
om de motor zwaarder te belasten.
In dat geval wordt de achterruitver‐
warming aangeduid als een van de grootste verbruikers, zonder dat de
bestuurder deze heeft geactiveerd.
■ Zuinig rijden : geeft de gemiddelde
verbruiksontwikkeling over een af‐
stand van 50 km weer. Gevulde
segmenten tonen het verbruik in
stappen van 5 km en laten de ge‐ volgen van de terreingesteldheid of
het rijgedrag op het brandstofver‐
bruik zien.
Graphic-Info-Display,
Color-Info-Display
Afhankelijk van de voertuigconfigura‐
tie heeft het voertuig een Graphic-
Info-Display of een Colour-Info-Dis‐
play. Het Info-Display bevindt zich in
het instrumentenpaneel boven het in‐ fotainmentsysteem.
Graphic-Info-Display
Graphic-Info-Display geeft aan: ■ tijd 3 79
■ buitentemperatuur 3 79
■ datum 3 79
Page 98 of 233

96Instrumenten en bedieningsorganen
■ Infotainmentsysteem, zie beschrij‐ving in de handleiding van het Info‐tainmentsysteem
■ persoonlijke instellingen 3 103
Colour-Info-Display
Het Colour-Info-Display geeft in kleur
weer:
■ tijd 3 79
■ buitentemperatuur 3 79
■ datum 3 79
■ Infotainmentsysteem, zie beschrij‐ ving in de handleiding van het Info‐
tainmentsysteem
■ navigatie, zie beschrijving in de handleiding van het Infotainment‐
systeem
■ systeeminstellingen
■ boordinformatie 3 97
■ persoonlijke instellingen 3 103
De getoonde informatie en de weer‐
gave ervan hangen af van de uitvoe‐
ring van de auto en de geselecteerde instellingen.
Menu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de menu's en instellingen.U maakt uw selecties via:
■ de menu's
■ de functietoetsen en de multifuncti‐
onele toets van het infotainment-
systeem
Selecteren met het infotainment-
systeem
Selecteer een functie via de knoppen
van het infotainment-systeem. Het menu van de geselecteerde functie
wordt weergegeven.
U gebruikt de multifunctionele toets
voor het selecteren en bevestigen
van een item.
Page 99 of 233
Instrumenten en bedieningsorganen97
Multifunctionele toets
De multifunctionele toets is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's:
Draaien ■ een menuoptie markeren
■ voor het instellen van een nume‐ rieke waarde of het weergeven vaneen menuoptie
Drukken (op de buitenste ring) ■ de gemarkeerde optie selecteren of
inschakelen
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen
BACK -toets
Druk op de toets om: ■ een menu te verlaten zonder de in‐
stellingen te wijzigen
■ vanuit een submenu naar een ho‐ ger menuniveau terug te keren
■ het laatste teken van een teken‐ reeks te wissenDruk op de knop en houd deze enkele
seconden vast om de gehele invoer te wissen.
Persoonlijke instellingen 3 103.Boordinformatie
Meldingen worden voornamelijk
weergegeven op het Driver Informa‐
tion Center (DIC); in sommige geval‐
len samen met een geluidssignaal.
Druk op de toets SET/CLR, MENU of
draai aan het stelwiel om een bericht te bevestigen.
Page 100 of 233

98Instrumenten en bedieningsorganen
Boordinformatie opMidlevel-display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr.Boordinformatie10Remmen oververhit16Remlicht defect25Richtingaanwijzer linksvoor
defect26Richtingaanwijzer linksachter
defectNr.Boordinformatie27Richtingaanwijzer rechtsvoor
defect28Richtingaanwijzer rechts‐
achter defect53Draai tankdop vast54Water in dieselbrandstoffilterS68Service stuurbekrachtigingS73Service aandrijving op alle
wielenS75Service airconditioningS79Vul motorolie bijS81Service versnellingsbakS82Vervang motorolie binnenkortS84Motorvermogen verminderdS89Onderhoud spoedig128Motorkap open134Parkeerhulpstoring, bumper
reinigenS136Onderhoud aan parkeerhulp
uitvoeren174Accu is bijna leegLet op
"S" betekent "Onderhoud auto spoe‐
dig". Neem meteen contact op met
een werkplaats.
Boordinformatie op het Uplevel- display en Uplevel-Combi-
display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Het display toont teksten over de vol‐
gende onderwerpen:
■ serviceberichten
■ diefstalalarmsysteem
Page 101 of 233

Instrumenten en bedieningsorganen99
■ remmen
■ rijsystemen
■ rijregelsystemen
■ bestuurdersondersteuningssyste‐ men
■ cruise control
■ snelheidsbegrenzer
■ parkeerhulpsystemen
■ verlichting, gloeilamp vervangen
■ adaptief rijlicht (AFL)
■ portieren, ruiten
■ verkeersbordherkenning
■ Lane Departure Warning
■ bagageruimte, kofferdeksel
■ handzender
■ veiligheidsgordels
■ airbagsystemen
■ motor en versnellingsbak
■ bandenspanning
■ roetfilter
■ accustatusGeluidssignalen
Bij het starten van de motor oftijdens het rijden ■ Als het portier of de motorkap open
is.
■ Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
■ Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheid
overschrijdt.
■ Er verschijnt een waarschuwings‐ tekst of waarschuwingscode op hetDriver Information Center.
■ Wanneer de parkeerhulp een ob‐ stakel herkent.
Bij het parkeren van de auto en/ of het openen van hetbestuurdersportier ■ Als de contactsleutel nog in het contactslot steekt.
■ Bij ingeschakelde buitenverlichting.Batterijspanning
Wanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt of waarschuwings code 174 op
het Driver Information Center.
1. Schakel onmiddellijk alle elektri‐ sche verbruikers uit die niet nodigzijn voor een veilige rit, bijv. de
stoelverwarming, achterruitver‐
warming of andere hoofdverbrui‐
kers.
2. Laad de accu op door een tijdje te
rijden of met een oplaadapparaat.
Het waarschuwingsbericht of de
waarschuwingscode verdwijnt nadat
de motor twee keer achter elkaar is
gestart zonder spanningsval.
Als de accu niet kan worden opgela‐
den, moet u de oorzaak van de sto‐
ring in een werkplaats laten verhel‐
pen.
Page 102 of 233
100Instrumenten en bedieningsorganenTripcomputerU selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel 3 92.
Druk op MENU om Informatiemenu
dagteller/brandst. te selecteren of se‐
lecteer W op het Uplevel-Combi-
display.
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-display
Draai aan het stelwiel om één van de submenu's te kiezen:
■ dagteller 1
■ dagteller 2
■ actieradius
■ gemiddeld verbruik
■ momentaan verbruik
■ gemiddelde snelheid
■ digitale snelheid
■ verkeersbordherkenning
■ routebegeleiding
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-Combi-display
Draai aan het stelwiel om de subme‐
nu's te kiezen:
■ dagteller 1
Page 103 of 233
Instrumenten en bedieningsorganen101
■ gemiddeld verbruik 1
■ gemiddelde snelheid 1
■ dagteller 2
■ gemiddeld verbruik 2
■ gemiddelde snelheid 2
■ digitale snelheid
■ actieradius
■ momentaan verbruik
■ routebegeleiding
Dagteller 1 en 2 De informatie van twee dagtellers kan
door het indrukken van de toets
SET/CLR apart worden gereset voor
kilometerteller, gemiddeld verbruik en
gemiddelde snelheid, waardoor het
mogelijk is om verschillende tripinfor‐ matie voor verschillende bestuurders
weer te geven.Dagteller
De dagteller geeft de afgelegde af‐
stand vanaf een bepaalde reset weer.
De dagteller telt tot een afstand van
2000 km en start dan weer op 0.
Voor het resetten drukt u de
toets SET/CLR enkele seconden in.
Actieradius De actieradius wordt op basis van de
aanwezige tankinhoud en het mo‐ mentane verbruik berekend. Op hetdisplay verschijnen gemiddelde
waarden.
Page 104 of 233

102Instrumenten en bedieningsorganen
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Wanneer het brandstofpeil in de tank
laag is, verschijnt er bij auto’s met een Uplevel- of Uplevel-Combi-display
een bericht.
Wanneer de tank onmiddellijk moet
worden bijgevuld, verschijnt er een
waarschuwingscode of waarschu‐
wingsbericht bij auto’s met een Mid‐
level-, Uplevel- en Uplevel-Combi-
display.
Bovendien gaat de controlelamp i
in de brandstofmeter branden of knip‐ peren 3 90.
Actieradius LPG-versie
Bij auto's op LPG en Uplevel-display: weergave van de actieradius bij be‐nadering met de resterende brandstof in elke betreffende brandstoftank met
benzine en LPG, samen met de totale
actieradius van beide brandstofsoor‐
ten samen. Schakel tussen de modi
door op de toets SET/CLR te druk‐
ken.Gemiddeld verbruik
Weergave van het gemiddelde ver‐
bruik. De meting kan altijd opnieuw
worden ingesteld en start met een
standaardwaarde.
Voor het resetten drukt u de
toets SET/CLR enkele seconden in.
Bij auto's op LPG en Uplevel-display:
het gemiddelde verbruik wordt aan‐
gegeven voor de momenteel gese‐
lecteerde modus (LPG of benzine).
Momentaan verbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Bij auto's op LPG en Uplevel-Combi-
display: het actuele brandstofverbruik
wordt aangegeven voor de momen‐
teel geselecteerde modus (LPG of
benzine).
Gemiddelde snelheid Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Voor het resetten drukt u de
toets SET/CLR enkele seconden in.Digitale snelheid
Digitale weergave van de huidige snelheid.
Routebegeleiding
Naast de navigatie-informatie op het
Colour-Info-Display wordt routebege‐
leiding op het Driver Information Cen‐ ter weergegeven.