km x 100020 40 60 80 100 120
Maanden 12 24 36 48 60 72
De getande distributieriem vervangen (*) ●
Luchtfilterelement vervangen ●●●●●●
De motorolie en het oliefilter vervangen (**)
Remvloeistof vervangen (of elke 24 maanden) ●●●(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad, langdurig stationair draaien) om de 4
jaar worden vervangen of in elk geval om de 5 jaar.
(**) Het werkelijke interval voor de vervanging van de motorolie en het oliefilter is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto en wordt aangegeven met een brandend lampje of een bericht (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel of elke 12 maanden.
147
3-10-2013 16:37 Pagina 147
PERIODIEKE
CONTROLESElke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof;
❒ remvloeistof;
❒ ruitensproeiervloeistof;
❒ conditie en spanning banden;
❒ werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, etc.);
❒ werking ruitenwisser/-
sproeiersysteem en stand/slijtage van
wisserblad.
Elke 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
INTENSIEF GEBRUIK
VAN DE AUTOAls vooral een intensief gebruik van de
auto wordt gemaakt, zoals:
❒ als de auto gebruikt wordt in
veeleisende omstandigheden, bijv. op
het circuit;
❒ het rijden op stoffige wegen;
❒ talrijke korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
❒ de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden
bij lage snelheden of als de auto lang
niet wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven
in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
❒ remblokken van schijfremmen
voor/achter op conditie en slijtage
controleren;
❒ sloten van achterklep op vervuiling
controleren en mechanismen
smeren; ❒
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat,
brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (stofkappen - hoezen -
bussen enz.);
❒ laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
❒ conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
❒ motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
❒ luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
Gebruik van de auto op het circuit moet
beschouwd worden als een
uitzondering. De auto is ontworpen en
gebouwd voor gebruik op de weg.
148
ONDERHOUD EN ZORG
3-10-2013 16:37 Pagina 148
Elektrische ruitbediening ............... 39
– Bedieningselementen ................ 39
EOBD ............................................ 5
ESC-systeem (Electronic Stability Control) ........................... 43Fix&Go automatic kit ..................... 125"Follow me home" systeem ........... 29Frontairbag bestuurderszijde ......... 106
Frontairbag passagierszijde ............ 106
Frontairbags ................................... 106Gear Shift Indicator ....................... 66
Gebruiksomstandigheden .............. 119
Gebruik van de versnellingsbak ...... 112
Geprogrammeerd onderhoudsschema ..................... 145
Gewichten...................................... 181
Gordelspanners ............................. 101 – Krachtbegrenzers ...................... 101
Grootlicht ....................................... 29 – lamp vervangen ......................... 132
Grootlichtsignaal ............................ 29Handbediende klimaatregeling ...... 25
Handrem ........................................ 111
HBA-systeem................................. 46
Hill Holder-systeem ........................ 45Identificatiegegevens – chassisnummer ......................... 166 – identificatieplaatje
carrosserielak ............................ 16
– motorcode ................................ 167
– typeplaatje met identificatiegegevens ................. 166
Installatie van elektrische/elektronische
systemen ..................................... 52
Instrumenten
– brandstofmeter.......................... 66
– display....................................... 64
– Instrumenten ............................. 64
–koelvloeistoftemperatuurmeter..... 66
– snelheidsmeter .......................... 66
– toerenteller ................................ 66
Instrumentenpaneel........................ 64
Interieur (reiniging) .......................... 162
Interieuruitrusting............................ 35
Kentekenverlichting
– lamp vervangen ......................... 134
Kinderen veilig vervoeren ................ 102
Klimaatcomfort............................... 21
Klimaatregeling............................... 20 – Luchtroosters in interieur ........... 21
Koelvloeistoftemperatuurmeter ....... 66
Koplampen .................................... 42 – Koplampafstelling in het buitenland ................................. 42
– lamp vervangen ......................... 132
– Lichtbundel afstellen.................. 42 Koppeling ...................................... 171
Lampen
– typen lampen ............................ 130
Lampjes en berichten ..................... 76
lamp vervangen ...................... 133-134 – buitenverlichting ........................ 132
Lamp vervangen – interieurverlichting...................... 135
Langdurige stilstand van de auto.... 120
Lichtunits – achterlichtunits (lamp vervangen) ................................ 133
– koplampunits (lamp vervangen) ................................ 132
Luchtfilter ....................................... 155
Luchtroosters aan de zijkant .......... 20M
enuopties .................................. 68
Milieubescherming ......................... 61
Mistachterlicht/achteruitrijlicht ........ 134
Mistachterlicht................................ 34
Motorcodes ................................... 168
Motorkap – Openen ..................................... 40
– Sluiten ....................................... 41
Motor – code ......................................... 167
– identificatiecodes....................... 168
– technische gegevens................. 169
– vloeistofniveau van het motorkoelsysteem ..................... 151
1 7