Page 25 of 236

1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Verklikkerlampje
weergave
Oorzaak
Handelingen / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor
Continu Gaat branden als het
contact in de stand ON
staat. Wacht met starten tot het lampje uit is.
De duur van de weergave is afhankelijk van de
weersomstandigheden.
Handrem/
Remvloeistofniveau
Continu Gaat enkele seconden
branden en gaat daarna
uit als u het contact in
de stand "ON" zet. In combinatie met een melding op het scherm
van het instrumentenpaneel.
De handrem is
aangetrokken of niet
goed aangetrokken. In combinatie met een melding op het scherm
van het instrumentenpaneel. Zet de handrem los
om het lampje uit te laten gaan.
Het remvloeistofniveau
is te laag. In combinatie met een melding op het
instrumentenpaneel. Vul remvloeistof bij en
raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Emissieregeling
Continu
of knip-
perend Gaat branden of
knippert bij een storing
in het systeem. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Het lampje moet enkele seconden na het starten
van de motor uit gaan.
Laden accu
Continu Gaat branden bij een
storing in het laadcircuit. Het lampje hoort uit te gaan als de motor gestart
wordt. Brandt in combinatie met een melding op het
scherm van het instrumentenpaneel. Controleer de
accuklemmen (zie hoofdstuk "Accu").
Page 26 of 236

1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Verklikkerlampje
weergave
Oorzaak
Handelingen / Opmerkingen
Gordel
bestuurder niet
vastgemaakt
Continu De bestuurder heeft zijn
gordel niet vastgemaakt. Er verschijnt tegelijkertijd een melding op het
instrumentenpaneel.
Maak de bestuurdersgordel vast.
ABS
Continu Storing in het
Antiblokkeersysteem
(ABS). Er verschijnt tegelijkertijd een melding op het
display van het instrumentenpaneel. De normale
remwerking blijft behouden zonder bekrachtiging,
maar wij raden u aan om te stoppen. Laat het
systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Airbags en
gordelspanners
Continu
Gaat enkele seconden
branden en gaat vervolgens
uit wanneer het contact in
de stand "ON" wordt gezet. Moet uitgaan als de motor wordt gestart. Als het
blijft branden, raadpleeg dan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Gaat branden bij een
storing in airbag of
gordelspanner. Er verschijnt tegelijkertijd een melding op het
instrumentenpaneel. Laat het systeem meteen
controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrolesysteem
(ASC)
Continu
Gaat branden bij een
storing in het dynamische
stabiliteitscontrolesysteem. Er verschijnt tegelijkertijd een melding op het
instrumentenpaneel. Laat het systeem meteen
controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 27 of 236

1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Bij elke start wordt tijdens de automatische controle een aantal pictogrammen en meldingen weergegeven. Deze verdwijnen
na een aantal seconden. Wanneer bij draaiende motor een pictogram of melding niet verdwijnt of gaat knipperen, wordt het
een waarschuwing. Bij deze waarschuwing kan eveneens een geluidssignaal of een melding op het display worden weerge-
geven. Negeer deze waarschuwingen nooit.
De weergegeven berichten op het instrumentenpaneel type 1 en het instrumentenpaneel type 2 kunnen verschillend zijn.
Wanneer de oorzaak van het pictogram of de melding verholpen is, verdwijnt deze van het display. Wanneer de oorzaak niet
verholpen is, kunt u het vorige scherm opnieuw bekijken door op de toets INFO
op het dashboard te drukken.
Het pictogram "!"
verschijnt op het display.
Druk herhaaldelijk op de INFO
-toets om terug te keren naar het scherm met het pictogram "!"
.
DISPLAY INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingsmeldingen (contact in de stand "OFF")
U kunt de waarschuwingsmeldingen met deze pictogrammen sluiten om naar het volgende scherm te gaan.
Druk hiervoor de knop INFO
in, afhankelijk van het weergegeven pictogram.
Kort indrukken
.
Lang indrukken
.
Pictogrammen die in de rechter bovenhoek van het display verschijnen.
Melding
weergave
Oorzaak
Oplossing-actie
Opmerking
Sleutel
vergeten
Continu Het portier van de
bestuurder is geopend
en de sleutel zit nog in
het contact. Zet het contact in
de stand LOCK en
verwijder de sleutel. Alleen wanneer de
motor gestart is.
Er klinkt een
onderbroken
geluidssignaal.
Verlichting
vergeten
Continu De verlichting is nog
ingeschakeld. Schakel de
verlichting uit door de
bedieningshendel in de
stand OFF te zetten. Er klinkt een
onderbroken
geluidssignaal.
Page 28 of 236

1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Waarschuwingsmeldingen (contact in de stand "ON")
Melding
weergave
Oorzaak
Oplossing-actie
Opmerkingen
ABS
Continu Storing in het
antiblokkeersysteem
(ABS). Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats. De remmen werken nog,
zonder bekrachtiging,
maar wij raden u aan om
te stoppen.
Remsysteem
Continu
Gekoppeld
verklikkerlampje:
Het remvloeistofniveau
in het reservoir is te laag. Stop de auto en vul
remvloeistof bij of raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Als de melding blijft
branden, raadpleeg dan het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Gekoppeld
verklikkerlampje:
Storing in het remsysteem. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Stop onmiddellijk.
Parkeerrem
vergeten
Continu U rijdt met aangetrokken
parkeerrem. Zet de parkeerrem los.
Koelvloeistoftemperatuur
Knipperen
Hoge
motortemperatuur Wacht tot de motor
afgekoeld is en vul indien
nodig koelvloeistof bij als
de melding knippert.
Stop zo snel mogelijk
op een veilige plaats.
Knipperen
Raadpleeg snel het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats als de
melding knippert
en
het verklikkerlampje
Service gaat branden.
Veiligheidsgordel
Continu De bestuurder heeft de
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of heeft deze
losgemaakt. Maak uw veiligheidsgordel
vast.
Er klinkt een onderbroken
geluidssignaal wanneer
de snelheid hoger is dan
8 km/h.
Page 29 of 236

1
!
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Melding
weergave
Oorzaak
Oplossing/actie
Opmerkingen
Airbags
Continu Storing airbags of
gordelspanners Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Service
Continu Storing zonder
specifi eke melding. Stop en raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats
om de oorzaak op te sporen.
Motoroliedruk
Continu Motoroliedruk te laag of
storing in oliecircuit. Stop en raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Motorolieniveau
Continu Motorolieniveau te laag. Stop en controleer
het niveau met de
oliepeilstok. Indien niveau te laag,
vul motorolie bij.
Waarschuwing
brandstofniveau
Continu Brandstofniveau laag. Vul zo snel mogelijk
brandstof bij.
Brandstofcircuit
Continu Storing brandstofcircuit. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Portier of
achterklep
niet goed
gesloten
Continu Portier of achterklep niet
goed gesloten. Sluit portier of
achterklep. Display toont deel dat
niet goed is gesloten.
Page 30 of 236

1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Melding
weergave
Oorzaak
Oplossing - actie
Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrolesysteem
(ASC)
Continu Storing in het
dynamische stabiliteitsc
ontrolesysteem(ASC). Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Vierwielaandrijving
Continu Storing in de
vierwielaandrijving. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Temperatuur van
vierwielaandrijving
Continu De temperatuur van de
vierwielaandrijving is te
hoog. Stop de auto en
raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats. De auto schakelt
automatisch over naar
voorwielaandrijving.
(2WD).
Correctiesysteem
automatische
verlichting
Continu De automatische
regeling van de
ontsteking van de
koplampen is defect. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats. Alleen bij auto's met
xenonlampen.
Laden accu
Continu Storing bij het laden van
de accu. Stop de auto en
raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Buitentemperatuur
Continu De buitentemperatuur is
3°C (37 °F) of lager. Gladheid.
Let goed op en rijd
voorzichtig. Voorzichtig: Kans op
gladheid, ook wanneer
het display dit niet
weergeeft.
Page 31 of 236
1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Melding
weergave
Oorzaak
Oplossing - actie
Opmerkingen
Roetfi lter
verzadigd
Continu Roetfi lter begint
verzadigd te raken. Ga om het roetfi lter
te regenereren, zodra
de omstandigheden
het toelaten, met een
snelheid van meer dan
60 km/h rijden tot het
pictogram verdwijnt. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats als de
melding niet verdwijnt.
Niveau
dieseladditief
Continu Dieseladditief onder
minimumniveau. Laat het PEUGEOT-
netwerk of een
gekwalifi ceerde
werkplaats het niveau zo
snel mogelijk aanvullen.
Water in het
brandstoffi lter
(volgens land
van bestemming)
Continu Water in het
brandstoffi lter.
Hierdoor kan het
inspuitsysteem
van dieselmotoren
beschadigd raken. Raadpleeg zo
snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Page 32 of 236

1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Preventieve waarschuwingsmeldingen
Waarschuwingsmeldingen (contact in stand "ON")
Functie
weergave
Status functie
Tweewielaandrijving
2WD
Knippert Tweewielaandrijving "2WD" ingeschakeld.
Vierwielaandrijving
4WD
Knippert Vierwielaandrijving "4WD" ingeschakeld.
Deze aandrijving is standaard ingeschakeld.
Vierwielaandrijving
4WD LOCK
Knippert Vierwielaandrijving "LOCK" ingeschakeld.
Buitentemperatuur
Continu Geeft de buitentemperatuur weer.
De weergegeven temperatuur kan afwijken van de werkelijke
buitentemperatuur wanneer de auto stilstaat of de snelheid lager is
dan 20 km/h.
Melding
Weergave
Oorzaak
Oplossing - actie
Opmerkingen
Onderhoudsindicator
Continu Geeft aan wanneer
de volgende
onderhoudsbeurt
moet plaatsvinden. Raadpleeg het
PEUGEOT-
netwerk of een
gekwalifi ceerde
werkplaats. Verschijnt gedurende enkele
seconden na aanzetten van
het contact.
Aanbevolen
rustpauze
Continu Waarschuwt de
bestuurder dat
het tijd is voor een
rustpauze. Wij raden u aan
een rustpauze te
nemen. Verschijnt wanneer de vooraf
ingestelde rijtijd is verstreken.
Er klinkt 3 keer een
geluiddssignaal dat vervolgens
om de 5 minuten wordt
herhaald, tot de auto stopt.