1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
MONOCHROOM DISCHROOM DISPLAY
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de weergave van de autoradio (zie
hoofdstuk "Audio en Telematica").
Tijd instellen
U kunt de digitale klok automatisch
of
handmatig
instellen.
Instelkeuze
Selecteer de automatische
of hand-
matige stand
op de volgende manier:
)
Druk op de knop A
"PWR" om het
audiosysteem in te schakelen.
)
Ga naar de instelstand door de knop
B
"TUNE" gedurende ongeveer
2 seconden in te drukken.
)
Druk de knop B
"TUNE" een paar
keer in om de verschillende me-
nu's weer te geven en selecteer het
menu CT ( klok ) .
De volgorde van de menu's is
de volgende: AF/CT/REG/TP-S/
Taalweergave/PTY/SCV/PHONE/
Instellen functies OFF.
Automatisch
Met behulp van het signaal van RDS-
zenders kan automatisch de juiste tijd
worden ingesteld.
Het pictogram "CT"
verschijnt op het
scherm.
Handmatig
In deze stand kunt u de plaatselijke tijd
handmatig instellen met de knoppen
van de autoradio.
Deze stand kan ook worden gebruikt
indien de automatische stand een on-
juiste tijd weergeeft wanneer de regio-
nale RDS-zenders vanuit een andere
tijdszone uitzenden.
11
AUDIO en TELEMATICA
Surround instellen met "FIELD"
Draai aan de knop "SOUND"
om de surroundinstellingen
te wijzigen:
NORMAL / STAGE / LIVE /
HALL.
"NORMAL": benadrukt de stemmen op
de voorgrond en de instrumenten om-
ringen de luisteraar.
"STAGE": benadrukt de stemmen, alsof
de luisteraar zich voor het podium be-
vindt.
"LIVE": benadrukt het geluid als bij een
concert, waarbij het geluid uit alle rich-
tingen komt.
"HALL": benadrukt het geluid zoals in
een zaal, met lichte galm en echo.
Lagetonenregeling "BASS"
Draai aan de knop "SOUND"
om de weergave van lage
tonen aan te passen aan uw
voorkeur.
Middentonenregeling "MID"
Draai aan de knop "SOUND" om de
weergave van middentonen aan te pas-
sen aan uw voorkeur.
Hogetonenregeling "TREBLE"
Draai aan de knop "SOUND" om de
weergave van hoge tonen aan te pas-
sen aan uw voorkeur.
Geluidsverdeling voor en achter
"FADER"
Draai aan de knop "SOUND" om de ver-
deling van het geluid tussen de voorste
en achterste luidsprekers in te stellen.
Geluidsverdeling links en
rechts "BALANCE"
Draai aan de knop "SOUND" om de ver-
deling van het geluid tussen de linker
en rechter luidsprekers in te stellen.
Op het moment dat de "FIELD"-
instelling gewijzigd wordt, wordt
de geluidsweergave kort onder-
broken. Wanneer de instelling op "0"
staat, wordt het geluid gelijkma-
tig verdeeld.
Automatische volumecorrectie
"SCV"
Met deze functie kunnen de "VO-
LUME", "BASS", "MID" en "TREBLE"
regelingen automatisch worden aan-
gepast aan de snelheid van de auto.
Druk gedurende ten min-
ste 2 seconden op de knop
"SOUND" om deze instellin-
gen te wijzigen.
Druk vervolgens meerdere
keren op deze knop, totdat
de functie verschijnt die u wilt wijzigen:
AF / CT / REG / TP-S / PTY (talen) /
SCV / PHONE / OFF.
Draai de knop "SOUND" naar links
om de functie uit te schakelen of naar
rechts om de functie in te schakelen.
Op het moment dat de "SUB PUNCH"-
instelling wordt gewijzigd, wordt de
geluidsweergave kort onderbroken.
Volumeregeling van de
subwoofer "SUB PUNCH"
Draai aan de knop "SOUND" om het
volume van de subwoofer in te stellen.
De "SUB PUNCH"-regeling is alleen
beschikbaar op auto's die uitgerust zijn
met "Premium Sound".
Wanneer u uw surroundvoorkeur hebt
bepaald, bevestigt u deze door de knop
"SOUND" in te drukken.
11
AUDIO en TELEMATICA
Programmatype (PTY)
Sommige radiozenders bieden de mo-
gelijkheid om programmavoorkeuren
vast te leggen aan de hand van één
van de volgende thema's:
NEWS, AFFAIRS, INFO, SPORT, EDU-
CATE, DRAMA, CULTURE, SCIENCE,
VARIED, POP M, ROCK M, EASY M,
LIGHT M, CLASSICS, OTHER M,
WEATHER, FINANCE, CHILDREN, SO-
CIAL, RELIGION, PHONE IN, TRAVEL,
LEISURE, JAZZ, COUNTRY, NATION M,
OLDIES, FOLK M, DOCUMENT .
Waarschuwingsberichten
"ALERT"
Wanneer een waarschuwingsbericht
wordt uitgezonden, wordt de huidige
weergave van een radiozender of an-
dere audiobron tijdelijk onderbroken.
Op het display verschijnt de tekst
"ALERT" en het volume wordt aange-
past.
Na het waarschuwingsbericht verdwijnt
deze tekst en het oorspronkelijke vo-
lume wordt hersteld.
Zoeken naar een zender met "PTY"
Druk op de toets "PTY".
Draai aan de knop "TUNE"
om het gewenste thema te
selecteren.
Na twee seconden start de radio het
zoeken naar zenders met het gewenste
thema; het gekozen thema knippert op
het display.
Wanneer de zender gevonden is, ver-
schijnt de naam van de zender op het
display.
U kunt op de toets "SEEK
" of "SEEK
" drukken om een andere zender te
zoeken.
Als er geen programma met
het gewenste thema gevonden
wordt, verschijnt gedurende vijf
seconden de melding "NONE"
op het display.
Opslaan van een "PTY"-programma
U kunt maximaal 6 PTY-programma's
in het geheugen opslaan.
Als u een nieuw programma opslaat
wordt het vorige gewist.
Druk kort (minder dan twee secon-
den) op de toets om de opgeslagen
instellingen weer op te roepen.
Taalkeuze PTY
Druk minimaal twee secon-
den op de knop "TUNE" om
de instellingen te wijzigen.
Druk vervolgens herhaaldelijk op de-
zelfde toets, om de volgende functies
te kunnen wijzigen:
AF/CT/REG/TP-S/PTY (taalkeuze)/SCV/
PHONE/OFF.
Draai de knop "TUNE" naar links of
naar rechts om de gewenste taal te
selecteren: ENGLISH, FRANCAIS,
DEUTSCH, SVENSK, ESPAGNOL,
ITALIANO.
Tijdens het opslaan wordt de geluids-
weergave kort onderbroken.
Het nummer van de toets en het PTY-
programma worden weergegeven op
het display.
Draai aan de knop "TUNE"
om het PTY-programma
te selecteren dat u wilt op-
slaan.
Druk minimaal twee secon-
den op een van de cijfer-
toetsen "1" tot en met "6".
11
AUDIO en TELEMATICA
CD-SPESPELER
Hiermee kan een audio-CD (CD-DA,
CD-Text, CD-R/RW) of een MP3-CD
worden afgespeeld.
Druk op de toets "CD" als
de CD zich al in de CD-spe-
ler bevindt.
Op het display verschijnt
"CD", gevolgd door het nummer van de
huidige track en de speelduur.
Functie-instellingen
Hiermee kunnen verschillende functies
worden in- of uitgeschakeld.
Druk minimaal twee secon-
den op de knop "TUNE" om
de functie-instellingen in te
schakelen.
Druk vervolgens herhaalde-
lijk op dezelfde knop om de
volgende functies te wijzigen:
AF / CT / REG / TP-S / PTY (taalkeuze)/
SCV / PHONE / OFF.
Draai de knop "TUNE" naar links om
een functie uit te schakelen (OFF), of
naar rechts om een functie in te scha-
kelen (ON).
De functie "PHONE" is op dit
moment nog niet beschikbaar.
De functie-instellingen worden
na tien seconden uitgescha-
keld wanneer geen enkele toets
meer wordt ingedrukt.
Selecteren van CD-speler
Het afspelen begint automatisch zodra
een CD met de bedrukte zijde naar bo-
ven in de CD-speler wordt geplaatst.
Uitwerpen van een CD
Druk op deze toets om de
CD uit te werpen. Het sy-
steem schakelt automatisch
over naar de radio.
Snelzoeken
Houd de toets "
" of "
"
ingedrukt om versneld voor-
of achteruit te zoeken.
Het afspelen begint zodra u
de toets loslaat.
Selectie van een track
Druk op de toets "
" of "
"
om de vorige of volgende
track te selecteren.
Track doorlopend afspelen
Druk op de toets "RPT" om
de huidige track continu te
herhalen. Op het display
verschijnt "RPT".
Druk nogmaals op de toets om de func-
tie uit te schakelen.
In willekeurige volgorde afspelen
van de tracks van een CD
Druk op de toets "RDM"
om alle tracks op de CD in
willekeurige volgorde af te
spelen. Op het display ver-
schijnt "RDM".
Druk nogmaals op de toets om de func-
tie uit te schakelen. Gebruik alleen CD's met een
ronde vorm.
CD's met een diameter van
8 cm dienen in het midden
van de CD-sleuf te worden ge-
plaatst.
Wanneer de CD niet binnen
15 seconden na het uitwerpen
wordt uitgenomen, wordt deze
weer ingevoerd in de CD-speler.
Audio-CD
11
AUDIO en TELEMATICA
AUDIO-VIDEO AUDIO-VIDEO
Hoe werkt RDS?
RDS-zenders volgen
Verkeersinformatie
Als een radiozender via meerde-
re frequenties uitzendt, schakelt
de autoradio automatisch naar
de frequentie met de beste ontvangst.
De frequentie van een radiozen-
der heeft een dekking van ongeveer
50 kilometer. Wanneer de radio over-
schakelt naar een andere frequentie
kan de ontvangst van een zender tijde-
lijk wegvallen.
Als de zender geen dekking heeft in de
regio waar u zich bevindt, kunt u het
automatisch zoeken naar betere ont-
vangst uitschakelen.
Radio, RDS, AF, REG, TP, PTY
De RDS-functie op de FM-band
biedt de volgende mogelijkheden:
- dezelfde zender ontvangen in ver-
schillende regio's (als de zender
daar dekking heeft),
- tijdelijk overschakelen naar ver-
keersinformatie,
- weergave van informatie, zoals de
naam van de radiozender.
De meeste FM-zenders maken gebruik
van RDS.
Naast programma's zenden zij ook niet-
hoorbare tekstinformatie mee.
Dankzij deze informatie kunt u de naam
van de zender afl ezen op het display,
een zender automatisch blijven volgen
of tijdelijk overschakelen naar verkeers-
informatie.
De RDS-functie biedt de mogelijkheid
om naar een zender te blijven luisteren,
ongeacht de verschillende frequenties
die voor deze zender gebruikt worden
in de diverse regio's. Er kunnen ech-
ter storingen optreden in de ontvangst
door een onvolledige dekking van een
zender. Met de functie Traffic Program
(TP) is het mogelijk automatisch
over te schakelen naar een FM-
zender die verkeersinformatie uitzendt.
De huidige radiozender of audiobron
wordt dan tijdelijk onderbroken.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen
is, schakelt de radio terug naar de oor-
spronkelijke radiozender of audiobron.
Regionale functie
Sommige zenders zijn aan el-
kaar gekoppeld.
Zij zenden gelijktijdig uit in ver-
schillende regio's, soms met dezelfde en
soms met verschillende programma's.
U kunt met deze functie:
- een specifi eke regionale zender blij-
ven volgen,
- naar het gekoppelde netwerk luiste-
ren, waarbij het mogelijk is dat de
radio overschakelt naar een ander
programma.
Programmatype
Sommige radiozenders bieden
de mogelijkheid om program-
mavoorkeuren vast te leggen
aan de hand van één van de volgende
thema's:
NEWS, AFFAIRS, INFOS, SPORT,
EDUCATE, DRAMA, CULTURE, SCI-
ENCE, VARIED, POP M, ROCK M,
EASY M, LIGHT M, CLASSICS, OTHER
M, WEATHER, FINANCE, CHILDREN,
SOCIAL, RELIGION, PHONE IN, TRA-
VEL, LEISURE, JAZZ, COUNTRY,
NATION M, OLDIES, FOLK M, DOCU-
MENT.
11
AUDIO en TELEMATICA
Voorgeprogrammeerde
nummers
1 # 790 (voor # = "Hekje")
2 * 671 (voor * = "Sterretje")
3 212 - 4 903
4 235 - 3 494
5 315- 5 657
6 456 - 7 930
7 793 - 5 462
8 794 - 1 826
9 826 - 3 145
10 962 - 7 305
11 (531) 742 - 9 860
12 (632) 807 - 4 591
13 (800) 222 - 5015
14 (888) 555 - 1 212
15 0 123 456 789 16 55 66 77 88 99
17 44 33 22 11 00
18 Call 293 - 5804
19 Call * 350
20 Call 1 (234) 567 - 8 901
21 Dial 639 - 1542
22 Dial # 780
23 Dial (987) 654 - 3210
24 1058# 3794# Send
25 27643# 4321# Send
26 Cancel
27 Continue
28 Emergency
29 Erase all
30 Help 31 Home, Work, Mobile, Pager
32 List Names
33 No
34
Phonebook: Delete
35 Phonebook: New entry
36 Previous
37 Phonebook: Delete all
38 Redial
39 Retrain
40 Setup confi rmation prompts
41 Setup language
42 Setup pairing options
43 Pair a phone
44 Transfer call
45 Ye s
11
AUDIO en TELEMATICA
Combineren met uw Bluetooth®
telefoon
Het systeem kan worden gecombineerd
met maximaal zeven mobiele telefoons
met Bluetooth®.
De telefoon met de hoogste prioriteit
wordt automatisch met het systeem ge-
combineerd.
Combineren kan alleen wanneer de
auto stilstaat met aangetrokken hand-
rem.
1 - Druk op de toets PARLER.
7 - Spreek een code van vier cij-
fers in die wordt opgeslagen
om de telefoon te combine-
ren. 12 - Spreek na het geluidssignaal
de door u gewenste naam
van de telefoon in.
13 - Het systeem meldt "Assign a prio-
rity for this phone between 1 and
7 when 1 is the phone used most
often".
Als het systeem geen verbin-
ding tot stand kan brengen met
een draadloze Bluetooth® tele-
foon, klinkt een geluidssignaal
en stopt het combineren.
Als u een prioriteit selecteert die
al aan een andere telefoon is
toegekend, vraagt het systeem
of u de prioriteit wilt vervangen. Onthoud de code om uw telefoon
te koppelen, u moet deze in één
van de volgende stappen invoe-
ren in uw toestel.
9 - Het systeem meldt: "Start pairing
procedure on phone. See phone's
manual for instructions".
2 - Zeg "Setup".
3 - Zeg "Pairing options".
5 - Zeg "Pair a phone". 8 - Het systeem herhaalt de inge-
sproken code. Bevestig door
"Yes" te zeggen of zeg "no"
om terug te keren naar stap 7.
10 - Raadpleeg de gebruiks-
handleiding van uw mo-
biele telefoon voor de
code waarmee u de tele-
foon kunt combineren in
stap 7. 14 - Noem een cijfer tussen 1 en
7 om de prioriteit van de te-
lefoon vast te leggen.
15 - Het systeem herhaalt de naam en
de prioriteit van de telefoon.
16 - Zeg "Yes" om te bevestigen
of "No" om terug te keren
naar stap 13.
17 - Het systeem meldt "Pairing com-
plete" en geeft een geluidssignaal.
De spraakherkenning wordt uitge-
schakeld. 4 - Het systeem meldt: "Do you want
to pair a phone, dete a phone or list
paired phones?".
6 - Het systeem meldt: "Please say a
4-digit pairing code". Het systeem wordt geblokkeerd
bij het invoeren van een foutieve
code. Om de code te wissen:
- zorg ervoor dat de spraak-
herkenning van de telefoon
niet is ingeschakeld,
- druk 3 keer achter elkaar,
met aangezet contact en au-
diosysteem ingeschakeld,
2 seconden op de knop RAC-
CROCHER (Ophangen).
11 - Zodra een mobiele telefoon met
Bluetooth® gedetecteerd wordt,
meldt het systeem "Please say the
name of the phone after the beep".
11
AUDIO en TELEMATICA
Telefoonnummer kiezen, geheugen
Hiervoor dient u vooraf een mobiele te-
lefoon met Bluetooth® aan het systeem
te hebben gekoppeld.
Een telefoonnummer kiezen
Als uw auto is uitgerust met een
touchscreen, kunt u de digitale
toetsen gebruiken om een num-
mer te kiezen en te bellen.
Naam opslaan in het telefoonboek
Het systeem heeft een eigen geheu-
gen, onafhankelijk van het geheugen
van de mobiele telefoon.
Het systeem kan tot 32 namen per taal
bevatten.
Elke naam van het geheugen is ver-
bonden met 4 locaties: HOME, WORK,
MOBIL en PAGER.
1 - Druk op de knop PARLER.
7 - Het systeem zegt "HOME, WORK,
MOBIL of PAGER".
2 - Zeg "Dial".
4 - Noem het telefoonnummer.
5 - Wanneer het systeem u
vraagt dit nummer te bevesti-
gen, zeg dan "Yes". Zeg "No"
om terug te gaan naar de vo-
rige stap. 2 - Zeg "Phonebook".
4 - Zeg "New entry".
6 - Noem de desbetreffende naam.
8 - Zeg de bijbehorende locatie
van het nummer dat u wilt op-
slaan.
10 - Antwoord met "Yes" om te
bevestigen, of "No" om terug
te keren naar stap 7.
12 - Als u het telefoonnummer
niet wilt wijzigen, herhaal
dan het oorspronkelijke
nummer om dit te bewaren.
Noem anders het nieuwe
nummer.
14 - Antwoord met "Yes" om te
bevestigen, of zeg "No" om
terug te keren naar stap 11.
1 - Druk op de knop PARLER.
3 - Het systeem antwoordt met: "Num-
ber please".
3 - Het systeem zegt "Select one of the
following: new entry, edit, list names,
delete or erase all, or say cancel to
return to main menu."
5 - Het systeem zegt "Name please". Een nieuw telefoonnummer opslaan: 9 - Het systeem vraagt om de locatie te
bevestigen.
11 - Als er reeds een nummer is op-
geslagen bij een locatie, zegt het
systeem: "The current number is
13 - Het systeem vraagt om het num-
mer te bevestigen.