Page 105 of 339

103
Airbags
VEILIGHEI
D
4
Gebruiksvoorschrift
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan de goede
werking van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van de airbag
verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan
airbagsystemen, raadpleeg hiervoor het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Zij-airbags
Bedek de stoelen uitsluitend met de
goedgekeurde stoelhoezen. Deze
belemmeren het activeren van de zij-airbags
niet. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van
de stoelen; dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Zorg ervoor dat de passagier zijn voeten niet
op het dashboard laat rusten; hij kan anders
ernstig letsel oplopen als de airbag wordt
opgeblazen.
Het is raadzaam niet te roken in de
auto. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen
gaten in de stuurwielbekleding en sla niet op
het stuurwiel.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen, als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding,
dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het
dak; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Page 106 of 339

104
Airbags
Zij-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering)
beschermen de bestuurder en voorpassagier
bij een ernstige zijdelingse aanrijding, om de
kans op borstletsel te verkleinen.
De zij-airbags zijn aan de zijde van de
portieren in de rugleuningen van de
voorstoelen aangebracht.
Registratiezones voor een aanrijding
A.
Impactzone vóór
B.
Impactzone opzij Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het display, raadpleeg dan het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
om het systeem te laten controleren. De
kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Activering
De zij-airbags worden aan de
desbetreffende zijde opgeblazen bij een
ernstige zijdelingse aanrijding binnen (een
gedeelte van) de impactzone opzij ( B
),
loodrecht op de lengteas van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde
van de auto, die zich op een horizontale
ondergrond moet bevinden.
De zij-airbag wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór en het desbetreffende
portierpaneel.
Window-airbags
De window-airbags beschermen de
bestuurder en passagiers (uitgezonderd de
middelste zitplaatsen van zitrij 2 en 3) bij
een ernstige zijdelingse aanrijding, om de
kans op hoofdletsel te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en het bovenste gedeelte van het
interieur.
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zij-airbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij ( B
), loodrecht op de
lengteas van de auto en vanaf de buitenzijde
richting de binnenzijde van de auto, die
zich op een horizontale ondergrond moet
bevinden.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór of achter in de auto en de
ruiten.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan, kan het zijn dat
de airbag niet wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding wordt de airbag niet
geactiveerd.
Storing
Page 107 of 339

105
Airbags
VEILIGHEI
D
4
Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld:
- Zet het contact af
, steek de sleutel in
de schakelaar voor uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde,
- draai deze in de stand "OFF"
,
- verwijder de sleutel zonder de stand van
de sleutel te veranderen.
Airbags vóór
Deze zijn voor de bestuurder in het midden
van het stuurwiel en voor de passagier in
het dashboard aangebracht.
Inschakelen
In de stand "OFF"
werkt de airbag aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding
niet.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd, zet dan
de schakelaar weer op "ON"
om de airbag
opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid
van uw passagier te garanderen. Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag aan passagierszijde altijd
uit als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders
kan een kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
Het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel brandt zolang
de airbag is uitgeschakeld.
Activering
Ze worden tegelijkertijd geactiveerd,
behalve als de airbag aan passagierszijde
is uitgeschakeld, bij een ernstige frontale
aanrijding binnen de impactzone A
, in de
lengterichting van de auto en vanaf de
voorzijde richting de achterzijde van de auto,
die zich op een horizontale ondergrond moet
bevinden.
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór en het dashboard om
te voorkomen dat de inzittende naar voren
wordt geworpen.
Storing airbag vóór
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het display, laat het systeem dan
controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de twee verklikkerlampjes airbag
permanent branden, plaats dan geen
kinderzitje met de rug in de rijrichting.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 108 of 339

106
Kinderen aan boord
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT
KINDERZITJES
"Met de rug in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter tot
2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met de rug in
de rijrichting op de passagiersstoel vóór
wordt geplaatst, moet de airbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Anders
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter vanaf
2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting op de passagiersstoel
vóór wordt geplaatst, mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
KINDERZITJE VÓÓR
De regels voor het vervoeren van kinderen
zijn per land verschillend. Raadpleeg
hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw land
goedgekeurde kinderzitjes. De aanwezigheid
van ISOFIX-bevestigingen, achterzitplaatsen
en een (uitschakelbare) passagiersairbag is
afhankelijk van de uitvoering.
Hoewel CITROËN bij het ontwerp van uw
auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen,
is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk
van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner
dan 1,50 meter dienen in goedgekeurde,
aan het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels
of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het vervoeren
van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van uw
auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als
achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd,
- een kind mag nooit op de schoot van
een passagier worden vervoerd.
Page 109 of 339
107
Kinderen aan boord
VEILIGHEI
D
4
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele
CITROËN-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde niet
kan worden uitgeschakeld, is het absoluut
verboden een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de zitplaatsen voor te bevestigen.
Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags".
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de voorschriften op de sticker die
zich aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde bevindt.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit als u
een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Page 110 of 339

108
Kinderen aan boord
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
- twee bevestigingsringen vóór, die zich
tussen de rugleuning en de zitting van
de zitplaats bevinden, aangegeven door
een sticker,
- één bevestigingsring achter, voor de
bevestiging van de bovenste riem, de
TOP TETHER-bevestiging, aangegeven
door een ander label.
Uw auto voldoet aan de nieuwe ISOFIX-
normen.
De plaats van de voorgeschreven ISOFIX-
bevestigingen (volgens uitvoering) wordt
aangegeven met labels. De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over
twee sloten die eenvoudig aan de twee
bevestigingsringen voor kunnen worden
verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien
voorzien van een bovenste bevestigingsriem
die kan worden vastgemaakt aan de
bevestigingsring achter.
Zet om de bovenste bevestigingsriem vast
te maken de hoofdsteun van de zitplaats
omhoog en steek de haak tussen de
hoofdsteun en de rugleuning door. Bevestig
de haak aan de bevestigingsring achter en
trek de riem aan.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan het
kind bij een aanrijding ernstig letsel oplopen.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin
staat vermeld welke ISOFIX-kinderzitjes
voor uw auto zijn gehomologeerd.
Page 111 of 339
Kinderen aan boord
VEILIGHEI
D
4
Het RÖMER Duo Plus ISOFIX-kinderzitje
(gewichtsgroep B1
)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Voorzien van een bovenste riem voor verankering aan de bovenste
ISOFIX bevestiging, TOP TETHER genoemd.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
Page 112 of 339

11 0
Kinderen aan boord
IUF: Zitplaats geschikt voor het bevestigen
van een universeel gehomologeerd ISOFIX-
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
en een riem aan de bovenzijde, waarmee
het zitje wordt bevestigd aan de bovenste
bevestigingsring van de zitplaatsen van de
auto met ISOFIX-bevestigingen.
OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES
Dit overzicht geeft de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van
ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een
letter ( A t/m G ).
IL-SU: Zitplaats geschikt voor de
bevestiging van een semi-universeel
gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting en een steun
of een ISOFIX-kinderzitje met de rug in de
rijrichting of reiswieg met een riem aan de
bovenzijde of steun.
X: Zitplaats niet geschikt voor het
bevestigen van een kinderzitje.
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje
Reiswieg
"rug in de
rijrichting"
"rug in de
rijrichting"
"gezicht in de
rijrichting"
ISOFIX-maat
F
G
C
D
E
C
D
A
B
B1
Buitenste zitplaatsen 2e zitrij met
tweezitsbank op 1e zitrij
IL-SU
IL-SU
IL-SU
IUF, IL-SU
Buitenste zitplaatsen 2e zitrij met losse
stoelen op 1e zitrij
IL-SU
X
IL-SU
X
IL-SU
IUF, IL-SU
Achterzitplaatsen 3e zitrij
IL-SU
X
IL-SU
X
IL-SU
IUF, IL-SU
Reiswieg: deze wordt bevestigd aan de
onderste ISOFIX-bevestigingen van een
zitplaats en neemt de twee achterzitplaatsen
in beslag.