een kleine hoeveelheid smeermiddel van hoge kwaliteit
direct aan in de slotcilinder.
Laat het onderhoud van uw auto over
aan een FIAT-dealer. Voor routine-
onderhoud en klein onderhoud dat u zelf
wilt uitvoeren, raden wij u aan om het juiste
gereedschap, originele reserveonderdelen van
FIAT en de vereiste vloeistoffen te gebruiken.Voer
geen onderhoud uit als u geen ervaring hebt .
WISSERBLADEN
De rubber delen van de wisserbladen, de voor- en
achterruit regelmatig afsponsen of met een zachte
doek en een niet-schurend reinigingsmiddel schoonma-
ken. Zo verwijdert u strooizout, vet of olieaanslag en
vermindert u de kans op streepvorming en vlekken.
Als de ruitenwissers langdurig worden gebruikt terwijl
de ruit droog is, zullen de wisserbladen sneller slijten.
Gebruik altijd sproeivloeistof als u met de wissers
strooizout of vuil van een droge voor- of achterruit wilt
verwijderen.
Rijp of ijs niet met behulp van de wissers van de voor-
of achterruit verwijderen. Controleer alvorens te wis-
sen of de wisserbladen niet aan de voorruit zijn vast-
gevroren, om beschadiging te voorkomen. Zorg dat het
rubber van de wissers niet in aanraking komt met
aardolieproducten zoals motorolie, benzine, enz. OPMERKING:
De levensduur van ruitenwisserbla-
den is afhankelijk van de geografische regio en de mate
van gebruik. Wanneer u merkt dat de ruitenwissers
klapperen of (water)sporen of natte plekken achterla-
ten, dan duidt dit op een slechte werking van de
ruitenwisserbladen. Als een van deze symptomen op-
treedt, reinig dan de ruitenwisserbladen met een voch-
tige doek en verwijder alle vuil dat mogelijk de werking
beïnvloedt.
Achterruitwisser verwijderen/aanbrengen
1. Trek de kap op het scharnier van de achterruitwis- ser omhoog. Het ruitenwisserblad kan nu van de
achterruit worden afgenomen.(afb. 179)
OPMERKING: De arm van de achterruitwisser kan
niet volledig van de ruit worden afgenomen als niet
eerst de kap op het scharnier is opgeklapt.
2. Kantel de wisserarm naar boven, zodat het ruiten- wisserblad vrijkomt van de achterruit.
3. Pak de onderzijde van het ruitenwisserblad vast en draai het naar voren zodat de scharnierpen loskomt
van de bladhouder.(afb. 180)
4. Plaats de scharnierpen in de bladhouder aan het uitende van de ruitenwisserarm, druk het ruitenwis-
serblad stevig aan tot deze op zijn plaats schiet.
327
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
5. Kantel het ruitenwisserblad omlaag en breng de kapop het scharnier op zijn plaats.
RUITENSPROEIERVLOEISTOF BIJVULLEN
De ruitensproeiers vóór en achter maken gebruik van
hetzelfde vloeistofreservoir. Het vloeistofreservoir be-
vindt zich in de motorruimte. Controleer regelmatig
de inhoud van het reservoir. Vul het reservoir met een
ruitensproeieroplossing (geen radiateur-antivries) en
laat het systeem enkele seconden werken om het
restwater weg te spoelen.
Als u het vloeistofreservoir bijvult, breng dan een
kleine hoeveelheid vloeistof aan op een (hand)doek en er veeg de wisserbladen mee schoon. Dit verbetert de
wiswerking.
Om te voorkomen dat uw ruitensproeiersysteem bij
koud weer bevriest, dient u een oplossing of mengsel te
kiezen dat geschikt is voor het klimaat in uw omgeving.
Deze informatie treft u aan op de meeste flessen met
ruitensproeiervloeistof.
Het vloeistofreservoir kan met bijna 4 liter sproeivloei-
stof bijgevuld worden als het bericht "Washer Fluid
Low" (Sproeivloeistofpeil laag) verschijnt in het EVIC.(afb. 179)1 — Wisserarm
2 — Kap op scharnier
(afb. 180)1 — Ruitenwisserblad
2 — Scharnierpen
3 — Ruitenwisserarm
4 — Bladhouder
328
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
WAARSCHUWING!
In de handel verkrijgbare ruitensproei-
er
vloeistof is brandbaar. Deze kan ont-
branden en brandwonden veroorzaken. Wees
daarom voorzichtig als u het reservoir bijvult of
in de buurt van het reservoir werkt .Laat het onderhoud van uw auto over
aan een FIAT-dealer. Voor routine-
onderhoud en klein onderhoud dat u zelf
wilt uitvoeren, raden wij u aan om het juiste
gereedschap, originele reserveonderdelen van
FIAT en de vereiste vloeistoffen te gebruiken.Voer
geen onderhoud uit als u geen ervaring hebt .
ACTIEVE REGENERATIESTRATEGIE –
2,0-LITER DIESELMOTOR
Deze auto is uitgerust met een uiterst moderne motor
en een uitlaatsysteem met roetfilter. De motor en het
uitlaatgasnabehandelingssysteem werken samen om te
voldoen aan de uitlaatgasnormen. Het systeem contro-
leert de verbranding in de motor, zodat de katalysator
roetdeeltjes kan opvangen en verbranden zonder uw
tussenkomst.
Raadpleeg voor meer informatie "Elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC)" in "Uw auto". UITLAATSYSTEEM
De beste bescherming tegen koolmonoxidevergiftiging
is een goed onderhouden uitlaatsysteem.
Wanneer enige verandering in het uitlaatgeluid is waar
te nemen, als u uitlaatgassen in het interieur ruikt of als
de onder- of achterzijde van de auto is beschadigd, laat
u een vakbekwame monteur het hele uitlaatsysteem en
naburige carrosseriedelen controleren op breuk,
schade, slijtage of verkeerde montage. Open naden of
losse verbindingen kunnen ertoe leiden dat uitlaatgas-
sen binnendringen in het interieur. Laat het uitlaatsys-
teem ook altijd controleren wanneer de auto op een
hefbrug wordt gezet voor het verversen van smeervet
of olie. Laat indien nodig onderdelen vervangen.
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen gezondheidspro-
blem
en veroorzaken of zelfs dodelijk
zijn. Ze bevatten koolmonoxide (CO), een kleur-
en geurloos gas. Het inademen ervan kan bewus-
teloosheid en vergiftiging veroorzaken. Raad-
pleeg "Veiligheidstips/uitlaatgas" in "Veiligheid"
voor meer informatie om inademen van koolmo-
noxide (CO) te voorkomen.
329
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
OPMERKING:Opzettelijk knoeien aan het uitlaat-
gasregelsysteem is strafbaar en kan leiden tot straf-
rechtelijke vervolging.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand ver-
oor
zaken wanneer u boven brandbaar
materiaal parkeert . Denk bijvoorbeeld aan
droog gras of bladeren die in aanraking komen
met de hete uitlaat . Parkeer daarom nooit op
een ondergrond waar uw uitlaat in aanraking
kan komen met brandbaar materiaal.
In uitzonderlijke situaties (bij zeer ernstige motor-
schade) kan een doordringende geur duiden op een
ernstige en abnormale oververhitting van de katalysa-
tor. Als dat gebeurt, breng de auto dan veilig tot
stilstand, zet de motor uit (OFF) en laat deze afkoelen.
Laat de auto zo spoedig mogelijk controleren en afstel-
len volgens de specificaties van de fabrikant.
Houd rekening met het volgende om mogelijke schade
aan de katalysator tot een minimum te beperken:
U mag nooit de motor uitzetten of het contact afzetten terwijl de versnellingsbak is ingeschakeld en
de auto rijdt.
Probeer de auto niet te starten door deze te duwen of te slepen. De motor niet voor langere tijd in zijn vrij laten lopen
terwijl de aansluitingen van de bobine zijn losgekop-
peld.
KOELSYSTEEM
WAARSCHUWING!
Als
u werkzaamheden gaat verrichten
in de buurt van de radiatorventilator,
moet u de ventilatormotor loskoppelen of de
contactschakelaar in de stand LOCK zetten. De
ventilator is temperatuurgeregeld en kan op elk
moment gaan draaien indien de contactschake-
laar in de stand ON staat .
Hete koelvloeistof (antivries) en stoom uit de
radiateur kunnen ernstige brandwonden veroor-
zaken. Als u stoom van onder de motorkap hoort
of ziet komen, mag u de motorkap pas openen
nadat de radiateur voldoende is afgekoeld. Open
nooit de vuldop van het koelsysteem als de radi-
ateur heet is.
330
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Laat het onderhoud van uw auto over
aan een FIAT-dealer. Voor routine-
onderhoud en klein onderhoud dat u zelf
wilt uitvoeren, raden wij u aan om het juiste
gereedschap, originele reserveonderdelen van
FIAT en de vereiste vloeistoffen te gebruiken.Voer
geen onderhoud uit als u geen ervaring hebt .
Controle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries) ieder jaar (bij
voorkeur voordat de vorst invalt). Als de koelvloeistof
vuil of roestig lijkt, laat dan het systeem aftappen,
spoelen en opnieuw vullen met nieuwe koelvloeistof.
Controleer of de voorzijde van de airco-condensor vrij
is van insectenresten, bladeren, enz. Spuit de voorzijde
van de condensor indien nodig voorzichtig verticaal
vanaf de bovenkant schoon met een tuinslang.
Controleer de slangen van het koelvloeistofreservoir
op broos rubber, barsten, scheuren, insnijdingen en
vloeistofdichte aansluiting aan reservoir- en radiateur-
zijde. Controleer het hele systeem op lekkage.
Koelsysteem – aftappen, spoelen en bijvullen
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoudsschema" voor
de juiste onderhoudsintervallen.
Reinig het koelsysteem met een betrouwbaar reini-
gingsmiddel als de koelvloeistof vuil is of als er veel
bezinksel aanwezig is. Voer daarna een grondige spoel- beurt uit om alle afzettingen en chemicaliën te verwij-
deren. Voer afgewerkte koelvloeistof (antivries) op de
juiste wijze af.
Keuze van koelvloeistof - benzinemotor
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen koel-
vloeistof. Raadpleeg "Vloeistoffen, smeermiddelen en
originele onderdelen" in "Technische gegevens" voor
meer informatie.
Het mengen van koelvloeistof (anti-
vries) met andere dan de gespecificeerde
koelvloeistof (antivries) kan beschadi-
ging van de motor veroorzaken en de bescherming
tegen roest verminderen.Als u in een noodsituatie
een andere koelvloeistof (antivries) aan het koel-
systeem hebt toegevoegd dan wordt voorgeschre-
ven, is het verstandig deze zo snel mogelijk te
laten vervangen door de voorgeschreven koel-
vloeistof (antivries).
(Vervolgd)
331
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
(Vervolgd)
Gebruik geen gewoon water of koelvloeistof
(antivries) op basis van alcohol. Gebruik geen
roestremmers of andere anticorrosie-producten,
omdat deze mogelijk niet geschikt zijn voor de
gebruikte koelvloeistof (antivries) en verstopping
van de koelvloeistof kunnen veroorzaken.
Deze auto is niet ontworpen voor het gebruik
van motorkoelvloeistof (antivries) op basis van
propyleenglycol. Het gebruik van motorkoelvloei-
stof (antivries) op basis van propyleenglycol
wordt afgeraden.
Keuze van koelvloeistof – dieselmotor
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen koel-
vloeistof (antivries). Raadpleeg "Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderdelen" in "Technische ge-
gevens" voor meer informatie.
Gebruik geen HOAT (Hybride Organi-
sche Additief Technologie) producten in
dieselmotoren.
Gebruik geen OAT-producten (Organische ad-
ditieventechnologie) die 2-EH (2–ethylhexanol)
bevatten.
(Vervolgd)(Vervolgd)
Gebruik niet gewoon water of een product op
basis van alcohol (antivries). Gebruik geen anti-
corrosieadditieven of andere corrosiewerende
middelen, omdat deze producten mogelijk niet
geschikt zijn voor de koelvloeistof en de radiator
kunnen verstoppen.
Deze auto is niet ontworpen voor gebruik met
koelvloeistoffen op basis van propyleenglycol. De
toepassing van koelvloeistof op propyleenglycol-
basis wordt afgeraden.
Koelvloeistof bijvullen – benzinemotor
Uw auto wordt af-fabriek geleverd met een verbeterde
koelvloeistof (antivries) die grotere onderhouds-
intervallen mogelijk maakt. Deze koelvloeistof (anti-
vries) kan maximaal tien jaar of 240.000 km worden
gebruikt voordat deze moet worden ververst. Om te
vermijden dat dit grotere onderhoudsinterval wordt
verkleind, moet u altijd dezelfde koelvloeistof gebrui-
ken.
Gebruik uitsluitend zeer zuiver water, zoals gedistil-
leerd of gedeïoniseerd water, voor het verdunnen van
de koelvloeistof (antivries). Water van lagere kwaliteit
kan de corrosiebescherming in het motorkoelsysteem
verminderen.
332
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Het is de taak van de eigenaar van de auto om de
concentratie van de koelvloeistof aan te passen aan de
buitentemperatuur.
OPMERKING:Als verschillende koelvloeistoffen
worden gemengd, neemt de levensduur van de koel-
vloeistof (antivries) af en moet de koelvloeistof vaker
worden ververst.
Koelvloeistof bijvullen – dieselmotor
Uw auto wordt af-fabriek geleverd met een verbeterde
koelvloeistof (antivries) die grotere onderhouds-
intervallen mogelijk maakt. Om te vermijden dat dit
grotere onderhoudsinterval wordt verkleind, moet u
altijd dezelfde koelvloeistof gebruiken.
Het is de taak van de eigenaar van de auto om de
concentratie van de koelvloeistof aan te passen aan de
buitentemperatuur.
OPMERKING: Als verschillende koelvloeistoffen
worden gemengd, neemt de levensduur van de koel-
vloeistof (antivries) af en moet de koelvloeistof vaker
worden ververst.
Vuldop van het koelsysteem
Draai de vuldop goed vast, zodat wordt voorkomen dat
er koelvloeistof (antivries) wordt gemorst en de koel-
vloeistof (antivries) terugloopt naar de radiateur via
het koelvloeistofreservoir. Controleer de vuldop en reinig deze grondig wanneer
er afzettingen zichtbaar zijn op het sluitvlak.
WAARSCHUWING!
Als
waarschuwing is de tekst "DO
NOT OPEN HOT" (NIET OPENEN,
HEET) op de vuldop van het koelsysteem aange-
bracht .Vul nooit koelvloeistof (antivries) bij als de
motor oververhit is. Draai nooit de vuldop los om
een oververhitte motor te laten afkoelen. Door
de hitte komt het koelsysteem onder druk te
staan. Om brandwonden en ander letsel te voor-
komen, mag u nooit de vuldop verwijderen van
een koelcircuit dat heet is of onder druk staat .
Gebruik geen andere vuldop dan de voorge-
schreven vuldop voor uw auto. Dit kan leiden tot
persoonlijk letsel of motorschade.
Afvoeren van afgewerkte koelvloeistof
Gebruikte koelvloeistof met ethyleenglycol is een spe-
ciale afvalstof die volgens de voorschriften afgevoerd
moet worden. Raadpleeg de gemeentelijke instanties
over de juiste wijze van afvoeren. Om inslikken door
kinderen of dieren te voorkomen, dient u koelvloeistof
met ethyleenglycol nooit in open vaten of houders te
bewaren. Laat de vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Wanneer een kind koelvloeistof
333
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
binnenkrijgt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Verwijder gemorste vloeistof onmiddellijk.
Koelvloeistofpeil
De radiator is normaliter helemaal gevuld. Het is dus
niet nodig de radiatordop te openen, behalve om de
antivriesconcentratie te controleren of de koelvloei-
stof te verversen. Maak uw monteur hierop attent.
Zolang de bedrijfstemperatuur van de motor in orde is,
hoeft u het koelvloeistofreservoir slechts eenmaal per
maand te controleren. Wanneer u koelvloeistof moet
bijvullen, moet u dat doen via de vulopening van het
expansiereservoir. Vul nooit te veel vloeistof bij.
Belangrijk
OPMERKING:Wanneer u na enkele kilometers de
auto tot stilstand brengt, ziet u mogelijk waterdamp
opstijgen vanuit de voorzijde van het motorcomparti-
ment. Dat is gewoonlijk het gevolg van een hoge
luchtvochtigheid, of van regen of sneeuw die bij de
radiator is achtergebleven en die verdampt zodra de
thermostaatklep opengaat en hete koelvloeistof de
radiator binnenstroomt.
Wanneer bij een inspectie van het motorcomparti-
ment blijkt dat de radiateur en de slangen geen defec-
ten vertonen, kunt u gerust met de auto gaan rijden.
De damp zal snel verdwijnen. Vul niet te veel vloeistof bij in het koelvloeistofreser-
voir.
Controleer het antivriesgehalte in de radiator en het expansiereservoir. Als koelvloeistof moet worden
bijgevuld, moet ook de inhoud van het expansiere-
servoir tegen bevriezing worden beschermd.
Als u regelmatig koelvloeistof moet bijvullen of het peil in het expansiereservoir niet daalt zodra de
motor afkoelt, dient het koelsysteem via een druk-
test op lekkage te worden gecontroleerd.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van de radiateur en het koelvloeistofreservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
Houd de voorzijde van de radiateur schoon. Als uw auto is uitgerust met airconditioning, houd dan de
voorzijde van de condensor schoon.
Vervang nooit de thermostaat door een zomer- of wintertype. Wanneer vervanging noodzakelijk is,
mag UITSLUITEND het voorgeschreven type ther-
mostaat worden ingebouwd. Andere modellen kun-
nen onvoldoende koelprestaties leveren en een ho-
ger brandstofverbruik en hogere emissiewaarden
teweegbrengen.
334
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD