Page 137 of 202
Stadslichten/remlichten
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
MISTACHTERLICHT/
ACHTERUITRIJLICHT
104)
Om de lampen van de mistachterlichten
A fig. 94 of de achteruitrijlichten B fig.
94 te vervangen, als volgt te werk gaan:
❒draai de lamphouder C fig. 95
linksom, verwijder de lamp en
vervang hem. 3
eREMLICHT
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
❒ druk het lampenglas A op het punt
aangegeven in afbeelding fig. 96
opzij om de borgveer samen te
drukken, trek vervolgens de lichtunit
van de kentekenverlichting A naar
buiten;
❒ draai de lamphouder B fig. 97
linksom, verwijder lamp C en vervang
hem.
94
A0L0097
95
A0L0126
96
A0L0136
97
A0L0099
134
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 134
Page 138 of 202

BELANGRIJK
104) Het mistachterlicht en hetachteruitrijlicht bevinden zich
vlakbij de uitlaatpijpen; wees
uiterst voorzichtig om u niet te
verbranden tijdens het vervangen
van de lamp.
GLOEILAMP
BINNENVERLICHTING
VERVANGENPLAFONDVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒verwijder plafondlampje A fig. 98
door het op de met de pijltjes
aangegeven punten los te maken; ❒
open beschermkapje B fig. 99 en
vervang lampje C door het los te
maken uit de zijcontacten. Zorg dat
de nieuwe lamp goed vastzit tussen
de contacten;
❒ sluit beschermkapje B fig. 99 weer en
zet plafondlampje A fig. 98 in zijn
zitting en controleer of het goed
vergrendeld is.
BAGAGERUIMTEVERLICHTINGGa als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒open de achterklep en verwijder
plafondlampje A fig. 100 vanaf het
punt dat met de pijl is aangegeven;
❒ open bescherming B en vervang het
klemgemonteerde lampje;
❒ sluit beschermkapje B over het
lampenglas;
98
A0L0100
99
A0L0101
100
A0L0140
135
3-10-2013 16:37 Pagina 135
Page 139 of 202

❒monteer plafondlampje A weer op
zijn plaats, door het eerst aan een
kant correct te monteren en
vervolgens de andere zijde ervan aan
te drukken, totdat het hoorbaar
vastklikt.
ZEKERINGEN
VERVANGENALGEMENE INFORMATIE
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
Controleer eerst de toestand van de
zekering wanneer een elektrisch
onderdeel niet meer werkt: de
geleidende band A fig. 101 mag niet
onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de
zekering worden vervangen door een
nieuw exemplaar met dezelfde
stroomsterkte (zelfde kleur).
105) 106)
107) 108) 109)
14)
B = intacte zekering;
C = zekering met beschadigde
geleidende band. PLAATS VAN DE
ZEKERINGEN
De zekeringen bevinden zich in twee
zekeringenkasten in de motorruimte en
in het interieur.
Zekeringenkast in motorruimte
Deze bevindt zich naast de accu fig.
102: voor toegang tot de zekeringen,
de schroeven A losdraaien en het
deksel B verwijderen.
Op de achterkant van het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
Monteer na het vervangen van de
zekering weer het deksel B op
de zekeringenkast.
15)
101
A0L0102
102
A0L0137
136
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 136
Page 140 of 202
Zekeringenkast in
dashboard
Deze bevindt onder het dashboard in
de zone vóór de passagiersstoel.
Verwijder het beschermpaneel voor
toegang tot de zekeringenkast fig. 105,
door de hieronder beschreven
procedure te volgen:
❒draai de vier schroeven A fig. 104 los; ❒
verwijder het blok B en het plastic
deksel C om de vijfde
bevestigingsschroef te vinden;
❒ nu kan de vijfde schroef D
losgedraaid worden en het
beschermpaneel van de
zekeringenkast verwijderd worden.103
A0L0104
104
A0L0105
105
A0L0106
137
3-10-2013 16:37 Pagina 137
Page 141 of 202

BELANGRIJK
105) Als de zekering opnieuwdoorbrandt, neem dan contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
106) Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een
hogere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR.
107) Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt, neem
dan contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
108) Alvorens een zekering te vervangen, moet men controleren
of de contactsleutel uit het slot
is genomen en of alle
stroomverbruikers uit staan en/of
zijn uitgeschakeld.
109) Als een hoofdzekering van een veiligheidssysteem (airbags,
remmen), transmissiesysteem
(motor, versnellingsbak) of
stuurinrichting doorbrandt, neem
dan contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
BELANGRIJK
14) Vervang een doorgebrandezekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.
15) Als de motorruimte moet worden gereinigd, zorg er dan voor dat de
waterstraal niet rechtstreeks op
de zekeringenkast wordt gericht.
138
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 138
Page 142 of 202
ZEKERINGENKAST IN MOTORRUIMTE
fig. 103STROOMVERBRUIKERZEKERINGAMPÈRE
Koplampschakelaar (voor bepaalde versies/markten) F095
Eentonige claxon F1010
12 V stopcontact/aansteker F8615
Verwarming buitenspiegels F887.5
.
ZEKERINGENKAST IN DASHBOARD
fig. 105STROOMVERBRUIKER ZEKERINGAMPÈRE
Centrale portiervergrendeling F3815
Tweeweg-ruitensproeierpomp F4320
+30 Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F4720
+30 Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F4820
139
3-10-2013 16:37 Pagina 139
Page 143 of 202

DE ACCU OPLADENBELANGRIJK De procedure voor het
opladen van de accu is uitsluitend
bedoeld ter informatie. Neem contact
op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt om deze werkzaamheden
uit te laten voeren.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid,
minstens één minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen.
Geadviseerd wordt een acculader te
gebruiken met een nominale spanning
van 12V en maximumstroom van 15A,
gedurende een periode van 12–24
uur. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒maak de minklem los van de accu;
❒ sluit de kabels van de acculader aan
op de accupolen; let daarbij op de
polariteit;
❒ schakel de acculader in;
❒ schakel na het opladen eerst de
acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒ sluit de minklem aan op de accu.
OPKRIKKEN VAN DE
AUTOAls de auto opgekrikt moet worden,
neem dan contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt, dat naast
de benodigde specifieke apparatuur
over geschikte garagekrikken en
hefbruggen beschikt.
Het is indien nodig ook mogelijk om
geschikte verlaagde hydraulische
krikken voor het opkrikken te
gebruiken.
De hefpunten van de auto zijn
gemarkeerd op de zijskirts met de
symbolen
(zie punten getoond in fig.
106).
De juiste steunpunten voor het
opkrikken van de voor- en achterkant
van de auto worden getoond in fig. 107
en fig. 108. BELANGRIJK Onthoud bij het plaatsen
van de auto op de hefarmen dat de
motor zich aan de achterkant bevindt,
wat derhalve van invloed is op de
gewichtsverdeling. Om die reden
moeten de kortere armen de achterkant
en de langere armen de voorkant
ondersteunen.
16) 17)
106
A0L0029
107 - Achterkant
A0L0128
108 - Voorkant
A0L0127
140
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 140
Page 144 of 202

BELANGRIJK
16) Zorg ervoor dat de hefarmencorrect in de getoonde punten
worden geplaatst, om schade aan
het koolstofvezelchassis en de
carrosseriedelen te voorkomen.
17) Om schade aan het koolstofvezelchassis te
voorkomen, mag de auto niet
worden opgekrikt met standaard
hydraulische krikken, maar alleen
met geschikte verlaagde
hydraulische krikken. Neem
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
SLEPEN VAN DE
AUTO
18)
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de gereedschapshouder
in de bagageruimte.
MONTAGE VAN HET
SLEEPOOG
Neem sleepoog A en draai het helemaal
vast op de pen met schroefdraad fig.
109.
110) 111) 112)
BELANGRIJK
18) Het sleepoog kan alleenbevestigd worden aan de
voorzijde van de auto.
BELANGRIJK
110) Alvorens te slepen, moet decontactsleutel op MAR en
vervolgens op STOP worden
gezet, zonder de sleutel uit het
contactslot te nemen. Als de
sleutel uit het contactslot wordt
genomen, wordt automatisch het
stuurslot ingeschakeld waardoor
de auto niet kan worden bestuurd.
Controleer ook of de
versnellingsbak/transmissie in
neutraal staat (N).
109
A0L0107
141
3-10-2013 16:37 Pagina 141