84Instrumenten en bedieningsorganen
Het Uplevel-display en Uplevel-
Combi-display geven de resterende
levensduur van de olie aan in het
Informatie- menu voertuig .
In het Midlevel-display wordt de res‐
terende gebruiksduur van de motor‐
olie aangegeven door controlelamp
I , waarbij het contact moet aan‐
staan, terwijl de motor uit is.
U selecteert het menu en de functie
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Om de resterende levensduur van de motorolie te bekijken:Druk op MENU om Informatie- menu
voertuig te selecteren.
Draai het stelwiel naar de stand
Resterende levensduur olie .
Bij het verversen van de olie moet het
systeem altijd worden teruggezet om
goed te kunnen werken. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Druk voor het resetten op de toets
SET/CLR . Daarom moet het contact
aanstaan terwijl de motor uit is.
Wanneer het systeem heeft berekend dat de gebruiksduur van de motorolie
is verstreken, verschijnt Motorolie
spoedig verversen of een waarschu‐
wingscode op het Driver Information
Center (DIC). Laat de motorolie en
het oliefilter binnen een week of
500 km door een werkplaats vervan‐
gen (wat het eerst voorkomt).
Driver Information Centre (DIC)
3 92.
Service-informatie 3 208.
Controlelampen
De beschreven controlelampen zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze be‐ schrijving geldt voor alle instrument‐
uitvoeringen. Afhankelijk van de uit‐
rusting kan de plaats van de contro‐
lelampjes variëren. Bij het inschake‐
len van de ontsteking lichten de
meeste controlelampen korte tijd op
bij wijze van functietest.
Betekenis kleuren controlelampen:Rood=gevaar, belangrijke herinne‐
ringGeel=waarschuwing, aanwijzing,
storingGroen=inschakelbevestigingBlauw=inschakelbevestigingWit=inschakelbevestiging