Page 317 of 384

In duizenden kilometers24 48 72 96 120 144 168 192
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96
Visuele controle uitvoeren van de conditie van de
hulpaandrijfriem(en).
Uitlaatgasemissiewaarden controleren.
Handrem controleren en indien nodig afstellen.
Werking motormanagement controleren (via diagnosestekker).
Ververs de automatische transmissievloeistof en vervang het filter (*).
Bougies vervangen (2,4-liter motor).
Bougies vervangen (3,6-liter motor).
Luchtfilterelement vervangen.
Ververs motorolie en vervang oliefilter (**).
Remvloeistof verversen (of elke 24 maanden).
Pollenfilter vervangen.
Vloeistof in het achterdifferentieel (RDA) verversen (voor bepaalde
uitvoeringen/landen).
Vloeistof in de verdeelbak (PTU) verversen (voor bepaalde
uitvoeringen/landen).
(**) Verversing van de motorolie en vervanging van het
oliefilter moet worden uitgevoerd indien dit wordt
aangegeven door een waarschuwingslampje of via een bericht op het instrumentenpaneel, en maximaal elke
12 maanden.
311
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 318 of 384

OPMERKING:Koelsysteem doorspoelen en koel-
vloeistof verversen bij 240.000 km of na 10 jaar.
Periodieke controles
Na elke 1.000 km of voorafgaand aan lange ritten het
volgende controleren en indien nodig bijvullen:
koelvloeistof;
remvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
stuurbekrachtigingsvloeistof;
bandenspanning en staat van de banden;
werking van verlichting (koplampen, richtingaanwij- zers, waarschuwingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/-sproeiers, stand en slij- tage van voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil controleren en
indien nodig bijvullen.
Gebruik van auto onder zware
omstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een van de volgende
omstandigheden wordt gebruikt:
trekken van aanhanger of caravan;
stoffige wegen; herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bij
temperaturen onder het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstan- den met lage snelheden of langere perioden zonder
gebruik.
U dient de volgende inspecties vaker uit te voeren dan
is aangegeven in het onderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren schoon en voldoende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van conditie van: motor, versnellingsbak, pijpen en leidingen (uitlaat - brand-
stofsysteem - remmen) en rubberdelen (hoezen -
manchetten - bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofniveau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de hulpaandrijfriemen;
motorolie controleren en indien nodig verversen en oliefilter vervangen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien nodig vervangen.
312
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 319 of 384

ONDERHOUDSSCHEMA — DIESELMOTOR
Vereiste onderhoudsintervallen
Raadpleeg de onderhoudsschema's op de volgende pagina's voor de vereiste onderhoudsintervallen.
In duizenden kilometers30 60 90 120 150 180
Maanden 24 48 72 96 120 144
Banden op conditie/slijtage controleren en bandenspanning eventueel
corrigeren.
Werking verlichting controleren (koplampen, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, interieurverlichting, waarschuwingslampjes
instrumentenpaneel enz.).
Stand van wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage
controleren.
Werking van het ruitensproeiersysteem controleren en, indien nodig, de
sproeiers afstellen.
Conditie en slijtage van de remblokken vóór controleren.
Conditie en slijtage van de remblokken achter controleren.
Conditie en visuele controle: buitenzijde carrosserie, chassisbescherming,
pijpen en slangen (uitlaat, brandstofsysteem, remsysteem), rubberdelen
(hoezen, manchetten enz.), homokinetische koppelingen, voorwielophanging,
spoorstangeinden en stofhoezen. Indien nodig vervangen.
Controleren of de grendels van de motorkap schoon zijn en controleer of de
koppelingen gesmeerd en schoon zijn.
Alle vloeistofniveaus (koelvloeistof, remvloeistof en vloeistof van de
hydraulische koppeling, ruitensproeiervloeistof, accuzuur, enz.) controleren en
zo nodig bijvullen.
313
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 320 of 384

In duizenden kilometers30 60 90 120 150 180
Maanden 24 48 72 96 120 144
Uitlaatgassen-/emissies controleren.
Accustatus controleren en zo nodig bijladen.
Werking motorsysteem controleren (via diagnosestekker).
Visuele controle van de conditie van de hulpaandrijfriem.
Hulpaandrijfriemen vervangen.
Toestand van distributieriem controleren.
Distributieriem vervangen (*).
Oliefilter vervangen (of minstens elke 24 maanden vervangen).
Handrem controleren en indien nodig afstellen.
Luchtfilterelement vervangen (of minstens elke 24 maanden vervangen).
Motorolie verversen en oliefilterelement vervangen (of minstens elke 24
maanden) (**) (***).
Remvloeistof verversen (of elke 24 maanden).
Pollenfilter vervangen.
Vloeistof in het achterdifferentieel (RDA) verversen (voor bepaalde
uitvoeringen/landen).
Vloeistof in de verdeelbak (PTU) verversen (voor bepaalde uitvoeringen/
landen).
314
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 321 of 384

In duizenden kilometers30 60 90 120 150 180
Maanden 24 48 72 96 120 144
Bij gebruik van de auto als politiewagen, taxi of bedrijfswagen of regelmatig
trekken van een aanhangwagen: de automatische transmissievloeistof verversen
en het filterelement vervangen.
Automatische transmissievloeistof verversen en filter vervangen.
* Ongeacht het aantal gereden kilometers moet de
distributieriem elke 4 jaar vervangen worden bij ge-
bruik in bijzonder zware omstandigheden (koud kli-
maat, stadsverkeer, langdurig stationair draaien) en ten
minste elke 5 jaar.
** Als er minder dan 10.000 km per jaar met de auto
wordt gereden, moet om de 12 maanden de motorolie
worden ververst en het oliefilterelement worden ver-
vangen.
*** Het feitelijke interval voor verversing van de mo-
torolie en vervanging van het oliefilterelement is afhan-
kelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto. Dit
interval wordt aangegeven door een meter of via een
bericht (indien aanwezig) op het dashboard.
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto. Periodieke controles
Na elke
1.000 km of voorafgaand aan lange ritten het
volgende controleren en indien nodig bijvullen:
koelvloeistof;
remvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
stuurbekrachtigingsvloeistof;
bandenspanning en staat van de banden;
werking van verlichting (koplampen, richtingaanwij- zers, waarschuwingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/-sproeiers, stand en slij- tage van voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil controleren en
indien nodig bijvullen.
315
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 322 of 384

Gebruik van auto onder zware
omstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een van de volgende
omstandigheden wordt gebruikt:
trekken van aanhanger of caravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bijtemperaturen onder het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstan- den met lage snelheden of langere perioden zonder
gebruik. U dient de volgende inspecties vaker uit te voeren dan
is aangegeven in het onderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren
schoon en voldoende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van conditie van: motor, versnellingsbak, pijpen en leidingen (uitlaat - brand-
stofsysteem - remmen) en rubberdelen (hoezen -
manchetten - bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofniveau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de hulpaandrijfriemen;
motorolie controleren en indien nodig verversen en oliefilter vervangen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien nodig vervangen.
316
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 323 of 384
MOTORCOMPARTIMENT — 2,4-LITER BENZINE
(afb. 174)(afb. 174)1 — Reservoir koelvloeistof7 — Volledig geïntegreerde voedingsmodule (zekeringen)
2 — Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof 8 — Peilstaaf automatische versnellingsbak
3 — Vulopening motorolie 9 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
4 — Reservoir remvloeistof 10 — Radiatordop koelvloeistof
5 — Aansluiting startkabel (pluspool) 11 — Peilstok motorolie
6 — Aansluiting startkabel (minpool)
317
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 324 of 384
MOTORCOMPARTIMENT — 3,6-LITER BENZINE
(afb. 175)(afb. 175)1 — Reservoir koelvloeistof5 — Luchtfilter
2 — Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof 6 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
3 — Reservoir remvloeistof 7 — Peilstok motorolie
4 — Volledig geïntegreerde vermogensmodule (zekeringen) 8 — Vulopening motorolie
318
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD