Page 5 of 177
.
.
Inhoudsopgave
2
ISOFIX-kinderzitjes 67
Kinderslot 70
Veilig vervoeren van kinderen
Richtingaanwijzers 71
Alarmknipperlichten 71
Claxon 71
Urgence-oproep of Assistance-oproep 72
Hulpsystemen bij het remmen 72
Stabiliteitscontrolesystemen 74
Veiligheidsgordels 75
Airbags 78
Veiligheid
Laden van de tractiebatterij 82
12V-accu 88
Bandenreparatieset 92
Wiel ver wisselen 96
Een lamp ver vangen 99
Zekeringen vervangen 107
Ruitenwisserblad vervangen 112
Slepen van de auto 112
Aanwijzingen voor het wassen 113
Accessoires 113
Praktische informatie
Voor klep 116
Ruimte onder de voorklep 117
Achtercompartiment 118
Niveaus controleren 119
Controles 121
Onderhoud
Motortype en tractiebatterij 122
Gewichten 123
Afmetingen 124
Identifi catie 125
Technische gegevens
Urgence-oproep of Assistance-oproep 127
Autoradio 129
Audio en datacommunicatie
Zoeken op afbeelding
Tr e f w o o r d e n r e g i s t e r
Page 9 of 177
.Eerste kennismaking
7
Cockpit
1.
Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. 2.Instrumentenpaneel.
3.Airbag bestuurder.
Claxon. 4. USB-aansluiting.
5. Openen klepje snellaadsysteem (linkerzijde van auto).
6.Schakelaars ruitbediening en blokkerring ruitbediening passagierszijde en achterin.
7. Zekeringkast. 8.Openen klepje van systeem voor normaal
laden (rechterzijde van auto).9. Koplamphoogteverstelling
ASR-/ESP-schakelaar.10.Schakelaars bediening buitenspiegels.11. Bekerhouders. 12.
Zijventilatieroosters.13.Ventilatierooster en ruitontwaseming.
Page 10 of 177
Eerste kennismaking
8
Cockpit
1.
Stuur-/contactslot. 2.
Ruitenwisserschakelaar. 3.
Voor r uitont waseming.
4.
Dashboardkastje. Schakelaar passagiersairbag. 5.
Hendel voorklep.
6.Parkeerrem.
7. Selectiehendel. 8.12V- aansluiting.9.
Bediening ver warming / airconditioning. 10.Noodoproep of hulpoproep. 11.
Schakelaar alarmknipperlichten.12 .Middelste ventilatieroosters.13.Autoradio.
Page 15 of 177
.Eerste kennismaking
13
Veiligheid voor alle inzittenden
1.
Open het dashboardkastje. 2.Steek de sleutel in de schakelaar.3.Selecteer de stand:"ON"
(inschakelen) wanneer een passagier op
de voorstoel zit of een kinderzitje voor ver voer
met het gezicht in de rijrichting is bevestigd,
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een
kinderzitje voor ver voer met de rug in de rijrichting is bevestigd.
Airbag voorpassagier
Met behulp van de twee ringen Atussen de
rugleuning en de zitting van de zitplaats kunt u een ISOFIX-kinderzitje bevestigen.
De ring B
aan de bovenzijde van de
rugleuning is bestemd voor de bovenste riem,
TOP TETHER
genaamd.
ISOFIX-bevestigingen
79
Kinderbeveiliging
A.
Geblokkeerd.B.
Vrijgegeven.
7
0
67
Page 24 of 177

Controle tijdens het rijden
22
Controlelampjes uitgeschakelde functies
De volgende lampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
PassagiersairbagBrandt constant, op demiddenconsole
.De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in de stand " ON" om de frontairbagaan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in ditgeval op deze zitplaats geen kinderzitje met de"rug in de rijrichting". Controleer altijd de status van de passagiersairbag
voordat u de motor start.
ESP/ASRBrandt constant. De ESP/ASR-schakelaar op het
dashboard (bestuurderszijde) is
ingedrukt.
Het E
SP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: Electornic Stability Program.
ASR: Anti Spin Regeling.Druk de E
SP/ASR-schakelaar op het dashboardnogmaals in om het ESP/ASR weer in te schakelen.De systemen worden automatisch opnieuw
ingeschakeld bij het starten van de auto.
Page 27 of 177

1
Controle tijdens het rijden
25
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbags
Brandt tijdelijk. Als u het contact aanzet, gaat dit lampje een paar seconden branden en dan uit. Raadplee
g het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft branden.
Br
andt constant. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Beveiliging van de tractiebatterij Brandt constant.De laadtoestand van de tractiebatterijis laag of de tractiebatteij is te koud... Beperking van het beschikbare vermogen.
Laad de tractiebatterij zo snel mogelijk op.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft branden.
Zelfdiagnose van het hoogspanningscircuit Brandt constant. Een storing in het elektrischehoogspanningscircuit Stop onmiddellijk.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordel vóór nietvastgemaakt /
losgemaaktt
Brandt eerst constanten gaat dan knipperen
in combinatie met een
geluidssignaal.De bestuurder en/of de passa
gier
voorin heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt. Doe de
gordel om en steek de gesp in degordelsluiting.
Veiligheidsgordel rechtachter los
Brandt constant. De rechter achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in degordelsluiting. Veiligheidsgordel linksachter los
Brandt constant. De linker achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Page 65 of 177
6
Veilig vervoeren van kinderen
63
Kinderzitje op de passagiersstoel voor
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje voor het
ver voeren met de rug in de rijrichtingop de passagiersstoel voorwordt geplaatst,rmoet de airbag aan passagierszijde zijn
uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan
het kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken
.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht inde rijrichting op de passagiersstoel voorwordt geplaatst, moet de stoel in de middelste
stand van de voor-/achterwaartse verstellingworden gezet met de rugleuning rechtop en
mag de airbag aan passagierszijde niet wordenuitgeschakeld.
Middelste stand
Page 66 of 177
Veilig vervoeren van kinderen
64
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de voorschriften op de sticker diezich aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde bevindt:
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit als u eenkinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.