Page 169 of 225
Verzorging van de auto167
Xenonkoplampen A kunnen van ha‐
logeenkoplampen B worden onder‐
scheiden door het verschillende lens‐ ontwerp.
Dimlicht en grootlicht9 Gevaar
Xenonkoplampen werken met een
zeer hoge elektrische spanning.
Niet aanraken. Gloeilampen door
een werkplaats laten vervangen.
Richtingaanwijzers vooraan
1. Koplamp compleet demonteren 3 164.
2. Lamphouder linksom draaien en lamphouder uit de lampunit ne‐
men.
3. Gloeilamp linksom duwen en draaien om deze uit de lamphou‐
der los te nemen.
4. Nieuwe lamp in de lamphouder duwen en deze rechtsom draaien.
5. Lamphouder opnieuw in de lamp‐
unit aanbrengen door deze
rechtsom te draaien.
6. Koplampunit opnieuw monteren.Zijmarkeringslichten
1. Koplamp compleet demonteren 3 164.
2. Lamphouder linksom draaien en lamphouder uit de lampunit ne‐
men.
3. Lamp uit de lamphouder verwijde‐
ren door deze er recht uit te trek‐
ken.
4. Nieuwe gloeilamp erin steken. Een pluisvrije doek gebruiken om
de lamp vast te houden.
Page 170 of 225

168Verzorging van de auto
5.Lamphouder opnieuw in de lamp‐
unit aanbrengen door deze
rechtsom te draaien.
6. Koplampunit opnieuw monteren.
Mistlampen
1. De 2 schroeven van het paneel aan de onderkant van de auto on‐
der de mistlampen voor demonte‐ ren en het paneel verwijderen.
2. Kabelboomstekker loskoppelen van lamphouder en lamphouder
linksom draaien.
3. Lamphouder uit lampunit verwij‐ deren, lamp linksom draaien en
uit de lamphouder verwijderen.
4. Nieuwe lamp in de lamphouder steken en deze rechtsom draaien.
5. Lamphouder opnieuw in de lamp‐
unit aanbrengen en kabelboom‐
stekker opnieuw aansluiten.
6. Paneel aan de onderkant van het voertuig opnieuw monteren met
behulp van de eerder gedemon‐
teerde 2 schroeven.Achterlichten
Achterremlichten, achterlichten, richtingaanwijzers,
achteruitrijlichten en
mistachterlicht
1. Achterklep openen en de 2 schroeven en lampunit verwij‐
deren.
2. Lamphouder verwijderen door deze linksom te draaien.
3. Lamp uit de lamphouder verwijde‐
ren door de lamp erin te duwen en deze linksom te draaien.
Page 171 of 225

Verzorging van de auto169
4. Nieuwe lamp in lamphouder ste‐ken.
5. Lamphouder weer in lamphuis aanbrengen. Lamphouderrechtsom goed vastdraaien.
6. Lamp compleet vervangen door de nokken op de lamp compleet inde bijbehorende openingen te ge‐leiden.
7. De eerder verwijderde 2 schroeven opnieuw aanbren‐
gen en de achterklep sluiten.
Zijrichtingaanwijzers
1. Met behulp van een geschikte schroevendraaier, de lamp uit de
vleugel wrikken.
2. Lamphouder linksom draaien.
3. Lamp uit de lampunit verwijderen door de lamp recht uit de lamp‐
houder te trekken.
4. Nieuwe lamp in de lamphouder steken door deze erin te duwen en
de lamphouder rechtsom te
draaien.
5. Lampunit terug in het gat duwen.
Derde remlicht
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Kentekenverlichting
1. De 4 schroeven (pijl) losnemen en
de lampafdekking verwijderen.
2. Lamphouder uit de lampunit ver‐ wijderen door deze linksom te
draaien.
3. Lamp er recht uit de lamphouder trekken.
4. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
Page 172 of 225

170Verzorging van de auto
5. Lamphouder opnieuw in lampunitmonteren. Lamphouder rechtsom
draaien en ervoor zorgen dat
deze vastzit.
6. Lampafdekking opnieuw aan‐ brengen met behulp van de eer‐
der losgenomen 4 schroeven.
Binnenverlichting Leeslampen voor
1. Met behulp van een geschikte schroevendraaier, de lens van de
lamp uit de dakbekleding wrikken.
2. Lamp verwijderen.
3. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. De lens van de lamp opnieuw in de dakbekleding aanbrengen.
Leeslampen achter
1. Met behulp van een geschikte schroevendraaier, de lens van de
lamp uit de dakbekleding wrikken.
2. Lamp verwijderen.
3. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. De lens van de lamp opnieuw in de dakbekleding aanbrengen.
Bagageruimteverlichting
1. Met behulp van een geschikte schroevendraaier, de lens uit de
lampunit verwijderen.
2. Lamp verwijderen.
3. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. De lens opnieuw in de lampunit aanbrengen.
Verlichting
handschoenenkastje
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Page 173 of 225

Verzorging van de auto171Instrumentenverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de ver‐ vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringhouders in de
auto:
■ in de motorruimte naast het koel‐ vloeistofreservoir,
■ in het instrumentenbord, links in de
voetenruimte van de passagiers‐
stoel of, in modellen met stuurwiel
rechts, links in de voetenruimte van de bestuurdersstoel.
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.
Zekering pas vervangen wanneer de
oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd. Er kunnen
zekeringen aanwezig zijn die geen
functie hebben.Er wordt aangeraden een volledige
set reservezekeringen bij zich te heb‐
ben. Reservezekeringen kunnen in
de zekeringenkast in de motorruimte worden bewaard.
Page 174 of 225
172Verzorging van de auto
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit wellicht een zekeringtrek‐
ker.Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op de zekering steken en de ze‐
kering lostrekken.
Page 175 of 225
Verzorging van de auto173Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringdoos zit naast het expan‐ siereservoir in de motorruimte.
Om te openen, het deksel losmaken
en omhoogtillen.
Page 176 of 225
174Verzorging van de auto