.
STOELEN
❒Verstellen in lengterichting ................... 16
❒ Verstellen rugleuning ........................... 16
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
❒Werking .............................................. 39
VERSNELLINGSBAK/TRANSMISSIE
❒Gebruik van de versnellingsbak/
transmissie .........................................112
ALARMKNIPPERLICHTEN
❒Werking .............................................. 34
ALFA DNA SYSTEEM
❒Werking .............................................. 48
HANDREM
❒Werking ..............................................111
STOPCONTACT/AANSTEKER
❒Stopcontact ........................................ 36
❒ Aansteker ........................................... 36
VEILIGHEIDSGORDELS
❒Gebruik ............................................... 98
❒ Belangrijke informatie .......................... 98
4
A0L0009
8
GRAFISCHE INDEX
3-10-2013 16:37 Pagina 8
WEGWIJS IN UW AUTO
Grondige kennis van uw nieuwe auto
begint hier.
In dit boekje is op eenvoudige en
rechtstreekse wijze beschreven hoe uw
auto gemaakt is en hoe hij werkt.
Daarom adviseren u het comfortabel
zittend in uw auto te lezen, dan kunt u
met eigen ogen zien wat hier
beschreven is.SYMBOLEN .................................... 10
ALFA ROMEO CODE SYSTEEM ..... 10
DE SLEUTELS ................................ 11
DIEFSTALALARM ............................ 13
CONTACTSLOT .............................. 15
STOELEN........................................ 16
STUURWIEL ................................... 17
ACHTERUITKIJKSPIEGELS ............ 18
KLIMAATREGELING........................ 20
KLIMAATCOMFORT........................ 21
VERWARMING EN VENTILATIE ...... 22
HANDBEDIENDE
KLIMAATREGELING........................ 25
BUITENVERLICHTING .................... 28
RUITEN REINIGEN .......................... 30
CRUISE-CONTROL ........................ 31
PLAFONDVERLICHTING................. 33
BEDIENINGSELEMENTEN .............. 34
INTERIEURUITRUSTING ................. 35
PORTIEREN .................................... 38
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ..... 39
BAGAGERUIMTE / MOTORKAP ..... 40
KOPLAMPEN .................................. 42
ESC-SYSTEEM (ELECTRONIC
STABILITY CONTROL) .................... 43
“ALFA DNA”-SYSTEEM
(DYNAMISCHE REGELING VAN DE
AUTO) ............................................. 48EOBD-SYSTEEM (EUROPEAN ON
BOARD DIAGNOSIS) ...................... 5
RADIO............................................. 51
OPTIONELE ACCESSORIES .......... 52
PARKEERSENSOREN..................... 53
TPMS (TYRE PRESSURE
MONITORING SYSTEM) ................. 56
TANKEN.......................................... 59
MILIEUBESCHERMING................... 61
9
3-10-2013 16:37 Pagina 9
1
BELANGRIJK
1) Druk knop B fig. 6 alleen inwanneer de sleutel ver genoeg
van het lichaam (vooral de ogen)
en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld
kleding) is verwijderd. Laat de
sleutel niet onbeheerd achter, om
te voorkomen dat mensen, met
name kinderen, per ongeluk op de
knop drukken.
BELANGRIJK
1) Gebruikte batterijen kunnenschadelijk zijn voor het milieu als
ze niet op de juiste wijze als afval
verwerkt worden. Ze moeten
overeenkomstig de wet in speciale
bakken gedeponeerd worden. Ze
kunnen ook ingeleverd worden
bij een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt dat voor hun
verwerking zal zorgen.
DIEFSTALALARM(voor bepaalde versies/markten)
Werking
Het alarm gaat onder de volgende
omstandigheden af:
❒ongeoorloofde opening van een van
de portieren of de achterklep
(omtrekbeveiliging);
❒ ongeoorloofde bediening van het
contactslot (contactsleutel in de
stand MAR gedraaid);
❒ bij het loskoppelen van de
accukabels;
❒ beweging in de inzittendenruimte
(volumetrische beveiliging);
❒ abnormale opheffing/kanteling van
het voertuig.
De inschakeling van het alarm wordt
aangegeven door een akoestisch
en een visueel signaal (het knipperen
van de richtingaanwijzers gedurende
enkele seconden). De inschakelwijzen
van het alarm kunnen variëren
naargelang de markt. Er is een
maximum aantal cycli voorzien voor de
geluidssignalen en de
alarmknipperlichten. Na verloop van dit
aantal cycli, zal het bewakingssysteem
weer normaal functioneren. BELANGRIJK De startblokkering wordt
gegarandeerd door de Alfa Romeo
CODE die deze functie automatisch
inschakelt wanneer de sleutel uit het
contactslot wordt genomen.
BELANGRIJK De werking van het
diefstalalarm kan per land verschillen.
Inschakelen
Richt, bij gesloten portieren en
achterklep en met de sleutel in de
stand STOP of verwijderd, de sleutel
met afstandsbediening op het voertuig
druk op de toets
en laat de toets los.
Bij bepaalde versies/markten laat het
systeem een geluidssignaal horen
en wordt de portiervergrendeling
ingeschakeld.
De inschakeling van het alarm wordt
voorafgegaan door een zelfdiagnose
die ongeveer 30 seconden duurt:
gedurende deze tijd knippert de led op
het dashboard met een frequentie
van ongeveer een keer per seconde.
Na de zelfdiagnose gaat de led op een
lagere frequentie knipperen (een keer
per ongeveer 3 seconden).
13
3-10-2013 16:37 Pagina 13
Als na inschakeling van het alarm een
tweede geluidssignaal weerklinkt en/of
de led op het dashboard gaat branden,
wacht dan ongeveer 4 seconden en
zet het alarm uit door te drukken op de
toets
, controleer of de portieren en
de achterklep goed gesloten zijn en
schakel het systeem weer in door op
de toets
te drukken.
Als het alarm, ook als de portieren en
achterklep goed gesloten zijn, een
geluidssignaal laat horen, dan is er in dit
geval sprake van een systeemstoring,
neem contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
Uitschakelen
Druk op toets
.
De volgende dingen gebeuren (bij
bepaalde versies/markten):
❒ de richtingaanwijzers knipperen twee
keer kort;
❒ de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Als het centrale
portiersvergrendelingssysteem
uitgeschakeld wordt met de metalen
baard van de sleutel, wordt het alarm
niet uitgeschakeld. BELANGRIJK Indien het alarm
onbedoeld wordt ingeschakeld, of om
in ieder geval de akoestische en visuele
cyclus te onderbreken wanneer deze
geactiveerd is, is het mogelijk om op de
toets
te drukken of de contactsleutel
gedurende minstens 5 seconden naar
MAR te draaien, daarna wordt het
systeem uitgeschakeld.
Uitschakelen
Om het diefstalalarm volledig buiten
werking te stellen (bijv. als het voertuig
lang niet wordt gebruikt), het voertuig
afsluiten door de metalen baard van de
sleutel in het slot om te draaien.
BELANGRIJK Wanneer de batterijen
van de sleutel met afstandsbediening
leeg zijn, of als er een storing in het
alarmsysteem is vastgesteld, dan kan
het systeem buiten werking worden
gesteld door de sleutel in het
contactslot te steken en hem in de
stand MAR te draaien.
Volumetrische
beveiliging/
hellingshoekdetectie
Om de juiste werking van de beveiliging
te garanderen, de zijruiten volledig
sluiten. Om de volumetrische beveiliging uit te
schakelen, de contactsleutel twee
keer achter elkaar van STOP naar MAR
draaien, schakel daarna het alarm
binnen 15 seconden in, door op de
toets
op de afstandsbediening te
drukken. Wanneer de functie is
uitgeschakeld, wordt dit aangegeven
door het, gedurende enkele seconden,
knipperen van de led op het
dashboard.
Om de volumetrische beveiliging uit te
schakelen, de contactsleutel twee
keer achter elkaar van STOP naar MAR
draaien, schakel daarna het alarm
binnen 15 seconden in, door op de
toetsop de afstandsbediening te
drukken.
Wanneer de functie is uitgeschakeld,
wordt dit aangegeven door het,
gedurende enkele seconden, knipperen
van de led op het dashboard.
Elke uitschakeling van de volumetrische
beveiliging/hellingshoekdetectie moet
worden herhaald elke keer als het
instrumentenpaneel wordt
uitgeschakeld.
14
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 14
CONTACTSLOTWerking
De sleutel kan naar 3 standen worden
gedraaid fig. 9:
❒STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden; stuurkolom is
vergrendeld. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, centrale
portiervergrendeling, alarm enz.)
kunnen blijven werken
❒ MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
❒ AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
2) 3)
STUURSLOT
Inschakelen
Wanneer de sleutel op STOP staat, de
sleutel verwijderen en het stuurwiel
verdraaien tot het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur enigszins en draai de
contactsleutel naar de stand MAR.
4)
5)
BELANGRIJK
2) Als er geknoeid is aan het
contactslot (bijv. een poging tot
diefstal), dan moet men het laten
controleren bij een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt alvorens
te gaan rijden.
3) Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als de auto wordt
verlaten, om te voorkomen dat
iemand per ongeluk de
bedieningselementen gebruikt.
Vergeet niet de handrem aan
te trekken. Laat kinderen nooit
zonder toezicht in de auto achter. 4) Demontage-/
montagewerkzaamheden,
waarvoor wijzigingen in de
stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bv. bij montage van
een diefstalbeveiliging) zijn ten
strengste verboden. Zulke
werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor de auto niet
meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
5) Verwijder de sleutel nooit terwijl de auto rijdt. Het stuurwiel zal
automatisch vergrendeld worden
zodra eraan gedraaid wordt. Dit
geldt ook voor voertuigen die
gesleept worden.
9
A0L0010
15
3-10-2013 16:37 Pagina 15
BEDIENINGSELEMENTENALARMKNIPPERLICHTEN
Werking
Druk op schakelaar A fig. 26 om de
lichten in/uit te schakelen.
Controlelampjes
en
op het paneel
branden als de alarmknipperlichten
aan zijn.
16)
MISTACHTERLICHT
Werking
Druk op
fig. 27 om het licht in- of uit
te schakelen. De led op de knop gaat branden om
aan te geven dat het mistachterlicht is
ingeschakeld. Het mistachterlicht gaat
alleen branden als het dimlicht is
ingeschakeld.
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Werking
Druk op de knop
fig. 28 om alle
portieren tegelijk te vergrendelen. Als de
portieren vergrendeld zijn, gaat de led
op de knop branden.
De vergrendeling vindt onafhankelijk
van de stand van de contactsleutel
plaats. AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
Werking
Deze treedt in werking bij een botsing
en leidt tot:
❒
afsluiting van de brandstoftoevoer
waardoor de motor afslaat;
❒ automatische ontgrendeling van de
portieren
❒ automatische inschakeling van de
interieurverlichting;
❒ inschakeling van de
alarmknipperlichten.
Het digitale
waarschuwingslampje
en het speciale bericht op het display
geven de inwerkingtreding van het
systeem aan.
26
A0L0023
27
A0L0024
28
A0L0026
34
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 34
Controleer de auto zorgvuldig op
brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de
motorruimte, onder de auto of in de
buurt van de tank.
17)
Draai na een botsing de contactsleutel
naar STOP om te voorkomen dat de
accu leegloopt.
Ga als volgt te werk om de correcte
werking van de auto te herstellen:
❒zet de bedieningshendel van de linker
richtingaanwijzer in de middelste
stand (neutraal);
❒ draai de contactsleutel in de stand
MAR;
❒ schakel de richtingaanwijzer rechts
in;
❒ schakel de richtingaanwijzer rechts
uit;
❒ schakel de richtingaanwijzer links in;
❒ schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒ schakel de richtingaanwijzer rechts
in;
❒ schakel de richtingaanwijzer rechts
uit;
❒ schakel de richtingaanwijzer links in;
❒ schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒ draai de contactsleutel naar de
stand STOP; ❒
draai de contactsleutel naar de stand
MAR.
BELANGRIJK
16) Het gebruik van
alarmknipperlichten wordt
geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het
land waar u rijdt: neem de
wettelijke voorschriften in acht.
17) Als na een botsing een brandstoflucht wordt geroken of
brandstoflekkage wordt
geconstateerd, het systeem niet
opnieuw inschakelen om het
risico op brand te voorkomen.
INTERIEURUITRUSTINGOPBERGVAKKEN
Voor
Bij bepaalde versies/markten, bezit de
auto een opbergvak A fig. 29 op het
dashboard.
Achter
Dit opbergvak bevindt zich in het
midden van de scheidingswand en is
gemakkelijk toegankelijk vanaf de 2
stoelen. Druk om het te openen op
knop A fig. 30 en maak klem B los. Er
zit een slot in knop A, zodat het
opbergvak kan worden afgesloten met
een speciale sleutel.
Bij sommige versies is het opbergvak
vervangen door een tas van gaas
fig. 31.29
A0L0159
35
3-10-2013 16:37 Pagina 35
OPTIONELE
ACCESSORIESAls men na aanschaf van het voertuig
accessoires wil monteren die constante
elektrische voeding nodig hebben
(radio, diefstalalarm, satellietbewaking
via GPS enz.) of veel stroom verbruiken,
dient men contact op te nemen met
het gespecialiseerde personeel van een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt. Zij
kunnen de meest geschikte apparatuur
uit het assortiment Lineaccessori Alfa
Romeo aanbevelen en controleren
of de elektrische installatie berekend is
op de vereiste belasting en of het
noodzakelijk is een accu met
een grotere capaciteit te monteren.
44)
MONTAGE VAN
ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die
na aanschaf van de auto door de
aftersales-service worden gemonteerd,
moeten van het volgende merkteken
zijn voorzien:fig. 52Fiat Group Automobiles S.p.A.
autoriseert de montage van zend-/
ontvangstapparatuur op voorwaarde
dat deze door een gespecialiseerd
bedrijf op vakkundige wijze en
overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van
systemen waarbij de kenmerken van
de auto worden gewijzigd, kan het
kentekenbewijs door de bevoegde
instanties ingenomen worden. Dit kan
ook de ongeldigheid van de garantie
met zich meebrengen voor defecten
veroorzaakt door voornoemde wijziging
of die direct of indirect hierop terug te
voeren zijn.
Fiat Group Automobiles S.p.A. wijst
elke aansprakelijkheid af voor schade
die het gevolg is van montage van
accessoires die niet door Fiat Group
Automobiles S.p.A. zijn geleverd of
aanbevolen en die niet conform de
verschafte aanwijzingen zijn
gemonteerd.RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons,
CB-zenders, radioamateurs e.d.) mag
alleen in het voertuig worden gebruikt
met een aparte antenne die op het dak
is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze
apparaten in de auto (zonder
buitenantenne) kan storingen in de
elektronische systemen van de auto
veroorzaken. Dit kan de veiligheid van
de auto in gevaar brengen en een
potentieel gevaar voor de gezondheid
van de passagiers opleveren.
Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS)
met het officiële EU-keurmerk, wordt
verwezen naar de gebruiksaanwijzingen
van de fabrikant van de mobiele
telefoon.
52
52
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 52