Page 129 of 202

❒als het na 5 minuten niet mogelijk is
om minstens 1,8 bar te krijgen,
koppel dan de compressor van het
ventiel en het stopcontact af en
verplaats vervolgens de auto
ongeveer 10 meter naar voren of
naar achteren, zodat het
afdichtmiddel zich gelijkmatig in de
band kan verdelen; pomp de band
vervolgens weer op. ❒
als na deze handeling nog steeds
geen 1,8 bar wordt verkregen binnen
5 minuten na inschakeling van de
compressor, rij dan niet verder maar
neem contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt;
❒ stop na ongeveer 10 minuten en
controleer opnieuw de
bandenspanning; trek de handrem
aan;
❒ als een spanning van minstens 1,8
bar wordt gemeten, herstel dan de
correcte bandenspanning (bij
draaiende motor en aangetrokken
handrem), ga weer rijden en rijd zeer
voorzichtig naar het dichtstbijzijnde
speciale Alfa Romeo Servicepunt.
98) 99) 100)
BANDENSPANNING
CONTROLEREN EN
HERSTELLEN
De compressor kan ook gebruikt
worden voor het controleren en
eventueel herstellen van de
bandenspanning.
Maak de snelkoppeling A fig. 85 los en
verbind deze rechtstreeks met het
ventiel van de op te pompen band. BUSJE MET
AFDICHTMIDDEL
VERVANGEN
Ga als volgt te werk:
❒
maak de stekker A fig. 86 en de
leiding B los;
❒ draai het te vervangen busje linksom
en trek het omhoog;
❒ breng het nieuwe busje aan en draai
het rechtsom;
❒ plaats stekker A en leiding B in hun
zittingen.
83
A0L0079
84
A0L0080
85
A0L0081
126
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 126
Page 130 of 202

BELANGRIJK
92) Waarschuw de andereweggebruikers voor de stilstaande
auto conform de plaatselijke
wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten,
gevarendriehoek enz. Alle
inzittenden moeten de auto
verlaten en uit de buurt van
gevaarlijk verkeer wachten tot de
reparatie is uitgevoerd. Indien
de auto geparkeerd is op een
helling of ruw terrein, blokkeer
dan de wielen met wiggen of
andere geschikte middelen (zie
voor de juiste procedure voor het
veilig parkeren van de auto, de
paragraaf "Parkeren" in het
hoofdstuk "Starten en rijden").
93) Overhandig de informatiefolder aan het personeel dat de band zal
repareren die behandeld is met
de "Fix&Go automatic" kit. 94) Reparatie is niet mogelijk als de
wielvelg beschadigd is (groef is
vervormd, waardoor lucht kan
ontsnappen). Verwijder niet het
eventueel in de band
binnengedrongen voorwerp
(schroef of spijker).
95) Bedien de compressor niet langer dan 20 minuten achter
elkaar. Gevaar voor oververhitting.
De snelle bandenreparatiekit is
niet geschikt voor definitieve
reparatie. Banden gerepareerd
met de snelle bandenreparatiekit
mogen slechts tijdelijk gebruikt
worden.
86
A0L0082
127
3-10-2013 16:37 Pagina 127
Page 131 of 202

96) Het busje bevat ethyleenglycolen latex: dit kan een allergische
reactie veroorzaken. Schadelijk bij
inslikken. Irriterend voor de ogen.
Kan irritatie veroorzaken bij
inademing of contact. Vermijd
contact met huid, ogen en
kleding. Spoel bij contact
onmiddellijk uit met rijkelijk water.
Wek het braken niet op bij
inslikken. Spoel de mond uit, drink
veel water en raadpleeg
onmiddellijk een arts. Buiten
bereik van kinderen bewaren. Het
product mag niet gebruikt worden
door astmapatiënten. Adem de
dampen niet in tijdens het
inbrengen en oppompen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts
bij allergische reacties. Bewaar
het busje in zijn houder, uit de
buurt van warmtebronnen. Het
afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Vervang de
bus als de houdbaarheidsdatum
van het afdichtmiddel is
verstreken.
97) Doe de beschermende handschoenen aan die bij de
bandenreparatiekit zijn geleverd. 98) Breng de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats
aan, om eraan te herinneren dat
de band behandeld is met de
snelle bandenreparatiekit. Rijd
voorzichtig, met name in bochten.
Rijd niet harder dan 80 km/h.
Vermijd bruusk accelereren en
remmen.
99) Rij niet verder als de bandenspanning onder 1,8 bar is
gedaald: de Fix&Go automatic
snelle bandenreparatiekit kan de
vereiste wegligging niet
garanderen omdat de band te
ernstig beschadigd is. Neem
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
100) Geef altijd aan dat de band gerepareerd is met behulp van de
snelle bandenreparatiekit.
Overhandig de informatiefolder
aan het personeel dat de met de
snelle bandenreparatiekit
behandelde band moet repareren.
BELANGRIJK
12) Als de band door vreemdevoorwerpen lek is gelaakt, kan de
kit gebruikt worden voor
beschadigingen in het loopvlak of
de schouder van de band met
een diameter van maximaal 4 mm.
Gebruik de reparatiekit niet als
de band beschadigd is geraakt
door het rijden met een lege band.
BELANGRIJK
2) Laat het busje en hetafdichtmiddel niet in het milieu
achter. Verwerk de onderdelen
overeenkomstig de nationale en
plaatselijke voorschriften.
128
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 128
Page 132 of 202

EEN LAMP
VERVANGEN
13)101) 102) 103)
ALGEMENE INSTRUCTIES
❒Controleer alvorens een lamp te
vervangen of de contacten zijn
geoxideerd;
❒ vervang doorgebrande lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
❒ controleer na vervanging van een
gloeilamp in de koplamp altijd of
de koplampafstelling goed is;
❒ als een lamp niet werkt, controleer
dan of de betreffende zekering is
doorgebrand alvorens de lamp te
vervangen. Om de zekeringen te
vinden wordt verwezen naar de
paragraaf “Zekeringen vervangen” in
dit hoofdstuk;
BELANGRIJK
13) Raak alleen het metalen
gedeelte van halogeenlampen
aan. Het aanraken van de bol met
de vingers kan de lichtopbrengst
en de levensduur van de lamp
reduceren. Als de bol per ongeluk
toch wordt aangeraakt,
schoonwrijven met een doekje
met alcohol en vervolgens laten
drogen.
BELANGRIJK
101) Wijzigingen of reparaties aanhet elektrisch systeem die niet
correct zijn uitgevoerd en waarbij
geen rekening wordt gehouden
met de technische
systeemgegevens, kunnen
storingen veroorzaken die kunnen
leiden tot brand.
102) In halogeenlampen bevindt zich gas onder druk; als ze breken,
kunnen er glassplinters
wegschieten. 103) Wegens de hoge
voedingsspanning mogen
gasontladingslampen (Bi-Xenon)
alleen door gespecialiseerd
personeel vervangen worden:
levensgevaar! Neem contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
BELANGRIJK Bij een lage temperatuur
en of bij een hoge
luchtvochtigheidsgraad of na hevige
regen of een wasbeurt kan het
oppervlak van koplampen of
achterlichten beslagen zijn en/of
kunnen zich condensatiedruppels
vormen. Dit is geen defect maar een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door de temperatuur- en
vochtverschillen tussen de binnen- en
buitenzijde van het glas, en dat geen
enkele nevenwerking heeft op de
normale werking van de lichten. Deze
aanslag verdwijnt geleidelijk aan (van
het midden tot de randen) zodra de
koplampen worden ingeschakeld.
129
3-10-2013 16:37 Pagina 129
Page 133 of 202
TYPEN LAMPENDe auto heeft de volgende typen lampen:
Volglas lampen:(type A) klemmontage. Trek om te
verwijderen.Lamp met bajonet-sluiting: (type B) druk de lamp ietwat in
en draai linksom om hem uit de houder te verwijderen.
Buislampen: (type C) trek de lamp uit de veercontacten om
hem te verwijderen.
Halogeenlampen: (type D) haak de borgveer los om de lamp
uit de zitting te verwijderen.
130
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 130
Page 134 of 202
LampenTypeVermogen Ref. Figuur
Stadslichten/dagverlichting (DRL) LED--
Stadslicht achter LED--
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-Halogeen
koplampen) (voor bepaalde versies/markten) H7
55 W D
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-Xenon
koplampen) (voor bepaalde versies/markten) D1S
35 W -
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-LED koplampen)
(voor bepaalde versies/markten) LED
--
Richtingaanwijzers voor PY21W21 W B
Richtingaanwijzers achter PY21W21 W B
Richtingaanwijzers op flanken WY5W5 WA
Remlichten LED--
Derde remlicht LED--
Kentekenverlichting W5W5 W A
Mistachterlicht W16W16 W A
Achteruitrijlicht W16W16 W A
Plafondverlichting C10W10 W C
Verlichting bagageruimte W5W5 W A
131
3-10-2013 16:37 Pagina 131
Page 135 of 202

BUITENLAMPEN
VERVANGENKOPLAMPUNITS
De koplampunits omvatten de
gloeilampen voor de stadslichten/
dagverlichting (DRL), het dimlicht, het
grootlicht en de richtingaanwijzers.
De plaatsing van de lampen is als
volgt:fig. 87:AStadslichten/dagverlichting (DRL)BDimlicht/grootlichtCRichtingaanwijzers
Om de lampen van het dimlicht,
grootlicht en de richtingaanwijzers te
vervangen de beschermflappen op de
binnenste wielkuip openen fig. 88
deze kunnen gevonden worden door
het stuurwiel helemaal te draaien. A - beschermflap lamp
richtingaanwijzer
B - beschermflap lamp dimlicht/
grootlicht
Stadslichten/
dagverlichting (DRL)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
Dimlicht/grootlicht
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒
draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒ open de beschermflap B fig. 88
door de bevestigingsbout los te
draaien; ❒
haal de elektrische stekker A weg fig.
89 en draai vervolgens de
lamphouder B rechtsom en verwijder
hem;
❒ verwijder de lamp en vervang hem;
❒ monteer de nieuwe lamp, zorg ervoor
dat hij goed vergrendeld is en sluit
stekker A weer aan;
❒ sluit de beschermflap B fig. 88.
Richtingaanwijzers
Voor
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒ open de beschermflap A fig. 88
door de bevestigingsbout los te
draaien;87
A0L0091
88
A0L0092
89
A0L0093
132
NOODGEVALLEN
3-10-2013 16:37 Pagina 132
Page 136 of 202

❒haal de elektrische stekker A weg fig.
90 en draai vervolgens de
lamphouder B rechtsom en verwijder
hem;
❒ verwijder de lamp en vervang hem;
❒ monteer de nieuwe lamp, zorg ervoor
dat hij goed vergrendeld is en sluit
stekker A weer aan;
❒ sluit de beschermflap A fig. 88.
Op de flanken
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ druk op het lampenglas A op het
punt aangegeven in afbeelding fig. 91
om de borgveer B samen te
drukken, trek vervolgens de lichtunit
naar buiten;
❒ draai de lamphouder B linksom,
verwijder de lamp en vervang hem; ❒
monteer de lamphouder B in het
lampenglas en draai hem rechtsom;
❒ monteer de lichtunit zodat de
inwendige borgveer op zijn plaats
vastklikt.
ACHTERLICHTUNITS
Deze bevatten de lampen voor de
stadslichten, richtingaanwijzers en de
remlichten.
Richtingaanwijzers
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ verwijder de beschermdop A fig. 92
(aan elke kant één) op de afdekking
aan de zijkant van de bagageruimte.
❒ verwijder de tweede beschermdop
van rubber B fig. 93 door uw hand
in de opening te steken. ❒
draai de lamphouder en trek hem
naar buiten;
❒ vervang de lamp door hem in te
drukken en naar links te draaien;
❒ monteer de eerder verwijderde
beschermdoppen weer.90
A0L0094
91
A0L0095
92
A0L0096
93
A0L0134
133
3-10-2013 16:37 Pagina 133