Page 177 of 233
Verzorging van de auto175
2. Druk de veerklem in, maak hemlos.
3. Verwijder de gloeilamp uit de fit‐ ting en vervang de lamp.
4. Bij het aanbrengen van de nieuwe
gloeilamp de lipjes in de uitsparin‐ gen van het reflectorhuis steken.
5. Plaats de koplampeenheid terug.
6. Draadveerklem vastklikken.
7. Sluit de stekker van de koplamp‐ fitting aan.
8. Koplampafdekking aanbrengen en vastdraaien.
Grootlicht
1. Trek de fitting eruit.
2. Verwijder de gloeilamp uit de fit‐ ting en vervang de lamp.
3. Bij het aanbrengen van de nieuwe
gloeilamp de lipjes in de uitsparin‐ gen van het reflectorhuis steken.
4. Plaats de koplampeenheid terug.
5. Koplampafdekking aanbrengen en vastdraaien.
Zijmarkeringslichten
1. Draai de fitting linksom van hetgeheel af.
2. Trek de fitting uit de reflector. 3. Stekker van gloeilamp losnemen.
Page 178 of 233
176Verzorging van de auto
4. Gloeilamp uit fitting nemen.
5. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
6. Stekker aan gloeilamp bevesti‐ gen.
7. Steek de fitting in de reflector.
8. Plaats het geheel terug.
Xenonkoplampen9 Gevaar
Xenonkoplampen werken met een
zeer hoge elektrische spanning.
Niet aanraken. Gloeilampen door
een werkplaats laten vervangen.
Bochtverlichting
1. Verwijder de beschermhoes.
2. Trek de fitting eruit.
3. Verwijder de gloeilamp uit de fit‐ ting en vervang de lamp.
Page 179 of 233
Verzorging van de auto177
4.Bij het aanbrengen van de nieuwe
gloeilamp de lipjes in de uitsparin‐ gen van het reflectorhuis steken.
5. Plaats de koplampeenheid terug.
6. Koplampafdekking aanbrengen en vastdraaien.
Mistlampen
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Richtingaanwijzers
vooraan1. Draai de lamphouder linksom en maak deze los.
2. Gloeilamp iets in lamphouder du‐wen, linksom draaien, verwijderen
en nieuwe gloeilamp plaatsen.
3. Lamphouder in reflectorhuis plaatsen en rechtsom vergrende‐len.
Achterlichten
Linkerzijde
1. Verwijder beide deksels en schroef de schroeven eruit. Ver‐
wijder het paneel.
Page 180 of 233
178Verzorging van de auto
2. Verwijder het deksel.
Rechterzijde
1. Verwijder de klep van het opberg‐
vak en de bandenreparatieset.
2. Verwijder het deksel.
3. Achter-/remlicht (1)
Richtingaanwijzer (2)
Achteruitrijlicht (3)
4. Lamphouder verwijderen. Gloei‐ lamp verwijderen en vervangen.
5. Plaats de lamphouder in de ach‐ terlichteenheid. Achterlicht com‐
pleet in carrosserie aanbrengen
en vastdraaien. Afdekkingen slui‐
ten en vastklikken.
6. Schakel de ontsteking in en kijk of
alle lampen werken.
Page 181 of 233
Verzorging van de auto179Zijrichtingaanwijzers
Laat de lichten door een werkplaats
controleren als deze niet werken.
Derde remlicht
Laat het derde remlicht door een
werkplaats controleren als het niet
werkt.
Kentekenverlichting
1. Verlichting met schroevendraaier loswerken.
2. Lamphuis naar beneden toe ver‐ wijderen, hierbij niet aan de kabel
trekken.
Lamphouder linksom losdraaien.
3. Gloeilamp uit lamphouder nemen en nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Lamphouder in lamphuis plaatsen
en rechtsom draaien.
5. Lamphouder aanbrengen en met een schroevendraaier vast‐
draaien.
Page 182 of 233

180Verzorging van de autoBinnenverlichting
Instapverlichting 1. Demonteer deze door de andere kant van de lichtschakelaar met
een platte schroevendraaier los te wrikken.
2. Verwijder de gloeilamp.
3. Vervang de gloeilamp.
4. Plaats de lampeenheid terug.
Bagageruimteverlichting1. Verlichting met schroevendraaier loswerken.
2. Lamp verwijderen.
3. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Verlichting monteren.Elektrisch systeem
Zekeringen
Controleren of het opschrift op de ver‐ vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
In een kastje boven de plusklem van
de accu zitten enkele hoofdzekerin‐
gen. Deze zo nodig laten vervangen
door een werkplaats.
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.
Zekering pas vervangen wanneer de oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐
dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Page 183 of 233
Verzorging van de auto181
Let op
Het is mogelijk dat niet alle beschre‐
ven zekeringenkasten op uw auto
aanwezig zijn.
Raadpleeg bij een controle van de
zekeringenkast de bijbehorende sticker.
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast bevindt zich in de
motorruimte.
Maak het deksel los, til het op en ver‐
wijder het.
Minizekeringen
Page 184 of 233
182Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring1Zonnedak2Buitenspiegels3–4–5Elektrische remregelmodule6Intelligente accusensor7–8Transmissieregelmodule9–10Koplampverstelling11Achterruitwisser12Verwarmbare achterruit13Koplampstelelement (links)14Verwarmbare buitenspiegels15–16Stoelverwarming17Transmissieregelmodule18Motorregelmodule19BrandstofpompNr.Stroomkring20–21Koelventilator22–23Bobine/motorregelmodule24Ruitensproeierpomp25Koplampstelelement (rechts)26Motorregelmodule27–28Motorregelmodule29Motorregelmodule30Uitlaatsysteem31Grootlicht links32Grootlicht rechts33Motorregelmodule34Claxon35Airconditioning36Mistlamp voor
J-cases zekeringen
Nr.Stroomkring1Elektrische remregelmodule2Ruitenwisser voor3Koelventilator4Voedingsaansluiting van zeke‐
ringenkast instrumentenpaneel5–6Brandstofverwarming7–8Koelventilator9Koelventilator10Motorregelmodule/gloeibougie11Startmotor