1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
BOORDCOMPUTER
Gemiddeld
brandstofverbruik
(l/100km of km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde
verbruik sinds de laatste
nulstelling van de boord-
computer.
Dit getal kan verhoogd worden
door een verandering in de rij-
stijl of van het landschap, die
een aanzienlijke variatie van het
momentele verbruik tot gevolg
heeft.
Gemiddelde
snelheid (km/h of
mph)
Dit is de gemiddelde
snelheid sinds de laat-
ste nulstelling van de
boordcomputer.
Nulstelling
Bij inschakeling van het contact, wordt
bij de nulstelling overgeschakeld van
de handmatige naar de automatische
stand.
Raadpleeg het PEUGEOT-net-
werk of een gekwalifi ceerde
werkplaats wanneer er tijdens
het rijden horizontale streepjes
in plaats van cijfers op het dis-
play verschijnen.
Huidige
brandstofverbruik
(l/100 km of km/l of
mpg)
Dit is het brandstofver-
bruik dat geregistreerd
is tijdens de laatste se-
conden.
Weergave
Druk bij ingeschakeld contact herhaal-
delijk op de knop INFO
aan de linkerzij-
de van het dashboard om de verschil-
lende informatie weer te geven:
- gemiddeld brandstofverbruik,
- gemiddelde snelheid,
- momenteel brandstofverbruik. Druk minimaal twee seconden op de
knop INFO
zodra gewenste informatie
op het display verschijnt om alle gege-
vens te resetten.
Automatisch
Als de contactsleutel langer dan 4 uur
in de stand OFF staat wordt alle infor-
matie automatisch gereset.
1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Als de auto stilstaat
,
kunnen de volgende func-
tieweergaven worden ge-
wijzigd:
- opties voor het wissen
van het gemiddelde
brandstofverbruik en de
gemiddelde snelheid,
- de eenheid van het brandstofverbruik,
- de eenheid voor de temperatuur-
weergave,
- de taalkeuze,
- inschakelen/uitschakelen geluids-
signaal van de knop INFO
,
- weergave-interval van herinnering
pauze (rusten),
- fabrieksinstellingen herstellen.
WEERGAVEMOGEL
WEERGAVEMOGELIJKHEDEN
FUNCTIES
Hiermee kunt u de weergave van ver-
schillende functies instellen.
De diverse menu's kunnen voor instru-
mentenpaneel type 1 en instrumenten-
paneel type 2 verschillend zijn.
Druk, met
het
contact aan
, herhaal-
delijk op de knop INFO
links op het
instrumentenpaneel tot op het scherm
"SETTING MENU" verschijnt.
Om de weergave van functies te
wijzigen, moet de auto stilstaan
met het contact aan.
Trek de handrem aan en zet de
versnellingshendel in neutraal.
Als de auto rijdt
, worden de in-
stellingen niet weergegeven als
u op de knop INFO
drukt.
Werking
)
druk op de knop INFO
en houd deze
gedurende enkele seconden inge-
drukt om het menuscherm weer te
geven.
Druk op de knop INFO
en houd
deze gedurende enkele seconden
ingedrukt om het menuscherm
weer te geven.
Bij weergave van het menuscherm,
als er gedurende 15 seconden
geen handeling wordt uitgevoerd,
wordt het scherm met parameters
van de functies weergegeven.
)
druk in het menuscherm op de knop
INFO
om een functie uit de volgen-
de lijst te selecteren:
MENU 2/3:
- a/b
(taalkeuze voor weergave op
het scherm van het instrumenten-
paneel en het navigatiescherm),
- inschakelen/uitschakelen ge-
luidssignaal
van de knop INFO
,
- ALARM
(wijzigen van weergave-in-
terval van de herinnering voor rus-
ten "REST REMINDER"),
- keuze van het geluid
van de rich-
tingaanwijzers,
- inschakelen / uitschakelen van
het verbruik op dat moment
,
MENU 1/3:
- 1 - 2
(opties voor wissen van gemid-
deld brandstofverbruik en gemid-
delde snelheid),
- UNIT
(keuze voor eenheid brand-
stofverbruik),
- keuze voor eenheid temperatuur-
weergave
,
- LANGUAGE
(taalkeuze),
MENU 3/3 :
-
RESET (fabrieksinstellingen op-
nieuw instellen).
1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Keuze geluidssignaal
richtingaanwijzers
U kunt uitsluitend in combinatie met in-
strumentenpaneel type 2 het geluid van
de richtingaanwijzers kiezen.
In het display van de menu's:
)
druk op de knop INFO
om geluid
1 of 2 te selecteren (in menu 2/3)
.
Inschakelen / uitschakelen van
het huidige verbruik
U kunt uitsluitend in combinatie met
instrumentenpaneel type 2 het huidige
verbruik in of uitschakelen.
In het display van de menu's:
)
druk op de knop INFO
om het sym-
bool voor het inschakelen / uitscha-
kelen van het huidige verbruik te
selecteren (in menu 2/3)
.
Fabrieksinstellingen herstellen
(RESET)
U kunt de fabrieksinstellingen van alle
functies herstellen.
Functie
Fabrieksinstelling
Wissen gemiddeld
brandstofverbruik
en gemiddelde
snelheid
1
(automatisch)
Eenheid
brandstofverbruik
L/100 km
Eenheid
temperatuurweergave
°C
Taalkeuze
ENGLISH
Geluidssignaal
van de knop INFO
ON
(ingeschakeld)
Weergave
melding "REST
REMINDER"
OFF
(uitgeschakeld)
In het menuscherm:
)
druk op de knop INFO
om " RESET
"
(in menu 2/2 of 3/3 afhankelijk
van het instrumentenpaneel)
te
selecteren.
)
druk op de knop INFO
en houd deze
ten minste 5 seconden ingedrukt.
Een geluidssignaal klinkt en de fa-
brieksinstellingen worden hersteld voor
alle functies.
)
druk op de knop INFO
en houd deze
gedurende enkele seconden inge-
drukt om de keuzes elkaar te laten
opvolgen (ON, OFF).
De fabrieksinstellingen zijn:
3
TOEGANG TOT DE AUTO
De ruitbediening kan worden in-
gesteld in het menu "Uitrusting"
van het kleurendisplay.
Na het afzetten van het contact
kunnen de ruiten nog ongeveer
30 seconden worden bediend.
De ruit van het bestuurderspor-
tier kan, nadat deze is geopend,
nog 30 seconden langer worden
bediend.
Nadat het bestuurdersportier is
gesloten kunnen de ruiten niet
meer worden geopend of geslo-
ten.
De ruiten van de achterportieren
gaan niet helemaal omlaag.
NING
1.
Schakelaar ruitbediening
bestuurderszijde.
2.
Schakelaar ruitbediening
passagierszijde.
3.
Schakelaar ruitbediening rechts
achter.
4.
Schakelaar ruitbediening links
achter.
5.
Blokkeerschakelaar
elektrisch bedienbare ruiten
passagierszijde en achter
.
Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst
niet wil sluiten, dient u de ruitbe-
diening te resetten (zie de des-
betreffende paragraaf).
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit automatisch sluit en tegen
een obstakel stuit, stopt de ruit en gaat
deze weer open.
Werking
Als het contact is aangezet, hebt u twee
mogelijkheden:
- handmatige bediening
)
Druk of trek de schakelaar tot het
zware punt. De ruit stopt zodra u
de schakelaar loslaat.
- automatische bediening
)
Druk of trek de schakelaar tot
voorbij het zware punt. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent
of sluit de ruit volledig.
)
Druk opnieuw op de schakelaar of
trek opnieuw aan de schakelaar om
het openen of sluiten te stoppen.
U kunt de ruiten handmatig of automa-
tisch volledig openen en sluiten. De
ruiten met eentrapsbediening zijn voor-
zien van een beveiliging tegen beknel-
len en de elektrisch bedienbare ruiten
achter kunnen worden geblokkeerd
voor de veiligheid van kinderen op de
achterbank.
3
TOEGANG TOT DE AUTO
Blokkering van de ruitbediening aan
passagierszijde en achter
Resetten van de ruitbediening
Nadat de accukabels los zijn geweest
of driemaal de beveiliging tegen beknel-
len is geactiveerd, moet de beveiliging
tegen beknellen worden gereset:
)
sluit het portier, open de ruit volle-
dig en sluit hem weer. Elke keer dat
de schakelaar wordt ingedrukt, gaat
de ruit enkele centimeters omhoog.
Blijf de schakelaar indrukken tot de
ruit volledig is gesloten,
)
houd nadat de ruit volledig is geslo-
ten de schakelaar nog ten minste
1 seconde ingedrukt.
Neem bij het verlaten van de auto,
zelfs voor een korte periode, altijd
de sleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen
van de ruit iets tussen de ruit en
de sponning bekneld raakt, moet
de ruit weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetref-
fende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit
aan passagierszijde bedient,
moet deze ervan verzekerd zijn
dat niets het correcte sluiten van
de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verze-
kerd zijn dat de passagiers op de
juiste manier gebruik maken van
de elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruit
niet kunnen bezeren.
)
Druk, voor de veiligheid van uw kin-
deren, op de schakelaar 5 om de
ruitbediening aan passagierszijde
en achter, ongeacht de stand van
de ruiten, te blokkeren.
Als de schakelaar omlaag staat, is de
ruitbediening geblokkeerd.
Als de schakelaar omhoog staat, is de
ruitbediening niet geblokkeerd.
Als de schakelaar omlaag staat,
kunt u alle ruiten openen of slui-
ten met de schakelaars van het
bestuurdersportier.
Tijdens deze handelingen is de be-
veiliging tegen beknellen uitgescha-
keld.
11
AUDIO en TELEMATICA
Kalender, trip
Met de dubbele pijlen kan
gewisseld worden tussen
het huidige, het vorige en het
volgende scherm. D - Trajectgegevens:
D1 - gemiddelde snelheid,
D2 - gemiddeld brandstofverbruik,
D3 - huidig brandstofverbruik,
D4 - voor grafi sche weergave van de
snelheid en het brandstofverbruik,
met intervallen van 5 minuten,
D5 - keuze automatische reset (sleu-
tel minimaal 4 uur in de stand
OFF) of handmatig (druk op [Re-
set]),
D6 - nog af te leggen afstand (afhan-
kelijk van brandstofniveau en
gemiddeld brandstofverbruik),
D7 - afgelegde afstand sinds de laat-
ste tankbeurt (druk op [Refuel]
om te resetten),
D8 - gereden tijd (gemeten tussen
contact "on" en "off"),
- druk op [Start] om de volgende
gegevens te meten:
D9 - reisduur,
D10 - afstand,
D11 - snelheid,
D12 - brandstofverbruik. C - Bijzondere gebeurtenissen of
verjaardagen noteren op de ka-
lender.
Gebruik de pijlen om een datum
te selecteren en klik op de ge-
wenste dag om de gebeurtenis
weer te geven.
D1D2D3
D4D5
D6D7D8
D7
D9D10D11D12
D
C
INDEX
Opbergvakken .......................... 64, 70
Openen achterklep ................... 80, 81
Openen bagageruimte .................... 80
Openen brandstofvulklep................ 84
Openen schuif-/kanteldak ............... 82
Opnemen van een CD .......... 192, 195
P
Parkeerhulp achter ....................... 123
Parkeerlichten....................... 137, 141
Plafonnier achter ............................ 92
Plafonnier voor ............................... 92
Portieren ......................................... 79
R
Radio .................... 167, 168, 188, 189
Regelmatig onderhoud ................... 19
Rembekrachtigingsysteem ........... 103
Remblokken.................................. 130
Remlichten.................................... 141
Remschijven ................................. 130
Reservewiel ...........................132-135
Resetten van het schuifdak ............ 82
Richtingaanwijzers........ 102, 137, 141
Rijstrookcontrolesystemen ........... 104
Ruitensproeiers vóór ...................... 90
Ruitenwisserbladen (vervangen) .... 151
Ruitenwisserbladen vervangen .... 151
Ruitenwissers ........................... 90, 91
Ruitenwisserschakelaar............ 90, 91
S
Schuif-/kanteldak ............................ 82
Serienummer auto ........................ 160Sjorogen ................................... 70, 71
Slepen van een auto..................... 152
Sleutel met afstandsbediening ....... 76
Snelheidsregelaar......................... 121
Starten van de auto ........................ 75
Stilzetten van de auto ..................... 75
Stoelen achter ................................ 53
Stoelen verstellen ............... 50, 51, 53
Stoelopstellingen ............................ 57
Stoelverwarming ............................. 52
Stuurwiel (verstellen) ...................... 63
Systeem Audio-telematica ...176-180, 184,
188, 189, 192, 194, 195, 200-202,
206-208, 211, 214, 215, 218-220
T
Te laag brandstofniveau ................. 84
Teller ............................................... 21
Temperatuurregeling....................... 46
Thermisch isolerende voorruit ........ 63
Tijd instellen .............................. 39, 41
Toegang tot de 3e zitrij ................... 54
Toegang tot de lampen ................. 137
Toerenteller ..................................... 21
Toevoer van buitenlucht.................. 46
TP (Verkeersinformatie) ........ 168, 208
Transferbak en differentieel
achter ........................................ 130
Trekhaak ....................................... 154
U
Uitschakelen airbag passagier ..... 108
Uitschakelen dynamische
stabiliteitscontrole (ASC) ........... 104Veiligheidsgordels................. 106, 107
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen ....................76, 94, 97-101
Vensters voor parkeer-/
tolkaarten ..................................... 63
Ventilatie ................................... 19, 44
Ventilatieroosters ............................ 44
Verklikkerlampje
koelvloeistoftemperatuur ............. 32
Verklikkerlampje laag
brandstofniveau ........................... 84
Verklikkerlampjes.......................22-24
Verklikkerlampjes (status)............... 22
Verklikkerlampje
veiligheidsgordels ...................... 105
Versnellingsbak ”CVT” .................. 113
Versnellingshendel ......................... 19
Verwarming......................... 19, 44, 46
Video .................................... 206, 207
Voorstoelen................................50-52
V
W
Waarschuwingssignaal sleutel in
contact ......................................... 75
Waarschuwing vergeten
verlichting .................................... 87
Wiel demonteren .......................... 135
Wiel monteren .............................. 135
Wielsleutel .................................... 132
Wiel verwisselen ....................132-135
Window-airbags .....................110, 111