Page 169 of 364

167
Inschakelen
Het systeem wordt automa-
tisch ingeschakeld zodra u het
contact opnieuw aanzet.
Storingen
Bij een storing in het systeem gaat het
verklikkerlampje in de schakelaar "ECO
OFF"
knipperen en vervolgens constant
branden.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwa-
lifi ceerde werkplaats.
Als er in de STOP-stand een storing
zou optreden, kan het zijn dat de motor
niet meer wil aanslaan of direct afslaat:
alle verklikkerlampjes branden. Zet in
dat geval het contact af en start de auto
dan met behulp van de sleutel.
Schakel omwille van de veilig-
heid het Stop & Start-systeem
altijd uit als u handelingen on-
der de motorkap wilt uitvoeren.
Het Stop & Start-systeem
maakt gebruik van geavan-
ceerde technologie. Laat
eventuele werkzaamheden uitvoeren
bij een gekwalifi ceerde werkplaats,
bijvoorbeeld een servicepunt van
het PEUGEOT-netwerk, die over alle
deskundigheid en speciale gereed-
schappen beschikt.
Onderhoud
Dit systeem heeft specifi eke kenmerken
en maakt gebruik van een speciale 12V-
accu (raadpleeg voor meer informatie het
PEUGEOT-netwerk).
Het gebruik van een andere dan de door
PEUGEOT voorgeschreven accu's kan lei-
den tot storingen in het systeem.
Maak voor het opladen van de 12V-accu ge-
bruik van een 12V-acculader. De polariteiten
mogen hierbij niet worden omgekeerd.
Druk nogmaals op de schakelaar "ECO
OFF"
.
Het systeem is dan weer ingeschakeld;
het verklikkerlampje in de schakelaar
gaat uit en er wordt een melding op het
display weergegeven.
Page 170 of 364

RIJ
168
PARKEERHULP VOOREN/OF ACHTER METGRAFISCHE WEERGAVE EN GELUIDSSIGNALEN
Dit systeem bestaat uit vier afstands-
sensoren die zijn aangebracht in de
voor- en/of achterbumper.
Het systeem waarschuwt de bestuurder
voor elk obstakel (persoon, auto, boom,
hek, …) dat zich achter de auto bevindt.
Het waarschuwt u echter niet voor ob-
jecten die zich direct onder de bumper
bevinden. Het systeem wordt ingeschakeld
:
- zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld,
- bij vooruitrijden met een snelheid la-
ger dan 10 km/h.
Dit wordt aangegeven door een ge-
luidssignaal en door de weergave van
de auto op het multifunctionele display.
Paaltjes, pionnen bij wegwerk-
zaamheden of gelijksoortige
voorwerpen worden waarge-
nomen bij aanvang van de aanrijma-
noeuvre, maar niet meer wanneer de
auto te dicht genaderd is. De afstand tot het obstakel wordt aan-
gegeven door:
- geluidssignalen, die elkaar sneller
opvolgen naarmate de auto dichter
bij het obstakel komt,
- een grafi sche weergave op het mul-
tifunctionele display, met blokjes die
steeds dichter bij de auto komen.
De plaats van het obstakel wordt aan-
gegeven door de luidsprekers die het
geluidssignaal weergeven (voor/achter
en links/rechts).
Als de auto minder dan ongeveer der-
tig centimeter van het obstakel verwij-
derd is, is het geluidssignaal continu
hoorbaar en/of verschijnt het symbool
"Gevaar", afhankelijk van het type mul-
tifunctioneel display.
Page 171 of 364

RIJ
169
De parkeerhulp is een hulp-
middel voor de bestuurder, die
desondanks waakzaam moet
blijven en verantwoordelijk is. De parkeerhulp wordt uitgeschakeld
:
- als de achteruit wordt uitgescha-
keld,
- als bij het vooruitrijden de wagen-
snelheid hoger dan 10 km/h is,
- als de auto langer dan 3 seconden
stilstaat.
Deactiveren
Storing
Het systeem zal automatisch
worden uitgeschakeld bij het
trekken van een aanhangwa-
gen of de montage van een fi etsen-
drager (auto uitgerust met een door
PEUGEOT aanbevolen trekhaak of
fi etsendrager).
Activeren
)
Druk nogmaals op de toets A
. Het
verklikkerlampje gaat uit en het sy-
steem is weer ingeschakeld.
)
Druk op de toets A
. Het verklikker-
lampje gaat branden en het systeem
is volledig uitgeschakeld. Zorg ervoor dat de sensoren
in de winter of bij slecht weer
niet bedekt zijn met modder, ijs
of sneeuw. Als de sensoren vuil zijn,
wordt dit bij het inschakelen van de
achteruitversnelling aangegeven door
een geluidssignaal (lange piep).
Wanneer de auto langzamer rijdt dan
ongeveer 10 km/h kunnen omge-
vingsgeluiden (motor, vrachtwagen,
pikhamer, ...) er voor zorgen dat de
geluidssignalen van de parkeerhulp
worden weergegeven.
In het geval van een storing zal bij
het inschakelen van de achteruit-
versnelling dit pictogram worden
weergegeven op het instrumenten-
paneel en/of een melding op het
multifunctionele display verschijnen, in combi-
natie met een geluidssignaal (kort piepje).
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een ge-
kwalifi ceerde werkplaats.
Page 172 of 364

RIJ
170
INTELLIGENTE PARKEERHULP
Dit systeem meet de afmetingen van
een parkeerplek tussen twee auto's of
obstakels en geeft informatie over:
- de mogelijkheid te parkeren in een
lege parkeerplaats, aan de hand
van een model van uw auto en de
benodigde afstanden voor het ma-
noeuvreren,
- de moeilijkheidsgraad van het inpar-
keren.
Het systeem meet geen parkeerruimtes
op waarvan de afmetingen aanmerke-
lijk groter of kleiner zijn dan het model
van de auto.
Weergave op hetinstrumentenpaneel
Het controlelampje van de in-
telligente parkeerhulp kan drie
verschillende toestanden aan-
geven:
- gedoofd:
de functie is niet inge-
schakeld,
- permanent brandend:
de functie
is ingeschakeld, maar er is nog niet
aan de meetvoorwaarden voldaan
(richtingaanwijzer niet bediend,
snelheid te hoog) of de meting is
beëindigd,
- knipperend:
bezig met meten, of
de melding wordt weergegeven. U kunt de intelligente parkeerhulp in-
schakelen door de schakelaar A
in te
drukken. Een constant brandend con-
trolelampje geeft aan dat de functie ge-
selecteerd is.
Page 173 of 364