Page 121 of 177

9
Onderhoud
119
Niveaus controleren Controleer de onderstaande niveaus regelmatig en vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Voer geen werkzaamheden uit onder de voorklep of in het achtercompartiment als het lampje "Ready" brandt of als detractiebatterij wordt geladen. Let tijdens werkzaamheden onder de voorklep of in het achtercompartiment goed op want sommige onderdelen kunnen erg heet worden (kans op brandwonden): wacht minstens eenuur na het afzetten van de motor of het stoppen van de laadprocedure alvorenswerkzaamheden uit te voeren.
Remvloeistofniveau
Het remvloeistofniveau moet tussen
de merkstreepjes "MIN" en "MA X"staan. Controleer indien dit niet hetgeval is of de remblokken van uw
auto zijn versleten.
Remvloeistof verversen
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
voorgeschreven ver versingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschrevenremvloeistof die voldoet aan de DOT4 - n o r m .
Ruimte onder de voorklep
Niveau
ver warmin
gsvloeistof
Koelvloeistof verversen
De koelvloeistof behoeft niet te worden ververst.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.
H
et vloeistofniveau moet tussen de
merkstreepjes MINI "L" en MA XI "F" staan.
Niveau ruitensproeiervloeistof
Vul het reser voir bij wanneer dit nodig is.
Type ruiten- enkoplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het bevriezen
van de sproeiers te voorkomen, is het (bij)vullen
van het reservoir met water niet toegestaan.
Page 122 of 177

Onderhoud
120
Het vloeistofniveau moet tussen de merkstreepjes MINI "L" en MA XI
"F" staan.
Koelvloeistofniveau Vermijd langdurig huidcontact metgebruikte vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi gebruikte vloeistoffen niet in hetriool, in het water of op de grond.
Deponeer gebruikte vloeistoffen inde daarvoor bestemde containers bij het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Achtercompartiment
Verversen
Deze vloeistof hoeft niet ververst te worden.
Specifi caties vloeistof
Deze vloeistof moet voldoen aan de
specificaties van de fabrikant. W
acht minstens 1 uur na het afzetten vande motor voordat u werkzaamheden aan het koelsysteem uitvoer t, omdat het koelcircuitonder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dopeerst 2 omwentelingen los om de druk te laten
dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald
is, de dop en vul koelvloeisto
f bij voor zover
noodzakelijk.
Elektrolytniveau
12V- accu
Ver wijder de afdekplaat van de 12V-accu om hetniveau te kunnen controleren (zie § "12V-accu").
Het elektrolytniveau moet tussen demerkstreepjes MINI "LOWER LEVEL" en MA XI "UPPER LEVEL" staan.
Ver wijder, indien noodzakelijk, de dopjes van
de verschillende cellen en vul de accu bij metgedestilleerd water.
Controleer het elektrolytniveau minstens één keer per maand.
Page 123 of 177

9
Onderhoud
121
Controles Controleer, tenzij anders aangegeven, de onderdelen aan de hand van het onderhoudsboekje.
Laat anders de controles uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Laat het filter periodiek ver vangen
volgens de in het onderhoudsboekje
aangegeven intervallen.
Als de omgeving (veel stof...) enhet gebruik (veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding geven, moet het filter twee keer
zo vaak ver vangen worden. Een verstopt interieurfilter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaan
gename geuren veroorzaken.
De slijtage van de remblokken
is sterk a
fhankelijk van de rijstijl,
vooral bij stadsverkeer en veel kor teritten. Hierdoor kan het noodzakelijk
blijken om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidteen te laag remvloeistofniveau erop dat de
rem
blokken versleten zijn.
Remblokken
Gebruik uitsluitend door CITROËNaanbevolen producten of gelijkwaardige kwaliteitsproducten. Om de werking van belangrijke organenals het remsysteem te optimaliseren,selecteer t en biedt CITROËN specifieke producten aan.
Handrem
Als de handrem een te groteslag heeft of als het systeemminder goed werkt, moet dehandrem zelfs tussen tweeonderhoudscontroles door worden afgesteld.Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Staat van remschijven /
remtrommels
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven en/of
remtrommels.
Page 124 of 177
Technische gegevens
122
*
Afhankelijk van het lokale elektriciteitsnet.
**
Tijd gemeten bij een buitenluchttemperatuur tussen 20 en 25°C.
Motortype en tractiebatterij
Type variant uitvoering:1 N ZK Z Z
ElektromotorY4F1
TechnologieSynchrone elektromotor met permanente neodymium magneten
Maximum vermo
gen: EU (kW)49
Toerental bij maximum vermogen (tr/min)2500 - 8000
Maximum koppel: EU (Nm)
18 0
Toerental bij maximum koppel
(tr/min)
0 - 2500
TractiebatterijLithium-Ion
Capaciteit
(kWh) 14,5
Normaal laads
ysteem
Spanning (V) AC
230
Laadti
jd (*)(**):
- 16 A
- 10 A
- 8 A
5 uur en 30 minuten
8 uur
11 uur
Snellaads
ysteem
Spanning (V) DC 300
Laadti
jd (80% van max. capaciteit) **
30 minuten
De actieradius van de auto is a
fhankelijk van de klimatologische omstandigheden, de rijstijl van de bestuurder, het gebruik van elektrische uitrustingen,
de frequentie van het laden (normaal en snelladen) en de leeftijd van de tractiebatterij.
Page 125 of 177
10
Technische gegevens
123
ElektromotorY4 F1
TractiebatterijLithium-Ion
Type variant uitvoering:1 N ZK Z Z
Ledig gewicht 1055
Ledig gewicht rijklaar 1130
Maximaal technisch toe
gestane massa totaal (MTAC)
1450
Maximaal toe
gestaan treingewicht (MTRA) 1450
Maximaal toegestane daklast
(inclusief allesdragers) 43
Montage van een trekhaak op deze auto is niet mogelijk. Het trekken van een aanhanger is niet mogelijk.
Gewichten (in kg)
Page 126 of 177
Technische gegevens
124
Afmetingen (in mm)
Page 127 of 177

10
Technische gegevens
125
Identifi catie
De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto.
A. Identificatieplaatje.
Dit plaatje is met popnagels bevestigd aan de
achterkant van de voorklep. Controleer de bandenspanning minstens één keer per maand,als de banden koud zijn.
Een te lage bandenspanning
veroorzaakt een hoger verbruik en verkleint daardoor de actieradius vande auto. B.
Sticker banden.Deze sticker is op de middenstijl aan
bestuurderszijde bevestigd.
Op de sticker staan de volgende gegevens:
- de bandenspanning (in bar),
- de specificatie van de banden,
- het type band. C. Constructeursplaat
je. Dit plaatje is met behulp van popnagels op de linker middenstijl bevestigd.
D.VIN(Voertuig Identificatie Nummer). Dit nummer is in de bagageruimte op de rand
van de rechter wielkast gegraveerd.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voor meer informatie over het gebruik vansneeuwkettingen.
De belan
grijkste informatie op dit plaatje:
- het type auto,
- de kleurcode,
- t
ype, variant, uitvoering…
Page 128 of 177