2012 PEUGEOT 4007 Instructieboekje (in Dutch)

2
COMFORT






Tweede zitrij neerklappen *



1.
Beweeg de hendel A
van de achterstoel omhoog, of
Trek gedurende minimaal 1 seconde aan de knop B
in de bagageruimte, of
Trek de band C
naar u toe om de achterstoel te ontgrendelen.

2.
De rugleuningen van de achterstoelen kunnen naar voren worden geklapt, waarna ook de zittingen opgetild en naar vo-
ren geklapt kunnen worden.

3.
Controleer na het neerklappen of de stoelen goed zijn vergrendeld, door er licht op te drukken.

Duw de hoofdsteunen zo ver mogelijk omlaag voordat u de stoelen neerklapt.
Plaats de gespen van de veiligheidsgordels in de hiervoor bestemde gleuven aan de binnenzijde van de zittingen voordat
u de rugleuningen naar voren klapt.
Zorg ervoor dat u bij het neerklappen van de stoelen niet wordt gehinderd door personen of voorwerpen.

Plaats nooit bagage op neergeklapte stoelen.

*
Volgens uitvoering.

2
COMFORT

Tweede zitrij terugplaatsen



1.
Beweeg de stoel omlaag door aan
de ontgrendelingsband A
van de
zitting te trekken, terwijl u de stoel
met uw hand tegenhoudt.

Het uitvoeren van deze handelingen vereist mogelijk enige kracht.
Auto's met een derde zitrij zijn uitgerust met verlichting B
aan de achterzijde van de zittingen van de tweede zitrij.
Nadat de vergrendelingsband is aangetrokken, wordt de vloer voor de derde zitrij gedurende 10 seconden verlicht. 2.
Druk op de zitting tot deze vergren-
deld is.
3.
Zet de rugleuning van de stoel om-
hoog en trek tegelijk aan de ont-
grendelingsband aan de achterzijde
van de rugleuning.

4.
Controleer na het terugplaatsen van
de rugleuning of de stoel en de rug-
leuning goed vergrendeld zijn, door
licht op beide te drukken.

2
COMFORT






Opstelling "stoelen neergeklapt"



1.
Verwijder de hoofdsteunen van de voorstoelen.

2.
Zet de armsteun achter rechtop en verwijder de bagageafdekking.

3.
Zet de achterstoelen zo ver mogelijk naar achteren.

4.
Zet de voorstoelen zo ver mogelijk naar voren en klap de rugleuningen helemaal neer.

5.
Klap de rugleuningen van de achterstoelen omlaag.
Voer de instructies in de omgekeerde volgorde uit om de stoelen weer in de oorspronkelijke stand te zetten.

2
COMFORT
ACHTERBANK (3E ZITRIJ)RIJ)

De achterbank is neerklapbaar en kan
worden weggeklapt in een ruimte in de
vloer van de auto.
Het label op de rugleuning van de
achterbank laat u aan de hand van af-
beeldingen de stappen zien voor het
neer- en terugklappen van de achter-
bank.

1.
Open de achterklep en het onderste
deel van de achterklep (zie hoofd-
stuk "Toegang tot de auto").

2.
Trek van achteren aan het klepje A

en bevestig het aan de rugleuning
met de drukknop van de band B
.


Uitvouwen van de achterbank

Voor een optimaal comfort raden
wij u aan om de achterbank neer-
geklapt te houden op het moment
dat deze niet gebruikt wordt.

2
COMFORT

3.
Trek aan de zwarte band C
in het
midden van de rugleuning om deze
overeind te zetten.
4.
Trek aan de zwarte band D
om de
zitting van de bank te ontgrendelen.
5.
Kantel de bank naar achteren.

6.
Zet de hoofdsteunen rechtop.
7.
Til de hele bank op en druk deze
naar voren totdat deze vergrendelt.

Maak de drukknop van de band B
los
om het klepje los te maken.

2
COMFORT


1.
Open de achterklep en het onderste
deel van de achterklep (zie hoofd-
stuk "Toegang tot de auto").

2.
Maak het klepje A
los en maak het
vast aan de rugleuning met de druk-
knop van de band B
.
3.
Ontgrendel de hoofdsteunen door
de schakelaars C
weg te schuiven
en leg ze op de rugleuning.
4.
Trek aan de grijze band D
en trek de
bank naar u toe. Druk op de bank
om deze te vergrendelen.

5.
Klap en druk de bank naar voren.
6.
Trek aan de zwarte band E
in het
midden van de rugleuning om deze
neer te klappen.
Maak de drukknop van de band B
los
om het klepje weer terug te plaatsen.


Neerklappen van de achterbank

2
COMFORT
ITENSPIEGELS BUITENSPIEGELS







Elektrisch inklappen/uitklappen


- van binnenuit, met het contact in de
stand "ON" of "ACC"


)
door op de knop C
te drukken.

- van binnenuit, met het contact in de
stand "LOCK":


)
door binnen 30 seconden
op de
knop C
te drukken.

- van buitenaf met de afstandsbedie-
ning:


)
door driemaal kort op het "geslo-
ten hangslot" te drukken om ze in
te klappen,

)
door driemaal kort op het "ge-
opende hangslot" te drukken om
ze uit te klappen.



Verstellen

De spiegels zijn te verstellen wanneer
het contact in de stand "ON" of "ACC"
staat.


)
Beweeg de bedieningsknop A
naar
links of rechts om de gewenste spie-
gel te selecteren.

)
Beweeg de bedieningsknop B
in de
4 richtingen om de spiegel af te stel-
len.
Zet na het verstellen de bedienings-
knop A
weer in de neutrale positie. Als u de motor uitzet en vervol-
gens weer start met ingeklapte
spiegels, worden deze automa-
tisch uitgeklapt zodra de snel-
heid hoger is dan 30 km/h.
Wanneer de spiegels handmatig
of elektrisch zijn ingeklapt na het
starten van de motor, worden ze
niet automatisch uitgeklapt.
U dient dan:


)
Op de knop C
te drukken om
de spiegels uit te klappen.

Als u de buitenspiegels hebt in-
geklapt met de knop C
, moet u
deze ook gebruiken om ze weer
uit te klappen. Zo niet, dan wor-
den de spiegels niet correct ver-
grendeld.
Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden in-
gesteld in het menu "Uitrusting"
van het kleurendisplay of wor-
den uitgeschakeld door het
PEUGEOT-netwerk of een ge-
kwalifi ceerde werkplaats.
De buitenspiegels zijn tevens handma-
tig in te klappen.

2
COMFORT
BINNENSPIEGEL

Stel de binnenspiegel af door deze om-
hoog, omlaag en/of naar links of naar
rechts te bewegen.
De binnenspiegel heeft twee standen:


- dag (normaal),

- nacht (antiverblinding).
U kunt de stand wijzigen door het hen-
deltje aan de onderzijde van de bin-
nenspiegel naar voren of achteren te
zetten.

*
Volgens land van bestemming.

AUTOMATISCHEAUTOMATISCHE
BINNENSPIEGEL *


De binnenspiegel verstelt geleidelijk en
automatisch van de dag- in de nacht-
stand.
Om verblinding te voorkomen, wordt de
spiegel automatisch donker, afhankelijk
van de hoeveelheid licht die vanaf de
achterzijde van de auto op de spiegel
valt. Zodra de hoeveelheid licht (bij-
voorbeeld zonneschijn, verlichting van
achteropkomend verkeer) vermindert,
wordt het spiegelbeeld weer helder
voor een optimaal zicht.
U kunt de automatische stand uitscha-
kelen door op de knop " AUTO
" te druk-
ken.
AUTOMATISCHE
BINNENSPIEGELEGEL MET
ACHTERUITRIJCAMERACHTERUITRIJCAMERA*


Met behulp van deze spiegel, in combi-
natie met een camera die aan de ach-
terzijde van de auto is gemonteerd, kan
de bestuurder tijdens het achteruitrijden
zien wat zich achter de auto bevindt.
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt automatisch een
scherm weergegeven op de binnen-
spiegel.
Er verschijnt een waarschuwingsmel-
ding om aan te geven dat u de omge-
ving van uw auto moet controleren.
Het scherm verdwijnt zodra een andere
versnelling wordt ingeschakeld.
U kunt de automatische stand uitscha-
kelen door de knop " AUTO
" in te druk-
ken.