Page 25 of 197

Sleutels, portieren en ruiten23
Batterij (type CR 2016) vervangen,hierbij op de juiste plaatsing letten.
De twee helften van de behuizing op
elkaar plaatsen en erop letten dat ze
goed vastklikken.
Boutje terugplaatsen en aanhalen.
Elektronische sleutel
Een bericht op het Driver Information
Center geeft aan dat de batterij moet
worden vervangen 3 91.Ontgrendelingsknop aan de zijkant
van de elektronische sleutel ingedrukt houden en fysieke noodsleutel uit de
bovenkant trekken. Klik het batterijk‐
lepje op de achterkant van de elek‐
tronische sleutel los en druk op één
kant van de batterij om deze los te
maken en te verwijderen.
Batterij (type CR 2016) vervangen,
hierbij op de juiste plaatsing letten.
Breng het batterijklepje weer aan en
steek de fysieke noodsleutel er weer
in.
Elektronische sleutel synchroniseren
Druk vier keer op een toets op de
elektronische sleutel binnen bereik
van de detectiezone (ongeveer
één meter) van de voordeuren of de
bagageruimte. De elektronische sleu‐ tel wordt gesynchroniseerd wanneer
het contact wordt aangezet.
Elektronisch
sleutelsysteem
Page 26 of 197

24Sleutels, portieren en ruiten
Voor een handenvrije bediening van
de volgende functies:
■ Centrale vergrendeling 3 25
■ Bagageruimte 3 33
■ Contact inschakelen en motor star‐
ten 3 115
De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
Let op
Neem bij het uitstappen altijd de
elektronische sleutel mee.
Bij het achterlaten van de elektroni‐
sche sleutel in de kaartlezer klinkt er een geluidssignaal 3 91 en ver‐
schijnt er een bericht op het Driver
Information Center 3 91 bij het
openen van de bestuurdersdeur.
Daarbij heeft de elektronische sleutel
de functionaliteit van de handzender
3 21 en een instapverlichtingsfunctie
3 99.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig ge‐
bruik vermijden.Let op
Leg de elektronische sleutel onder‐
weg niet in de bagageruimte, aan‐
gezien deze buiten de detectiezone
(aangegeven door een geluidssig‐
naal bij lage snelheid 3 91 en een
bericht op het Driver Information Center 3 91) ligt.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt of de centrale vergrende‐
lingstoets e 3 25 wordt ingedrukt.
Start de motor om de handenvrije be‐ diening weer te activeren.
Aan/Uit-knop 3 115.
Batterij elektronische sleutel
vervangen Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een bericht op
het Driver Information Center geeft
aan dat de batterij moet worden ver‐
vangen 3 91.
Batterij vervangen, zie Handzender
3 21.Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan
worden bediend of als de motor niet
kan worden gestart, kan dit de vol‐
gende oorzaken hebben:
■ Storing in elektronische sleutel.
■ Elektronische sleutel buiten het ontvangstbereik.
■ Batterijspanning te laag.
■ Overbelasting van de centrale ver‐ grendeling door herhaalde, snel op‐
eenvolgende activering van de
handzender, waardoor de stroom‐
voorziening voor korte tijd wordt on‐ derbroken.
■ Storing door radiogolven afkomstig
van externe zenders met een hoog vermogen.
Page 27 of 197

Sleutels, portieren en ruiten25
Fysieke noodsleutel
Ontgrendelingsknop aan de zijkant
van de elektronische sleutel ingedrukt houden en fysieke noodsleutel uit de
bovenkant trekken.
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Steek de fysieke noodsleutel na ge‐
bruik weer in de behuizing van de
elektronische sleutel.
Portiersloten
Diefstalvergrendeling
Open de deur en schakel de diefstal‐
vergrendeling in om te voorkomen dat
de voordeur van buiten af wordt ge‐ opend.
Draai de schakelaar van de vergren‐ deling op de deur met een geschikt
gereedschap in de vergrendelde
stand. De deur kan van buiten af niet
worden geopend.
De diefstalvergrendeling blijft zelfs na het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening ingeschakeld. De
deur van alleen van binnen of met de
fysieke sleutel worden geopend.
Schakel deze uit door de schakelaar
in de ontgrendelde stand te zetten.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt de voor‐
portieren, de zijschuifdeuren en de
bagageruimte.
Met de handzender met 3 toetsen
worden de voordeuren en de baga‐
geruimte/zijschuifdeuren (indien aan‐
wezig) onafhankelijk van elkaar ont‐
grendeld en vergrendeld.
Om veiligheidsredenen kan de auto niet worden vergrendeld, wanneer de sleutel in het contactslot steekt.
Let op
Als er binnen ongeveer 2 minuten na
het ontgrendelen van de auto geen
deur wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Page 28 of 197

26Sleutels, portieren en ruiten
Portieren en bagageruimte sluiten. Bij
een niet goed gesloten deur werkt de
centrale vergrendeling niet.
Werking van afstandsbediening De werking van de centrale vergren‐
deling met de handzender wordt be‐ vestigd door de alarmknipperlichten.
Ontgrendelen met handzender met
twee toetsen
Afhankelijk van configuratie:
■ Toets c eenmaal indrukken om de
bestuurdersdeur te ontgrendelen
en c tweemaal indrukken om alle
deuren en de bagageruimte te ont‐
grendelen.
- of -
■ Druk één keer op de toets c om alle
deuren en de bagageruimte te ont‐
grendelen.
Ontgrendelen met handzender met
drie toetsen
Afhankelijk van configuratie:
■ Toets c eenmaal indrukken om de
bestuurdersdeur te ontgrendelen
en c tweemaal indrukken om alle
deuren en de bagageruimte te ont‐
grendelen.
- of -
■ Druk één keer op de toets c om alle
deuren en de bagageruimte te ont‐
grendelen.
Vergrendelen met handzender met
twee toetsen
Toets e indrukken: Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
Page 29 of 197

Sleutels, portieren en ruiten27
Vergrendelen met handzender met
drie toetsen
Toets e indrukken: Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
Let op
Indien aanwezig, wordt de bewaking van de passagiersruimte 3 36 uit‐
geschakeld door de knop e inge‐
drukt te houden (ter bevestiging klinkt een geluidssignaal).
Als dit per ongeluk is gebeurd, moet
u de deuren opnieuw ontgrendelen
en de toets e korte tijd indrukken om
de auto te vergrendelen.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
2 toetsen
Druk afhankelijk van de configuratie
één of tweemaal op de toets c om de
bagageruimte (en de zijschuifdeuren) te ontgrendelen.
Druk op de toets e om de bagage‐
ruimte (en de zijschuifdeuren) te ver‐ grendelen.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
3 toetsen
Druk op de toets G om de bagage‐
ruimte (en de zijschuifdeuren) te ver‐
grendelen of de ontgrendelen.
Werking elektronisch
sleutelsysteem Voor handenvrije bediening moet deelektronische sleutel buiten de auto
zijn, binnen een bereik van ongeveer
één meter van de voordeuren of de
bagageruimte.
Page 30 of 197

28Sleutels, portieren en ruiten
Let op
Er zit geen knop voor handenvrije
bediening in de buitenkruk van de
zijschuifdeur.
Er mag geen elektronische sleutel in
de auto blijven liggen en niet nog een extra elektronische sleutel in de de‐
tectiezones zijn, omdat anders de
handenvrije bediening van de cen‐ trale vergrendeling niet werkt.
De werking van de centrale vergren‐
deling met de elektronische sleutel
wordt bevestigd door de alarmknip‐
perlichten.9 Gevaar
Laat nooit een elektronische sleu‐
tel achter in de auto bij kinderen of dieren, om onbedoeld bedienen
van ruiten, deuren of motor te
voorkomen. Kans op fataal letsel.
Ontgrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de knop op een van de bui‐
tenkrukken en trek aan de kruk om te openen.
De auto ontgrendelt alleen wanneer
er ten minste 3 seconden zijn verstre‐
ken na het handenvrij vergrendelen.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Ontgrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Druk op de toets c om alle deuren en
de bagageruimte te ontgrendelen.
Vergrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de knop op een van de bui‐
tenkrukken. Alle deuren en de baga‐
geruimte worden vergrendeld.
De auto vergrendelt alleen wanneer
er ten minste 3 seconden zijn verstre‐
ken na het handenvrij ontgrendelen.
Page 31 of 197

Sleutels, portieren en ruiten29
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Vergrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Druk op de toets e om alle deuren en
de bagageruimte te vergrendelen.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de toets op de buitenkruk om
de achterdeuren/achterklep (en de
zijschuifdeuren) te vergrendelen of te
ontgrendelen wanneer de elektroni‐ sche sleutel binnen bereik van de de‐ tectiezone (ongeveer één meter) is.
De achterdeuren/achterklep (en de
zijschuifdeuren) vergrendelen/ont‐
grendelen alleen wanneer er ten min‐
ste 3 seconden zijn verstreken na de
laatste keer indrukken van de toets.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Druk op de toets G om de achter‐
deuren/achterklep (en de zijschuif‐
deuren) te vergrendelen/ontgrende‐
len.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.
Page 32 of 197

30Sleutels, portieren en ruiten
Bediening met fysieke sleutel
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Centrale vergrendelingstoets
Vergrendelt of ontgrendelt de portie‐
ren en de bagageruimte vanuit de
passagiersruimte.
Druk op de schakelaar e om de auto
te vergrendelen. De activering wordt
aangeduid door de LED in de toets.
Bij het sluiten van een open deur
wordt de deur automatisch vergren‐
deld.
Druk nogmaals op e om de auto te
ontgrendelen.
Bij het rijden met een open bagage‐
ruimte kunnen de voordeuren (en de
zijschuifdeuren) nog steeds worden
vergrendeld. Met ingeschakeld con‐
tact de schakelaar e gedurende on‐
geveer 5 seconden ingedrukt hou‐
den. Bij het sluiten van de achterdeu‐ ren/achterklep worden ze automa‐tisch vergrendeld.
Automatisch vergrendelen 3 31.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de cen‐
trale vergrendelingstoets e wordt in‐
gedrukt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.
Deurvangers
Bij bepaalde modellen worden de slo‐
ten van de laadruimte apart bediend
voor meer veiligheid.
Bij deurvangers dient de bagage‐ ruimte met de hand te worden ge‐
opend door de sleutel in het slot te
steken en om te draaien, ofschoon de
deuren met de handzender of de
elektronische sleutel kunnen worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Achterdeuren 3 32.