Controleer altijd de diepte van het
stilstaande water voordat u erdoor rijdt .
Rijd nooit door stilstaand water dat tot
boven de onderkant van de wielvelgen reikt .
Bepaal de staat van de weg of het pad onder
water en of zich obstakels onder water bevinden
voordat u door het stilstaande water rijdt .
Rijd niet met een hogere snelheid dan 8 km/u
door stilstaand water. Dit beperkt de golfvorming
tot een minimum.
Rijden door stilstaand water kan schade ver-
oorzaken aan de onderdelen van de aandrijflijn.
Controleer altijd de vloeistoffen van de auto (mo-
tor, versnellingsbak, assen etc .) op tekenen van
verontreiniging (d.w.z. witte of schuimende vloei-
stof ) nadat u door het stilstaande water bent
gereden. Blijf niet rijden met de auto als een
vloeistof verontreinigd is, aangezien dit verdere
schade tot gevolg kan hebben. Dergelijke schade
wordt niet gedekt door de standaardgarantie van
een nieuwe auto.
Als er water in de motor komt , kan dit onmid-
dellijke stilstand tot gevolg hebben en ernstige
interne motorschade veroorzaken. Dergelijke
schade wordt niet gedekt door de standaardga-
rantie van een nieuwe auto.
WAARSCHUWING!
Rij
den door stilstaand water beperkt
de grip. Rijd niet met een hogere snel-
heid dan 8 km/u door stilstaand water.
Rijden door stilstaand water beperkt het rem-
vermogen van het voertuig waardoor de remweg
langer wordt . Daarom moet u, nadat u door
stilstaand water heeft gereden, langzaam blijven
rijden en enkele malen het rempedaal licht in-
trappen om de remmen te drogen.
Als er water in de motor komt , kan dit onmid-
dellijke stilstand tot gevolg hebben, waarna u niet
meer verder kunt rijden.
Als geen gehoor wordt gegeven aan deze waar-
schuwingen, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben voor u, uw passagiers en anderen
in uw omgeving.
247
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
TREKKEN VAN EEN AANHANGER
In dit hoofdstuk vindt u veiligheidstips en informatie
over wat u redelijkerwijs wel en niet met uw auto mag
trekken. Lees deze informatie aandachtig door voordat
u met een aanhanger gaat rijden.
Volg de vereisten en aanbevelingen voor het trekken
van een aanhanger uit deze handleiding op, zodat de
garantie zijn geldigheid behoudt.
BEGRIPPEN VOOR HET TREKKEN VAN EEN
AANHANGER
De onderstaande definities geven een verklaring voor
de volgende begrippen:
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht (GVWR)
Het GVWR is het maximaal toelaatbare totaalgewicht
van de auto. Dit is het gewicht van de auto inclusief de
bestuurder, passagiers, bagage en de dissel. De totale
belasting moet worden beperkt om zo het GVWR niet
te overschrijden.
Maximaal toelaatbaar aanhangergewicht
(GTW)
GTW staat voor het gewicht van de aanhanger, plus het
gewicht van alle lading, verbruiksgoederen en appara-
tuur (vast of tijdelijk) in of op de aanhanger in "geladen
en gebruiksklare" staat. De aanbevolen manier om het
GTW te meten is de geladen aanhanger op een weeg-brug plaatsen. Het volledige gewicht van de aanhanger
moet op de weegbrug rusten.
Maximaal toelaatbaar treingewicht (GCWR)
GCWR is het totaal toelaatbare gewicht van uw auto in
combinatie met de aanhanger.
OPMERKING:
In het GCWR is rekening gehouden
met een gewicht van 68 kg voor de bestuurder.
Maximaal toelaatbare asbelasting (GAWR)
Het GAWR is de maximaal toelaatbare belasting van de
vooras en de achteras. Verdeel de lading gelijkmatig
over de voor- en achteras. Zorg ervoor dat u zowel het
GAWR voor de vooras als voor de achteras niet
overschrijdt.
WAARSCHUWING!
Het is belangrijk dat het GAWR zowel
v
oor als achter niet wordt overschreden.
Als een van de waarden wordt overschreden,
kunnen gevaarlijke situaties tijdens het rijden
ontstaan. U kunt de controle over het stuur ver-
liezen en een ongeval veroorzaken.
Disselgewicht (TW)
Het disselgewicht (TW) is de neerwaartse kracht die
door de aanhangwagen wordt uitgeoefend op de trek-
haak. In de meeste gevallen mag dit niet minder zijn dan
248
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
7% of meer dan 10% van de lading van de aanhangwa-
gen. Het disselgewicht moet niet hoger zijn dan het
gecertificeerde vermogen van de trekhaak of het ver-
mogen van het disselgewicht, wat minder is. Het moet
minder zijn dan 4% van de lading van de aanhangwagen,
maar niet minder dan 25 kg. U moet de disselbelading
beschouwen als een deel van de belading op uw auto en
zijn maximaal toelaatbare asbelasting (GAWR).
WAARSCHUWING!
Een verkeerd ingesteld koppelsysteem
k
an het rijgedrag, de stabiliteit vermin-
deren en kan een ongeval veroorzaken. Neem
voor meer informatie contact op met de fabri-
kant(en) van de trekhaak en de aanhangwagen
of met een betrouwbare dealer van aanhangwa-
gens.
Frontaal oppervlak
Het frontale oppervalk is gelijk aan de maximale
hoogte van de aanhanger vermenigvuldigd met de
maximale breedte van de aanhanger.
Antislingerinrichting
Raadpleeg “Antislingerregeling (TSC)” in “Uw auto/
Elektronisch remsysteem” voor meer informatie. BREEKKABELS
Europese voorschriften voor geremde aanhangwagens
tot maximaal 3.500 kg vereisen dat aanhangwagens zijn
voorzien van hetzij een secundaire koppelinrichting of
een breekkabel.
De aanbevolen plaats voor bevestiging van de breekka-
bel voor normale aanhangers is de sleuf in de zijwand
van de aanhangerkoppeling.
Met bevestigingspunt
Bij een afneembare trekhaak wordt de kabel door
het bevestigingspunt geleid en aan zichzelf met een
klem vastgezet.(afb. 141)
(afb. 141) Klem/lus-methode afneembare kogel
249
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Bij een vaste trekhaak met kogel bevestigt u de klemdirect op het daartoe bestemde punt. Deze alterna-
tieve oplossing vereist speciale toestemming van de
fabrikant van de aanhanger, omdat de klem wellicht
niet sterk genoeg is voor gebruik op deze
manier.(afb. 142)
Zonder bevestigingspunten
Bij een trekhaak met afneembare kogel dient u zich te houden aan de door de fabrikant of leverancier
aanbevolen werkwijze.(afb. 143)
Bij de vaste trekhaak met kogel moet de kabel in een lus rond de hals van de trekhaakkogel worden gelegd.
Als u de kabel op deze manier bevestigt, mag u
slechts één lus leggen.(afb. 144)(afb. 142) Klem/lus-methode vaste kogel
(afb. 143)Hals/lus-methode afneembare kogel(afb. 144)
Hals/lus-methode vaste kogel
250
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
TREKGEWICHTEN (MAXIMALE AANHANGERGEWICHTEN)
In de onderstaande tabel worden de maximale aanhangergewichten voor uw type aandrijflijn weergegeven.Motor/versnellingsbak Frontaal oppervlak Max. BGA (Bruto ge-wicht aanhanger) (mo-del voor 5 of 7 passa- giers) Max. disselgewicht
♦
(model voor 5 of 7 pas- sagiers)
2,4-liter / automaat 2,0 m2454 kg 22 kg
3,6-liter / automaat 3,7 m21.100 kg 55 kg
2,0 l diesel/
handgeschakeld 3,7 m2
1.250 kg 62 kg
Raadpleeg de plaatselijk geldende verkeerswetgeving voor de maximumsnelheid als u een aanhanger trekt.
♦ Het disselgewicht van de aanhanger moet worden opgeteld bij het gewicht van inzittenden en bagage en mag nooit
hoger zijn dan de waarde die is aangegeven op de banden- en beladingstabel.
AANHANGER- EN DISSELGEWICHT
Lading die schommelt boven de wielen of achteraan
zwaarder is dan vooraan, kan leiden tot ernstige
zijwaartse slingeringen waardoor de bestuurder de
controle over auto en aanhanger kan verliezen. Het
onvoldoende voorin plaatsen van vracht vormt een
belangrijke oorzaak van ongevallen met aanhangers.
Overschrijd nooit het maximale disselgewicht dat op
uw trekhaak is gestempeld.
Houd rekening met het volgende bij het berekenen van
het gewicht op de achteras van de auto:
Het disselgewicht van de aanhanger. Het gewicht van alle lading en uitrusting in of op de
auto.
Het gewicht van de bestuurder en alle passagiers.
OPMERKING: Denk eraan dat alle gewicht dat u in
of op de aanhanger plaatst, bijdraagt aan de belasting
van de auto. Extra in de fabriek of door de dealer
geplaatste accessoires moeten ook worden meegeno-
men bij de berekening van de totale belasting van uw
auto. Zie de banden- en beladingtabel op de binnenkant
van het bestuurdersportier of op de B-stijl aan bestuur-
derszijde voor het maximale totaalgewicht van inzit-
tenden en bagage.
251
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
VEREISTEN VOOR HET TREKKEN VAN EEN
AANHANGER
Voor een juiste inrijperiode van de aandrijflijn van uw
nieuwe auto wordt aanbevolen de onderstaande richt-
lijnen te volgen:
Tijdens de eerste 805 km die met uw
nieuwe auto worden gereden, mag geen
aanhangwagen worden aangekoppeld.
Hierdoor kunnen onderdelen van de motor of de
assen, of andere onderdelen beschadigd raken.
Daarna mag tijdens de eerste 805 km die met
een aanhangwagen worden gereden niet sneller
dan 80 km/u worden gereden en niet met volgas
vanuit stilstand worden opgetrokken. Op deze
manier kunnen de motor en overige onderdelen
van de auto op juiste wijze worden ingereden
onder zwaardere belastingen.
Voer de onderhoudsbeurten uit zoals aangegeven in
het Onderhoudsschema. Als u wilt gaan rijden met een
aanhangwagen, mag de maximaal toelaatbare asbelas-
ting (GAWR) nooit worden overschreden.
WAARSCHUWING!
Onjuist trekken van een aanhanger kan
lei
den tot ongevallen en letsel. Volg de
onderstaande richtlijnen om uw aanhanger zo
veilig mogelijk te trekken:
Zorg dat de vracht stevig is vastgezet en tijdens
het rijden niet kan schuiven. Als u de lading niet
goed vastzet , kunnen tijdens het rijden onbe-
heersbare veranderingen in de gewichtsverdeling
optreden. U kunt de controle over het stuur ver-
liezen en een ongeval veroorzaken.
Trekhaken mogen uitsluitend door bevoegde
vakmensen worden gemonteerd.
Als u lading vervoert of een aanhanger trekt ,
belaad de auto of de aanhanger dan nooit te
zwaar. Overbelading kan ertoe leiden dat u de
macht over het stuur verliest , tot slechte werking
of beschadiging van de remmen, assen, motor,
versnellingsbak, de stuurinrichting, het chassis of
de banden.
(Vervolgd)
252
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
(Vervolgd)
Breng altijd veiligheidskettingen aan tussen
uw auto en de aanhanger. Maak de kettingen
altijd vast aan het frame of de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten op de trekhaak.Voer
de kettingen kruiselings onder de dissel door en
zorg voor voldoende speling voor het nemen van
bochten.
Parkeer een auto met aanhanger nooit op een
helling. Als u een auto met aanhanger parkeert ,
trek dan altijd de handrem aan. Plaats altijd
blokken voor de wielen van de aanhanger.
Overschrijd nooit het GCWR.
Het totale gewicht moet worden verdeeld over
de auto en de aanhanger, zodat de volgende vier
waarden niet worden overschreden:
1. Maximaal toelaatbaar totaalgewicht
2. GTW
3. GAWR
4. Disselgewicht voor de gebruikte trekhaak.
Vereisten voor het trekken van een aanhanger
– banden
– Probeer de aanhanger niet te trekken wanneer een compact reservewiel is gemonteerd. – Voor een comfortabel en veilig gebruik van uw auto
is een juiste bandenspanning absoluut noodzakelijk.
Zie "Banden – algemene informatie" in "Technische
gegevens" voor het op de juiste wijze op spanning
brengen van de banden.
– Controleer de spanning van de banden van de aan- hanger voordat u de aanhanger gebruikt.
– Controleer de banden op slijtage of zichtbare be- schadigingen voordat u de aanhanger gebruikt. Zie
"Banden — algemene informatie" in "Technische
gegevens" voor het op de juiste wijze inspecteren
van de banden.
– Raadpleeg bij het verwisselen van banden het ge- deelte "Banden – algemene informatie" in "Techni-
sche gegevens" voor het op de juiste wijze verwisse-
len van banden. Het vervangen van banden door
exemplaren met een hogere belastingscapaciteit
leidt niet tot verhoging van de GVWR- en GAWR-
limieten van de auto.
Vereisten voor het trekken van een aanhanger
– aanhangerremmen
– Sluit het hydraulische remsysteem of vacuümsys teem van uw auto nietaan op dat van de aanhanger.
Dit kan leiden tot onjuist remgedrag en lichamelijk
letsel.
253
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
– Bij het trekken van een aanhanger met hydraulischgeregelde remmen is geen elektronische remregel-
module voor de aanhanger vereist.
– Aanhangwagenremmen worden aanbevolen voor aanhangwagens van meer dan 450 kg en zijn verplicht
op aanhangwagens van meer dan 750 kg.
Als de aanhangwagen geladen meer
weegt dan 450 kg, moet deze zijn voor-
zien van eigen remmen met voldoende
capaciteit .Wanneer dit niet het geval is, slijten de
remvoeringen sneller, is meer pedaalkracht ver-
eist en wordt de remweg langer.
WAARSCHUWING!
Slui
t de remmen van de aanhanger
niet aan op de hydraulische remleidin-
gen van uw auto. Dit kan leiden tot overbelasting
en uitval van het remsysteem. Dan kan het voor-
komen dat u niet kunt remmen wanneer dit
nodig is en zo een ongeval veroorzaakt .
Bij het trekken van een aanhanger moet u
rekening houden met een langere remweg. Bij het
trekken van een aanhanger dient u extra afstand
te bewaren tot het voorliggende voertuig. Een te
kleine afstand tot uw voorganger kan leiden tot
een ongeval. Vereisten voor het trekken van een aanhanger
– verlichting en bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhanger moet deze zijn
voorzien van remlichten, richtingaanwijzers en een
mistachterlicht.
De trekhaakset kan een bedradingsbundel met zeven of
dertien pennen bevatten. Gebruik een door de fabriek
goedgekeurde kabelboom en stekker.
OPMERKING:
Probeer niet de bedrading van de
auto door splitsing te verbinden met die van de aan-
hanger.
De elektrische aansluitingen zijn compleet; u hoeft
alleen de kabelbundel aan te sluiten op de stekker van
de aanhanger. (afb. 145)
(afb. 145) Zevenpens connector
254
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD