Page 209 of 340

PRAKTISCHE INFORMATIE
Maak de accupoolklemmen
niet los bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder
de accupoolklemmen los te
nemen.
Het is bij een auto met een gestuurde
handgeschakelde zesversnellings-
bak of een automatische transmissie
niet toegestaan om de auto aan te
duwen om de motor te starten.
Accu's bevatten schadelijke
stoffen, zoals zwavelzuur en
lood. Accu's moeten volgens
de wettelijke voorschriften worden
afgevoerd en mogen in geen geval
bij het huisvuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij
een speciaal afvalstoffendepot.
Laden met behulp van een
acculader
)
Maak de accupoolklemmen los.
)
Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant van de acculader.
)
Sluit de accukabels weer aan, te be-
ginnen met de (-) kabel.
)
Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accuka-
bels los en reinig de polen en klem-
men.
Het is raadzaam de accu los
te koppelen als uw auto lan-
ger dan een maand buiten ge-
bruik is.
Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van
het contact.
Sluit de ruiten en de voorportieren voor-
dat u de accukabels loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut
alvorens de motor te starten, zodat
de elektronische systemen geïnitiali-
seerd kunnen worden. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi -
ceerde werkplaats als er zich na deze
handeling toch nog problemen voor-
doen.
Raadpleeg het desbetreffende hoofd-
stuk voor het zelf opnieuw initialiseren
van:
- de sleutel met afstandsbediening,
- het zonnescherm van het panora-
madak,
- het GPS-navigatiesysteem.
Accukabels loskoppelen
)
Trek de vergrendelingshendel zo
ver mogelijk omhoog.
Weer aansluiten van de kabels
)
Plaats de geopende accupoolklem
1
op de pluspool (+) van de accu.
)
Druk verticaal op de accupoolklem 1
om hem goed tegen de accu aan te
drukken.
)
Zet de accupoolklem vast door de
pasnok opzij te bewegen en vervol-
gens de hendel 2
omlaag te duwen.
Forceer de hendel niet, aan-
gezien de accupoolklem niet
kan worden vergrendeld als
deze niet correct is geplaatst; her-
haal de procedure.
Page 210 of 340

PRAKTISCHE INFORMATIE
208
Neem de tijd die nodig is voor
het starten van de motor in
acht om een juiste lading van
de accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu
starten van de motor om de accu bij
te laden.
Als de accu ontladen is, kan de mo-
tor niet gestart worden (zie de para-
graaf "Accu"). Als u op het moment dat de
eco-mode wordt ingeschakeld
aan het telefoneren bent:
- kan het gesprek nog 5 minuten
worden voortgezet met de hands-
free set van uw Peugeot Connect
Sound of Peugeot Connect Nav,
- kan het telefoongesprek ge-
woon worden voortgezet met de
Peugeot Connect 3D Nav.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart
wordt.
Start om de functies direct weer te kun-
nen gebruiken de motor en laat deze vijf
minuten draaien.
WISSERBLADEN VERVANGEN
Demonteren
)
Til de desbetreffende ruitenwisser-
arm op.
)
Maak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
)
Breng het nieuwe wisserblad aan en
klik het vast.
)
Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Voordat u een wisserblad
demonteert
)
Bedien de ruitenwisserschakelaar bin-
nen één minuut na het afzetten van het
contact om de ruitenwissers naar het
midden van de voorruit te verplaatsen.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
)
Zet het contact aan.
)
Bedien nogmaals de ruitenwissers-
chakelaar om de ruitenwissers in de
ruststand te zetten.
SPAARFASE
De spaarfase stuurt de elektrische func-
ties van de auto aan om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu en-
kele functies (airconditioning, achter-
ruitverwarming, ...) tijdelijk worden uit-
geschakeld.
Deze functies worden automatisch in-
geschakeld zodra de laadtoestand van
de accu dit toelaat.
ECO-MODE
De eco-mode bepaalt de maximale ge-
bruiksduur van een aantal functies om
te voorkomen dat de accu ontladen
raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het au-
dio- en telematicasysteem, de ruitenwis-
sers, dimlichten, plafonniers, ... nog in
totaal maximaal 30 minuten gebruiken.
Deze periode kan, afhankelijk van de
laadtoestand van de accu, veel korter
zijn.
Inschakelen van de eco-mode
Na deze periode geeft een melding op
het display aan dat de eco-mode is in-
geschakeld en de actieve functies wor-
den in de ruststand gezet.
Page 211 of 340

PRAKTISCHE INFORMATIE
209
SLEPEN VAN UW AUTO
U kunt uw auto laten slepen door een
andere auto of een andere auto slepen
met behulp van het sleepoog.
Toegang tot het gereedschap
Slepen van uw auto
)
Maak het klepje in de voorbumper
los door op de onderkant ervan te
drukken.
)
Draai het sleepoog vast tot de aan-
slag.
)
Bevestig de sleepstang.
)
Schakel de alarmknipperlichten van
uw auto in.
)
Maak het klepje in de achterbumper
los door op de onderkant ervan te
drukken.
)
Draai het sleepoog vast tot de aan-
slag.
)
Bevestig de sleepstang.
)
Schakel de alarmknipperlichten van
de te slepen auto in.
Slepen van een andere auto
Het sleepoog bevindt zich onder het
linker harmonicagedeelte van de vloer-
plaat, in de bekleding van de bagage-
ruimte:
)
open de achterklep,
)
til het harmonicagedeelte van de
vloerplaat op,
)
neem het sleepoog uit de steun.
)
Zet de versnellingshendel in
de neutraalstand (stand N
bij
de gestuurde handgescha-
kelde versnellingsbak of au-
tomatische transmissie).
Het niet opvolgen van deze bijzon-
derheid kan er toe leiden dat bepaal-
de onderdelen van het remsysteem
beschadigd raken en dat de rem-
bekrachtiger na het starten mogelijk
niet meer werkt.
Page 212 of 340

PRAKTISCHE INFORMATIE
210
TREKKEN VA N EEN AANHANGER, EEN CARAVAN...
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor
het vervoer van personen en bagage,
maar is tevens geschikt voor het trek-
ken van een aanhanger.
Adviezen
Zijwind
)
Houd er rekening mee dat de zijwind-
gevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op een
helling veroorzaakt een hogere koel-
vloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch be-
diend en is niet afhankelijk van het mo-
tortoerental.
)
Pas uw snelheid aan om het toeren-
tal te beperken.
De trekhaak bestaat uit een mechanisch sy-
steem voor het aankoppelen van een aan-
hanger of caravan en een elektrische aan-
sluiting voor de verlichting en signalering.
Gewichtsverdeling
)
Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voorwerpen zo dicht mogelijk bij de
as en houd u aan de toegestane ko-
geldruk.
Door een geringere luchtdichtheid ne-
men de prestaties van de motor af als
men op grotere hoogte boven de zee-
spiegel komt. Trek boven de 1000 m
10% van het maximale aanhangerge-
wicht af en herhaal dit voor elke volgen-
de 1000 m.
Raadpleeg het hoofdstuk "Technische
gegevens" voor de gewichten en aan-
hangergewichten die voor uw auto van
toepassing zijn. Het rijden met een aanhanger heeft veel
invloed op het rijgedrag van de auto en
vergt daarom extra aandacht van de
bestuurder.
Wij raden u aan gebruik te
maken van een speciaal door
PEUGEOT geteste en goed-
gekeurde trekhaak inclusief bedra-
ding en deze door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd
door een bedrijf dat niet tot het
PEUGEOT-netwerk behoort, moet
de montage altijd volgens de voor-
schriften van de fabrikant worden uit-
gevoerd.
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in
uw land op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de
auto die wordt gesleept.
De bestuurder van de auto die wordt
gesleept moet achter het stuur blij-
ven zitten.
Tijdens het slepen mag geen gebruik
worden gemaakt van de autosnel-
weg.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen
op de grond altijd een goedgekeurde
sleepstang; touwen en riemen zijn
verboden.
Bij het slepen van de auto met stil-
staande motor zijn de rem- en stuur-
bekrachtiging uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende geval-
len slepen door een professioneel
bergingsbedrijf :
- bij stranding met de auto op de
autosnelweg,
- als het niet mogelijk is de versnel-
lingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgren-
delen of de handrem los te zet-
ten,
- bij takelen met slechts twee wie-
len op de grond,
- bij het ontbreken van een goed-
gekeurde sleepstang...
Page 213 of 340

PRAKTISCHE INFORMATIE
211
Het maximale aanhangergewicht is af-
hankelijk van het hellingspercentage en
de buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Remmen
Het trekken van een aanhanger ver-
lengt de remweg.
Bij een lange afdaling is het, om te
voorkomen dat de remmen oververhit
raken, raadzaam om op de motor af te
remmen.
Banden
)
Controleer de bandenspanning van de
auto en de aanhanger en breng deze
indien nodig op de juiste waarde.
Verlichting
)
Controleer de verlichting van de
aanhanger.
De parkeerhulp wordt automa-
tisch uitgeschakeld als bij het
aankoppelen van een aanhan-
ger een originele PEUGEOT-
trekhaak wordt gebruikt.
)
Als het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftempe-
ratuur gaat branden in com-
binatie met het waarschu-
wingslampje STOP
, stop dan
zo snel mogelijk en zet de mo-
tor af.
Max. toegestane daklast op
allesdrager, bij een maximale
laadhoogte van 40 cm (m.u.v.
fi etsendrager): 65
kg.
Pas bij een belading hoger dan
40 cm de rijsnelheid aan aan de rij-
omstandigheden om schade aan
de allesdragers en de bevestigings-
plaatsen op het dak te voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw
land met betrekking tot het vervoeren
van voorwerpen die langer zijn dan
de auto.
Gebruik bij het monteren van dwarsdra-
gers de vier hiervoor bestemde beves-
tigingspunten:
)
open de afdekplaatjes,
)
open de afdekkapjes van de beves-
tigingspunten van beide allesdra-
gers met de sleutel,
)
breng de bevestigingspunten van
de allesdragers aan en vergrendel
ze één voor één op het dak,
)
controleer of de allesdragers goed
zijn bevestigd (door eraan te schud-
den),
)
sluit de afdekkapjes van beide alles-
dragers met de sleutel.
Als uw auto is uitgerust met
daksierlijsten, gebruik deze dan
niet om lading te vervoeren.
Page 214 of 340

PRAKTISCHE INFORMATIE
212
Verwijderen
Vergeet niet het sneeuw-
scherm te verwijderen:
- als de buitentemperatuur hoger is
dan 10°C,
- als de auto moet worden gesleept,
- bij snelheden hoger dan 120 km/h.
Afhankelijk van de uitvoering zijn de be-
vestigingsclips naar rechts of naar links
gericht.
)
Steek de vingers door het bovenste
gedeelte van het rooster.
)
Duw, via de achterzijde, de clips in
tegengestelde richting en trek het
scherm naar u toe.
)
Begin met het bovenste scherm 1
,
vervolgens het middelste 2
en ten-
slotte het onderste 3
.
SNEEUWSCHERM
Het afneembare sneeuwscherm wordt
op het onderste gedeelte van de voor-
bumper geplaatst om een opeenhoping
van sneeuw bij de koelventilateur van
de radiateur te voorkomen.
Zorg dat de motor is afgezet en de ven-
tilateur stil staat als er handelingen aan
het sneeuwscherm worden uitgevoerd.
Voor het plaatsen en verwijderen wordt
geadviseerd contact op te nemen met
het PEUGEOT-netwerk of een gekwali-
fi ceerde werkplaats.
)
Breng één van de drie schermen
aan op het onderste gedeelte van
de voorbumper (gebruik niet het bo-
venste gedeelte van het ventilatie-
rooster).
)
Druk op de uiteinden A
om de be-
vestigingsclips vast te zetten.
)
Druk op het midden B
om het vast-
zetten van de clips te voltooien.
)
Herhaal deze procedure voor de
twee andere schermen.
Plaatsen
Page 215 of 340

PRAKTISCHE INFORMATIE
213
"Multimedia":
autoradio's, versterkers, navigatiesy-
stemen, handsfree set, CD-wisselaar,
luidsprekers, DVD-speler, USB Box,
parkeerhulp voor en achter, extra draad-
loze Bluetooth koptelefoon, lichtnetop-
lader voor Bluetooth koptelefoon...
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders als uitrus-
ting achteraf monteert, kunt u bij
het PEUGEOT-netwerk informeren
naar de technische gegevens (fre-
quentieband, maximaal uitgangs-
vermogen, positie antenne, speci-
fi eke installatievoorschriften) van
de voor montage geschikte zenders
ter beschikking, volgens de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).
"Bescherming":
matten * , kunststof bak bagageruimte,
bagagenet, kledinghanger voor beves-
tiging aan de hoofdsteun, dorpellijsten
van roestvrij staal of carbon...
*
Om te voorkomen dat pedalen blijven
hangen:
- controleer of de mat goed op zijn
plaats ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven
op elkaar.
ACCESSOIRES
Een ruime keuze aan accessoires en
originele onderdelen wordt u aangebo-
den door het PEUGEOT-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien van
bedrijfszekerheid en veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto,
zijn voorzien van een artikelnummer
en beschikken over de garantie van
PEUGEOT.
"Veiligheid":
inbraakalarm, graveren van ruiten, wiel-
bouten met slot, EHBO-trommel, alco-
holtest, gevarendriehoek, veiligheids-
vest, lokalisatiesysteem gestolen auto,
hondenrek, sneeuwkettingen...
"Design":
stoelhoezen geschikt voor stoelen met
zij-airbags, met leder beklede pookknop,
mistlampen vóór, windgeleiders, achter-
klepspoiler, gestyleerde spatlappen, licht-
metalen velgen, wieldoppen, verchroom-
de portiergreepbeschermers...
Afhankelijk van de lokale wet-
geving kan de aanwezigheid
van een veiligheidsvest, een
gevarendriehoek en een set reser-
velampen en -zekeringen in de auto
verplicht zijn.
Het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die
niet onder een artikelnummer in
het assortiment van PEUGEOT voorko-
men, kan leiden tot storingen in het elek-
tronisch systeem van uw auto en een
verhoogd stroomverbruik veroorzaken.
Houdt u rekening met deze te nemen
voorzorgmaatregel. Wij raden u aan
contact op te nemen met een verte-
genwoordiger van het merk PEUGEOT
om u te laten informeren over het as-
sortiment uitrustingen en accessoires
voorzien van een artikelnummer.
"Transportoplossingen":
Voor de vrijetijdsbesteding: allesdra-
gers, fi etsendrager voor bevestiging op
de trekhaak, fi etsendrager voor beves-
tiging op de allesdragers, skidragers,
dakkoffers, zitverhogingen en kinderzit-
jes, zonneschermen opzij, opbergruim-
te onder hoedenplank...
Trekhaak. Deze moet bij het PEUGEOT-
netwerk worden gemonteerd.
U kunt ook reinigings- en onderhouds-
producten (voor het interieur en het
exterieur van de auto), vloeistoffen (rui-
tensproeiervloeistof, ...) en patronen
(patroon voor de noodreparatieset voor
banden, ...) bij het PEUGEOT-netwerk
aanschaffen.
Page 216 of 340
TECHNISCHE GEGEVENS
214
MOTOREN EN VERSNELLINGSBAKKEN
Benzinemotoren
1.6 liter VTi
120 pk
1.6 liter THP
156 pk
Versnellingsbak
Handgeschakeld
(5 versnellingen)
Handgeschakeld
(6 versnellingen)
Automaat
(6 versnellingen)
Cilinderinhoud (cm
3)
1598
1598
Boring x slag (mm)
77 x 85,8
77 x 85,8
Max.vermogen: ECE-norm (kW)
88
11 5
Toerental bij max.vermogen (/min)
6000
6000
Max.koppel: ECE-norm (Nm)
160
240
Toerental bij max.koppel (t/min)
4250
1400
Brandstof
Loodvrij
Loodvrij
Katalysator
Ja
Ja
INHOUD CARTER (in liter)
Motor (met vervangen fi lter)
4,25
4,25
Versnellingsbak - differentieel
-
-