WEGWIJS IN UW AUTO
Grondige kennis van uw nieuwe auto
begint hier.
In dit boekje is op eenvoudige en
rechtstreekse wijze beschreven hoe uw
auto gemaakt is en hoe hij werkt.
Daarom adviseren u het comfortabel
zittend in uw auto te lezen, dan kunt u
met eigen ogen zien wat hier
beschreven is.SYMBOLEN .................................... 10
ALFA ROMEO CODE SYSTEEM ..... 10
DE SLEUTELS ................................ 11
DIEFSTALALARM ............................ 13
CONTACTSLOT .............................. 15
STOELEN........................................ 16
STUURWIEL ................................... 17
ACHTERUITKIJKSPIEGELS ............ 18
KLIMAATREGELING........................ 20
KLIMAATCOMFORT........................ 21
VERWARMING EN VENTILATIE ...... 22
HANDBEDIENDE
KLIMAATREGELING........................ 25
BUITENVERLICHTING .................... 28
RUITEN REINIGEN .......................... 30
CRUISE-CONTROL ........................ 31
PLAFONDVERLICHTING................. 33
BEDIENINGSELEMENTEN .............. 34
INTERIEURUITRUSTING ................. 35
PORTIEREN .................................... 38
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ..... 39
BAGAGERUIMTE / MOTORKAP ..... 40
KOPLAMPEN .................................. 42
ESC-SYSTEEM (ELECTRONIC
STABILITY CONTROL) .................... 43
“ALFA DNA”-SYSTEEM
(DYNAMISCHE REGELING VAN DE
AUTO) ............................................. 48EOBD-SYSTEEM (EUROPEAN ON
BOARD DIAGNOSIS) ...................... 5
RADIO............................................. 51
OPTIONELE ACCESSORIES .......... 52
PARKEERSENSOREN..................... 53
TPMS (TYRE PRESSURE
MONITORING SYSTEM) ................. 56
TANKEN.......................................... 59
MILIEUBESCHERMING................... 61
9
3-10-2013 16:37 Pagina 9
1
CONTACTSLOTWerking
De sleutel kan naar 3 standen worden
gedraaid fig. 9:
❒STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden; stuurkolom is
vergrendeld. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, centrale
portiervergrendeling, alarm enz.)
kunnen blijven werken
❒ MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
❒ AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
2) 3)
STUURSLOT
Inschakelen
Wanneer de sleutel op STOP staat, de
sleutel verwijderen en het stuurwiel
verdraaien tot het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur enigszins en draai de
contactsleutel naar de stand MAR.
4)
5)
BELANGRIJK
2) Als er geknoeid is aan het
contactslot (bijv. een poging tot
diefstal), dan moet men het laten
controleren bij een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt alvorens
te gaan rijden.
3) Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als de auto wordt
verlaten, om te voorkomen dat
iemand per ongeluk de
bedieningselementen gebruikt.
Vergeet niet de handrem aan
te trekken. Laat kinderen nooit
zonder toezicht in de auto achter. 4) Demontage-/
montagewerkzaamheden,
waarvoor wijzigingen in de
stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bv. bij montage van
een diefstalbeveiliging) zijn ten
strengste verboden. Zulke
werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor de auto niet
meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
5) Verwijder de sleutel nooit terwijl de auto rijdt. Het stuurwiel zal
automatisch vergrendeld worden
zodra eraan gedraaid wordt. Dit
geldt ook voor voertuigen die
gesleept worden.
9
A0L0010
15
3-10-2013 16:37 Pagina 15
Werking
Het EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) voert een
voortdurende diagnose uit op die
componenten van de auto die te
maken hebben met de
uitlaatgasemissie.
Bovendien waarschuwt het systeem de
bestuurder door het inschakelen van
een waarschuwingslampje
op
het instrumentenpaneel (en het
verschijnen van een bericht op het
display) wanneer deze componenten
niet langer in uitstekende staat verkeren
(zie paragraaf "Lampjes en berichten"
in het hoofdstuk "Kennismaking met
het instrumentenpaneel").
Het doel van het EOBD-systeem
(European On Board Diagnosis) is:
❒ de efficiëntie van het systeem te
bewaken;
❒ signaleren wanneer de
emissiewaarden stijgen;
❒ de noodzaak voor het vervangen van
verslechterde onderdelen aangeven. Het voertuig beschikt ook over een
stekker waarmee, na aansluiting van
speciale apparatuur, de door de
regeleenheid opgeslagen storingscodes
en de specifieke parameters voor
diagnose en werking van de motor
kunnen worden uitgelezen. Deze
controle kan ook door de
verkeerspolitie worden verricht.
BELANGRIJK Na de storing te hebben
verholpen moet een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt, om het systeem
volledig te controleren, tests uitvoeren
en zo nodig een proefrit maken die ook
een lange afstandsrit kan omvatten.
RADIO(voor bepaalde versies/markten)
Het systeem bestaat uit:
❒
voedingskabels voor radio,
luidsprekers en antenne;
❒ autoradio;
❒ antenne op voorbumper;
❒ 2 tweeter luidsprekers met een
doorsnede van 38 mm en 2
mid-woofer luidsprekers met een
doorsnede van 130 mm, gemonteerd
op de portieren.
Zie voor nadere informatie over functies
en gebruik van de radio, het speciale
Supplement dat bij de
boorddocumentatie is gevoegd.
51
3-10-2013 16:37 Pagina 51
EOBD-SYSTEEM
(European On
Board Diagnosis)
OPTIONELE
ACCESSORIESAls men na aanschaf van het voertuig
accessoires wil monteren die constante
elektrische voeding nodig hebben
(radio, diefstalalarm, satellietbewaking
via GPS enz.) of veel stroom verbruiken,
dient men contact op te nemen met
het gespecialiseerde personeel van een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt. Zij
kunnen de meest geschikte apparatuur
uit het assortiment Lineaccessori Alfa
Romeo aanbevelen en controleren
of de elektrische installatie berekend is
op de vereiste belasting en of het
noodzakelijk is een accu met
een grotere capaciteit te monteren.
44)
MONTAGE VAN
ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die
na aanschaf van de auto door de
aftersales-service worden gemonteerd,
moeten van het volgende merkteken
zijn voorzien:fig. 52Fiat Group Automobiles S.p.A.
autoriseert de montage van zend-/
ontvangstapparatuur op voorwaarde
dat deze door een gespecialiseerd
bedrijf op vakkundige wijze en
overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van
systemen waarbij de kenmerken van
de auto worden gewijzigd, kan het
kentekenbewijs door de bevoegde
instanties ingenomen worden. Dit kan
ook de ongeldigheid van de garantie
met zich meebrengen voor defecten
veroorzaakt door voornoemde wijziging
of die direct of indirect hierop terug te
voeren zijn.
Fiat Group Automobiles S.p.A. wijst
elke aansprakelijkheid af voor schade
die het gevolg is van montage van
accessoires die niet door Fiat Group
Automobiles S.p.A. zijn geleverd of
aanbevolen en die niet conform de
verschafte aanwijzingen zijn
gemonteerd.RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons,
CB-zenders, radioamateurs e.d.) mag
alleen in het voertuig worden gebruikt
met een aparte antenne die op het dak
is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze
apparaten in de auto (zonder
buitenantenne) kan storingen in de
elektronische systemen van de auto
veroorzaken. Dit kan de veiligheid van
de auto in gevaar brengen en een
potentieel gevaar voor de gezondheid
van de passagiers opleveren.
Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS)
met het officiële EU-keurmerk, wordt
verwezen naar de gebruiksaanwijzingen
van de fabrikant van de mobiele
telefoon.
52
52
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 52
BELANGRIJK
46) De aanwezigheid van hetTMPS-systeem ontslaat de
bestuurder niet van de
verplichting om de
bandenspanning regelmatig te
controleren, met inbegrip van het
reservewiel.
47) Controleer de bandenspanning bij koude banden. Als de
bandenspanning om welke reden
dan ook bij warme banden moet
worden gecontroleerd, dan mag
de druk niet worden verlaagd, ook
wanneer de gemeten waarde
hoger is dan de voorgeschreven
drukwaarde. Herhaal de controle
wanneer de banden koud zijn.
48) Als een of meerdere wielen zonder sensoren zijn gemonteerd,
dan is het systeem niet langer
beschikbaar. Hierbij gaat het
TMPS-waarschuwingslampje
korten dan een minuut knipperen
voordat het continu blijft branden,
en wordt een melding op het
display getoond zolang de 4
wielen met sensoren niet
gemonteerd worden. 49) Het TPMS-systeem waarschuwt
niet bij een plotselinge afname
van de bandenspanning
(bijvoorbeeld bij een klapband).
Breng in dergelijke gevallen de
auto tot stilstand en voorkom
bruuske stuurbewegingen.
50) Wanneer standaard banden moeten worden vervangen door
winterbanden (en omgekeerd),
moet het TPMS-systeem hierop
worden afgesteld. Dit mag alleen
door een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt worden verricht.
51) Schommelende buitentemperaturen kunnen de
bandenspanning beïnvloeden. Het
TPMS-systeem kan tijdelijk een
onvoldoende spanningswaarde
aangeven. Controleer in dergelijke
gevallen de bandenspanning bij
koude banden en herstel zo nodig
de juiste spanningswaarde. 52) Wanneer een wiel wordt
vervangen, is het raadzaam ook
de rubberen ventielpakking te
vervangen: neem contact op met
een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt. De montage/
demontage van een band en/of
velg vereist specifieke
voorzorgsmaatregelen; om schade
of een verkeerde montage van de
sensoren te voorkomen, mogen
deze werkzaamheden alleen door
gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd. Neem contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
53) Sterke radiofrequentie- interferentie kan de regelmatige
werking van het TPMS-systeem
verhinderen. Dit wordt
aangegeven met een bericht op
het display. Het bericht verdwijnt
automatisch zodra de
interferentie is verdwenen.
58
WEGWIJS IN UW AUTO
3-10-2013 16:37 Pagina 58
ACCUHet elektrolyt van de accu A fig. 118
hoeft niet te worden bijgevuld met
gedestilleerd water. Een periodieke
controle bij een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt is echter noodzakelijk om
de efficiëntie te verifiëren.
ACCU VERVANGEN
122) 123) 124) 125)25)4)
Vervang indien nodig de accu door een
andere originele accu met dezelfde
specificaties. Volg de aanwijzingen van
de fabrikant van de accu voor het
onderhoud.NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE
ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te
verlengen:
❒
wanneer de auto wordt geparkeerd,
controleer dan of de portieren en de
achterklep goed gesloten zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat de
verlichting in respectievelijk het
interieur en de bagageruimte blijft
branden.
❒ schakel de interieurverlichting uit; de
auto is in ieder geval uitgerust met
een systeem dat de binnenverlichting
automatisch uitschakelt;
❒ houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te
lang ingeschakeld wanneer de motor
is uitgezet;
❒ maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de minpool
op de accu los.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau
gedurende langere tijd onder 50% blijft,
raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen de
capaciteit en het startvermogen. De accu is in dit geval ook gevoeliger
voor bevriezing (dit kan reeds bij
temperaturen van -10°C gebeuren). Als
de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
zie dan de paragraaf "Langdurige
stilstand van de auto” in het hoofdstuk
"Starten en rijden".
Als men na aanschaf van de auto
elektrische accessoires wil monteren
die constante voeding vereisen (alarm
enz.), of accessoires die de elektrische
installatie zwaar belasten, wordt
geadviseerd contact op te nemen met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt;
het gekwalificeerde personeel zal dan
het totale stroomverbruik van deze
accessoires beoordelen.
BELANGRIJK
122) Accuvloeistof is giftig en
corrosief. Vermijd contact met
huid en ogen. Houd open vuur en
vonkvormende apparaten uit de
buurt van de accu: brand- en
explosiegevaar.
123) Als de accu met onvoldoende vloeistof werkt, kan dit de accu
onherstelbaar beschadigen en
een explosie veroorzaken.
118
A0L0138
156
ONDERHOUD EN ZORG
3-10-2013 16:37 Pagina 156
Motorolie– niveau controleren ..................... 151
– verbruik ..................................... 151
Motorruimte – niveaus controleren ................... 149
– reinigen ..................................... 161
Motor starten ................................. 110O
nderhoud en zorg
– geprogrammeerd onderhoud .... 144
– Geprogrammeerd onderhoudsschema .................. 145
– intensief gebruik van de auto ..... 148
– periodieke controles .................. 148
Opbergvakken ............................... 35
Opbergvak ..................................... 36
Opkrikken van de auto ................... 140
Parkeerlichten ............................... 29
Parkeersensoren ............................ 53
Parkeren ........................................ 111 – Handrem ................................... 111
Plafondverlichting ........................... 33
Plafondverlichting – lamp vervangen ......................... 135
Plafondverlichting – Plafondverlichting voor .............. 33
Portieren ........................................ 38 – Centrale portiervergrendeling/ontgrendeling................................................. 38
Pre-Fill-systeem (RAB - Ready Alert Brake) .................................. 46 Prestaties ....................................... 180
Radio ............................................ 51
Radiozenders en mobiele telefoons ...................................... 52
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur ............................. 162
– carrosserie ................................ 160
– koplampen ................................ 161
– kunststof en gecoate interieurdelen............................. 163
– lederen interieurdelen ................ 163
– lederen stoelen .......................... 163
– motorruimte .............................. 161
– ruiten......................................... 161
– stoelen en stoffen bekleding ...... 162
Remmen ........................................ 172 – remvloeistofniveau ..................... 153
Richtingaanwijzers achter ............... 133
Richtingaanwijzers ......................... 29 – lamp vervangen ......................... 132
– "Rijbaanwissel"-functie .............. 29
Rijstijl.............................................. 118
Ruiten reinigen ............................... 30
Ruiten (reinigen) ............................. 161
Ruitensproeier – vloeistofniveau ruitensproeier ..... 151
Ruitensproeiers voorruit ................. 160
Ruitenwisser – wisserbladen ............................. 159
– wisserbladen vervangen ............ 159 Ruitenwisser/-sproeier ................... 30
– Automatische wis-/wasregeling ....................... 30
SBR-systeem (Seat Belt
Reminder) .................................... 100
Setup-menu ................................... 67
Slepen van de auto ........................ 141 – Montage van het sleepoog ........ 141
Smeermiddelen (specificaties) ........ 183
Snelheidsmeter .............................. 66
Stadslicht/dimlicht .......................... 28
Stadslichten/dagverlichting (DRL) – lamp vervangen ......................... 132
Stadslichten/remlichten .................. 134
Stoelen .......................................... 16
Stopcontact ................................... 36
Stuurinrichting ................................ 174
Stuurslot ........................................ 15
Stuurwiel ........................................ 17
Symbolen....................................... 10Tanken .................................... 59-182
Tas op rugleuning ........................... 37
Technische gegevens ..................... 166
Toerenteller .................................... 66
TPMS (Tyre Pressure Monitoring System)........................................ 56
Transmissie .................................... 171
Trip Computer ................................ 73
TRIP knop ...................................... 74
ALFABETISCH REGISTER