Page 185 of 646

184
2-1. Rijprocedures
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
WAARSCHUWING
■
Tijdens het remmen
● Rijd voorzichtiger wanneer de remmen nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen nat zijn en bovendien kan het vocht
ertoe leiden dat de ene kant van de auto sterker afgeremd wordt dan de
andere kant. Ook de werking van de parkeerrem kan door vocht in nega-
tieve zin beïnvloed worden.
● Rijd niet te dicht achter een andere auto als de rembekrachtiging niet
werkt en vermijd afdalingen en scherpe bochten die krachtig afremmen
noodzakelijk maken.
In dit geval kan de auto nog wel worden afgeremd, maar moet er een gro-
tere kracht op het rempedaal worden uitgeoefend dan normaal. De rem-
weg zal ook langer zijn. Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
● Rem niet “pompend” als de motor afgeslagen is.
Elke keer dat het rempedaal wordt ingetrapt, wordt er weer een gedeelte
van de reserveremdruk verbruikt.
● Het remsysteem bestaat uit twee afzonderlijke hydraulische systemen: als
een van de beide systemen uitvalt, werkt het andere systeem nog wel. In
dat geval moet het rempedaal krachtiger worden ingetrapt dan gewoonlijk
en neemt ook de remweg toe.
Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
Page 186 of 646

185
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
OPMERKING
■
Tijdens het rijden
Auto's met Multidrive CVT of automatische transmissie
● Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het aandrijfkoppel mogelijk af.
● Gebruik het gaspedaal niet om de auto op een helling op zijn plaats te
houden en trap daartoe ook niet het rempedaal en het gaspedaal gelijktij-
dig in.
Auto's met handgeschakelde transmissie
● Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het aandrijfkoppel mogelijk af.
● Schakel alleen een andere versnelling in als het koppelingspedaal hele-
maal is ingetrapt. Laat na het schakelen het koppelingspedaal geleidelijk
opkomen. Anders kunnen de koppeling en de transmissie beschadigd
raken.
● Let op het volgende om te voorkomen dat de koppeling beschadigd raakt.
• Laat uw voet tijdens het rijden niet op het koppelingspedaal rusten.
Dit kan overmatige slijtage van het koppelingspedaal tot gevolg heb-
ben.
• Gebruik voor het wegrijden alleen de eerste versnelling. Anders kan de koppeling beschadigd raken.
• Gebruik de koppeling niet om de auto op een helling stil te laten staan. Anders kan de koppeling beschadigd raken.
● Zet de selectiehendel niet in stand R terwijl de auto nog rijdt. Anders kun-
nen de koppeling en de transmissie beschadigd raken.
■ Bij het parkeren van de auto (auto' s met Multidrive CVT of automati-
sche transmissie)
Zet de selectiehendel altijd in stand P. Als de selectiehendel niet in stand P
staat, kan de auto in beweging komen of plotseling accelereren als het gas-
pedaal onbedoeld wordt ingetrapt.
Page 187 of 646

186
2-1. Rijprocedures
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
OPMERKING
■
Vermijd schade aan onderdelen van de auto
● Draai het stuurwiel niet gedurende langere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Hierdoor kan schade aan de stuurbekrachtigingsmotor ontstaan.
● Rijd zo langzaam mogelijk over oneffenheden in de weg om schade aan
de wielen, de onderzijde van de auto, enz. te vermijden.
● Alleen dieselmotor: Laat na het rijden met hoge snelheden of het oprijden
van een helling de motor stationair draaien. Zet de motor pas af als de
turbo is afgekoeld.
Anders kan de turbo beschadigd raken.
■ Als u een piepend of krassend geluid hoort (remblokslijtage-indicato-
ren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakijken en indien nodig vervangen
door een Toyota-dealer of erkende reparateur.
Als de remblokken niet op tijd vervangen worden, kunnen de remschijven
beschadigd raken.
Het rijden met een auto waarvan de remblokken en/of de remschijven de slij-
tagelimiet te dicht genaderd zijn, is gevaarlijk.
■ Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden tot de onderstaande situaties.
Houd het stuurwiel stevig vast en trap het rempedaal geleidelijk in om de
auto tot stilstand te brengen.
● Het kan moeilijk zijn om de auto onder controle te houden.
● De auto kan abnormale geluiden maken.
● De auto kan zich abnormaal gedragen.
Informatie over wat u moet doen in het geval van een lekke band.
( →Blz. 525, 541)
Page 188 of 646
187
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
OPMERKING
■
Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval e.d. zijn overstroomd. Indien u dat
toch doet, kan de auto hierdoor ernstig worden beschadigd.
● Motor slaat af
● Kortsluiting in elektrische componenten
● Motorschade door onderdompeling in water
Indien de auto toch nat is geworden na het rijden op een overstroomde weg,
moet u het volgende laten nakijken door een Toyota-dealer of erkende repa-
rateur.
● Remwerking
● Peil en kwaliteit van motorolie, transmissievloeistof, enz.
● Smering van lagers en kogelgewrichten van de wielophanging (indien
mogelijk) en werking van alle verbindingsstukken, lagers, enz.
Page 189 of 646

188
2-1. Rijprocedures
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Contactslot (auto's zonder Smart entr y-systeem en star tknop)
■Starten van de motor
Multidrive CVT (benzinemotor)
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Ga op de bestuurdersstoel zitten en trap het rempedaal
stevig in.
Zet het contact in stand START en start de motor.
Automatische transmissie (dieselmotor)
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Ga op de bestuurdersstoel zitten en trap het rempedaal
stevig in.
Zet het contact AAN.
Controlelampje gaat branden.
Zet het contact in stand START en start de motor nadat
controlelampje uit is gegaan.
Handgeschakelde transmi ssie (benzinemotor)
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand N staat.
Ga op de bestuurdersstoel zitten en trap het koppelingspe-
daal stevig in.
Zet het contact in stand START en start de motor.
STAP1
STAP2
STAP3
STAP4
STAP1
STAP2
STAP3
STAP4
STAP5
STAP1
STAP2
STAP3
STAP4
Page 190 of 646
189
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Handgeschakelde transmissie (dieselmotor)
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand N staat.
Ga op de bestuurdersstoel zitten en trap het koppelingspe-
daal stevig in.
Zet het contact AAN.
Controlelampje gaat branden.
Zet het contact in stand START en start de motor nadat
controlelampje uit is gegaan.
■ Contact
UIT
Het stuurwiel is geblokkeerd
en de sleutel kan worden ver-
wijderd. (Auto's met Multidrive
CVT of automatische transmis-
sie: de sleutel kan alleen wor-
den verwijderd als de
selectiehendel in stand P
staat.)
ACC
Sommige elektrische compo-
nenten zoals het audiosysteem
kunnen worden gebruikt.
AAN
Alle elektrische componenten
kunnen worden gebruikt.
START
Motor starten.
STAP1
STAP2
STAP3
STAP4
STAP5
Page 191 of 646

190
2-1. Rijprocedures
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Als het stuurslot niet ontgrendeld kan worden
■ Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. ( →Blz. 114)
Neem contact op met een Toyota-dealer of erkende reparateur.
■ Functie sleutel in contactslot
Wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl het contact in stand ACC of
UIT staat, klinkt er een zoemer die u helpt herinneren dat u de sleutel moet
verwijderen.
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gaspe-
daal in terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■ Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zet het contact nooit UIT.
Als in een noodgeval de motor moet worden uitgezet terwijl de auto nog rijdt,
zet u het contact uitsluitend in stand ACC. ( →Blz. 583)
Soms kan de sleutel bij het starten moei-
lijk vanuit UIT worden gedraaid. Draai het
stuurwiel enigszins naar links of naar
rechts om het stuurslot te ontgrendelen.
Page 192 of 646
191
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
OPMERKING
■
Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het contact niet in stand ACC of AAN staan wanneer de motor gedu-
rende langere tijd niet draait.
■ Bij het starten van de motor
● Laat de startmotor niet langer dan 30 seconden onafgebroken werken.
Anders kunnen de startmotor en de bedrading oververhit raken.
● Jaag een nog koude motor nooit op toeren.
● Indien de motor moeilijk aanslaat of vaak afslaat, laat uw auto dan onmid-
dellijk controleren door een Toyota-dealer of erkende reparateur.