•Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Telefoonboek namen
weergeven.
• De Uconnect™ Phone geeft alle namen in
het telefoonboek weer, inclusief de gedown-
loade telefoonboekgegevens, indien aanwe-
zig.
• Als u een van de namen in de lijst wilt bellen,
drukt u op de toets
terwijl de ge-
wenste naam wordt vermeld en zegt u Bel-
len.
OPMERKING:
U kunt op dit moment ook de functies Be-
werken ofVerwijderen activeren.
• De Uconnect™ Phone vraagt u vervolgens
naar de aanduiding van het nummer dat u
wilt bellen.
• Het geselecteerde nummer wordt gekozen.
Functies telefoongesprekkenDe volgende functies zijn toegankelijk via de
Uconnect™ Phone, indien deze functies wor-
den ondersteund door uw mobiele telefoon. Als
via uw mobiele telefoon bijvoorbeeld conferen-
tiegesprekken mogelijk zijn, is deze functie ook toegankelijk via de Uconnect™ Phone. Neem
contact op met uw mobielePhoneaanbieder
voor informatie over de beschikbare functies
op uw telefoon.
Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren als momenteel geen gesprek aan
de gang is
Wanneer u op uw mobiele telefoon wordt ge-
beld, onderbreekt de Uconnect™ Phone het
audiosysteem van de auto, indien dit is inge-
schakeld, en vraagt u of u de oproep wilt
beantwoorden. Druk op de
toets om het
gesprek te beantwoorden. Om het gesprek te
weigeren houdt u de
toets ingedrukt tot u
een pieptoon hoort die aangeeft dat het inko-
mende gesprek is geweigerd.
Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren als momenteel een gesprek aan
de gang is
Als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u
in gesprek bent, hoort u dezelfde netwerktonen
voor een wisselgesprek als op uw mobiele
telefoon. Druk op de
toets om het huidige
gesprek in de wacht te zetten en de inkomende
oproep te beantwoorden. OPMERKING:
De huidige mobiele telefoons die compatibel
zijn met de Uconnect™ Phone, bieden niet
de mogelijkheid een inkomend gesprek te
weigeren terwijl een ander gesprek wordt
gevoerd. Daarom kan de gebruiker óf het
inkomende gesprek beantwoorden óf nege-
ren.
Een tweede telefoontje plegen terwijl het
huidige gesprek aan de gang is
Als u wilt bellen terwijl u al een ander gesprek
voert, drukt u op de toets
en zegt u
Kiezen ofBellen, gevolgd door het telefoon-
nummer dat u wilt bellen of de naam uit het
telefoonboek. Het eerste gesprek wordt in de
wacht gezet terwijl het tweede gesprek aan de
gang is. Raadpleeg Heen en weer schakelen
tussen gesprekken voor informatie over het
teruggaan naar het eerste gesprek. Raadpleeg
Vergadergesprek voor informatie over het
combineren van twee gesprekken.
Een gesprek in/uit de wacht zetten
Om een gesprek in de wacht te zetten drukt u
op de
toets tot u één enkele pieptoon
hoort. Dit geeft aan dat het gesprek in de wacht
87
is gezet. Om het gesprek uit de wacht te zetten
houdt u detoets ingedrukt tot u één enkele
pieptoon hoort.
Tussen gesprekken heen en weer
schakelen
Als er twee gesprekken gaande zijn (één actief
en de andere in de wacht), houdt u de
toets ingedrukt tot u één enkele pieptoon hoort
waarmee aangegeven wordt dat de status van
de twee gesprekken (één actief en de andere
in de wacht) is verwisseld. Er kan maar één
gesprek in de wacht gezet worden.
Vergadergesprek
Als er twee gesprekken gaande zijn (één actief
en de andere in de wacht) houdt u de
toets
ingedrukt tot u twee pieptonen hoort waarmee
wordt aangegeven dat de twee gesprekken
samengevoegd zijn tot één vergadergesprek.
Driewegsgesprekken
Als u een driewegsgesprek wilt starten, drukt u
tijdens een gesprek op de toets
en belt
u het tweede nummer, zoals wordt beschreven
in Een tweede telefoontje plegen terwijl het
huidige gesprek aan de gang is. Nadat het
tweede gesprek tot stand is gekomen, houdt u de toets
ingedrukt totdat u twee pieptonen
hoort, die aanduiden dat de twee gesprekken
zijn samengebracht in één vergadergesprek.
Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen, drukt u
kort op de
toets. Alleen het actieve ge-
sprek (de actieve gesprekken) wordt beëin-
digd en als er een gesprek in de wacht is gezet
wordt dit het nieuwe actieve gesprek. Als het
actieve gesprek door de andere beller wordt
beëindigd, wordt het gesprek in de wacht
mogelijk niet automatisch actief. Dit hangt af
van de mobiele telefoon. Om het gesprek uit de
wacht te zetten houdt u de
toets ingedrukt
tot u één enkele pieptoon hoort.
Opnieuw kiezen
• Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Opnieuw kiezen.
• De Uconnect™ Phone belt het laatst geko-
zen nummer op uw mobiele telefoon. OPMERKING:
Het is mogelijk dat dit niet het laatste num-
mer is dat u via de Uconnect™ Phone hebt
gekozen.
Voortzetting telefoongesprek
De functie Voortzetting telefoongesprek maakt
het mogelijk een telefoongesprek via de
Uconnect™ Phone voort te zetten nadat de
contactschakelaar naar de stand OFF is ge-
draaid. De functie Voortzetting telefoongesprek
is in drie versies verkrijgbaar in het voertuig:
•
Nadat de contactschakelaar naar de stand
OFF is gedraaid, kunt u het gesprek voort-
zetten via de Uconnect™ Phone totdat het
wordt beëindigd, of totdat de accu van de
auto dermate leeg is dat het gesprek moet
worden doorgeschakeld naar de mobiele
telefoon.
• Nadat de contactschakelaar naar de stand
OFF is gedraaid, kunt u een gesprek gedu-
rende een bepaalde tijd voortzetten via de
Uconnect™ Phone, waarna het gesprek au-
tomatisch wordt doorgeschakeld naar de
mobiele telefoon.
88
•Een actief gesprek wordt automatisch over-
gezet naar de mobiele telefoon nadat de
contactsleutel in de stand OFF is gezet.
Functies van de Uconnect™ Phone
Taalkeuze
Taal van de Uconnect™ Phone wijzigen:
•Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereeden de daarop vol-
gende pieptoon spreekt u de naam in van de
taal die u wilt gebruiken (Engels, Neder-
lands, Frans, Duits, Italiaans of Spaans, in-
dien aanwezig).
• Blijf de prompts van het systeem volgen om
de taalkeuze te voltooien.
Nadat u een taal heeft geselecteerd, worden
alle prompts en gesproken opdrachten in die
taal uitgevoerd.
OPMERKING:
Nadat u de taal van de Uconnect™ Phone
hebt gewijzigd, is alleen het telefoonboek
met 32 namen beschikbaar dat bij de nieuwe
taal hoort. De gekoppelde telefoonnaam is niet specifiek voor de taal en kan voor alle
talen worden gebruikt.
Raadpleeg
Vertaling opdrachten’ aan het
einde van dit hoofdstuk voor de vertaling van
opdrachten en andere opdrachten in de onder-
steunde talen.
Hulp in noodgevallen — indien aanwezig
Als u zich in een noodsituatie bevindt en de
mobiele telefoon is binnen handbereik:
• Pak de telefoon en kies zelf het lokale num-
mer voor noodgevallen.
Als de telefoon niet binnen handbereik is, maar
de Uconnect™ Phone wel is ingeschakeld,
kunt u het nummer voor noodgevallen als volgt
bellen:
• Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereed’’ en de daarop vol-
gende pieptoon zegt u ’’Noodgeval’’. Vervol-
gens zal de Uconnect™ Phone aan de ge-
koppelde mobiele telefoon de opdracht
geven het alarmnummer te bellen. OPMERKING:
•
Het standaardnummer is 112. Het is mo-
gelijk dat het gekozen nummer niet van
toepassing is op de beschikbare mobiele
telefoonservice en de regio waar u zich
bevindt.
• Sommige systemen bieden de mogelijk-
heid het alarmnummer, indien onder-
steund, in te stellen. Druk hiertoe op de
toets
en zeg Instellen, gevolgd door
Noodgeval.
• Wanneer u via de Uconnect™ Phone belt,
is de kans dat de oproep tot stand wordt
gebracht iets kleiner dan wanneer u recht-
streeks via de mobiele telefoon belt.
WAARSCHUWING!
Als u het Uconnect™ Phonesysteem wilt ge-
bruiken bij noodgevallen, moet uw mobiele
telefoon:
•zijn ingeschakeld;
• zijn gekoppeld aan het Uconnect™-
systeem;
• netwerkdekking hebben.
89
Sleephulp — indien aanwezig
Als u sleephulp nodig heeft:
•Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Sleephulp.
OPMERKING:
Het nummer voor sleephulp moet vóór ge-
bruik worden ingesteld. Als u dit nummer
wilt instellen, drukt u op de toets
, zegt u
Instellen, sleephulp en volgt u de prompts.
Oproepen per pieper
Raadpleeg “Werken met automatische syste-
men” voor informatie over het oproepen via een
pieper. Het oproepen via een pieper werkt
correct, behalve bij piepers van sommige fir-
ma’s die iets te vroeg uitgaan om goed samen
te werken met de Uconnect™ Phone.
Voicemail bellen
Raadpleeg Werken met automatische syste-
men voor informatie over het beluisteren van
uw voicemail.
Werken met automatische systemen
Deze methode wordt gebruikt in situaties
waarin normaal gesproken cijfers moeten wor- den ingedrukt op het toetsenbord van de mo-
biele telefoon tijdens het navigeren door een
geautomatiseerd telefoonsysteem.
U kunt de Uconnect™ Phone gebruiken voor
toegang tot uw voicemail of een geautomati-
seerde service, zoals een oproepservice voor
piepers of een geautomatiseerde klantenser-
vice. Bij sommige diensten moet onmiddellijk
een respons worden gegeven. In een aantal
gevallen is het mogelijk dat deze respons niet
snel genoeg kan worden gegeven via de
Uconnect™ Phone.
Wanneer u via de Uconnect™ Phone een num-
mer belt waarvoor u normaal gesproken een
serie toetsen op uw mobiele telefoon moet
indrukken, kunt u de toets
indrukken en
de serie inspreken die u wilt invoeren, gevolgd
door het woord Zenden. Als u bijvoorbeeld uw
pincode en daarna een hekje (3746#)moet
invoeren, kunt u op de toets
drukken en
vervolgens zeggen: “3 7 4 6 hekje zenden”. Het
inspreken van een nummer of een serie num-
mers, gevolgd door zendenkan ook worden
gebruikt om door de menustructuur van een
geautomatiseerd klantencentrum te navigeren
of een nummer achter te laten op een pieper. U kunt ook de opgeslagen namen en nummers
in het Uconnect™ Phonebook verzenden als
tonen, zodat u snel en gemakkelijk toegang
krijgt tot voicemail en piepers. Om deze functie
te gebruiken kiest u het nummer dat u wilt
bellen en drukt u vervolgens op de
toets
en zegt Zenden. Het systeem geeft u een
prompt voor de naam of het nummer en u zegt
de naam uit het telefoonboek die u wilt zenden.
De Uconnect™ Phone zal vervolgens het tele-
foonnummer dat aan deze naam is gekoppeld,
via de telefoon verzenden als tonen.
OPMERKING:
• Het is mogelijk dat u wegens de netwerk-
configuratie van de mobiele telefoon niet
alle tonen kunt horen, dit is echter nor-
maal.
• Sommige leveranciers van pieper- en
voicemaildiensten hebben een uitscha-
keltijd die te kort is waardoor deze functie
niet bruikbaar is.
Onderbreken – Prompt overschrijven
De toets Spraakherkenning kan worden ge-
bruikt als u een deel van een prompt wilt
overslaan en de gesproken opdracht onmid-
90
dellijk wilt geven. Als bijvoorbeeld de prompt
Wilt u een telefoon koppelen, annule,klinkt,
kunt u de toets
indrukken en zeggen
Een telefoon koppelen om die optie te selec-
teren zonder dat u naar de rest van de prompt
hoeft te luisteren.
Bevestigingsprompts aan-/uitzetten
Als u de bevestigingsprompts uitschakelt, be-
vestigt het systeem uw keuzen niet meer (de
Uconnect™ Phone zal bijvoorbeeld het tele-
foonnummer niet herhalen voordat u een op-
roep activeert).
• Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u:
“Aanzetten bevestigingsprompts instel- len”
“Uitzetten bevestigingsprompts instellen”
Indicatielampjes status telefoon en netwerk
De Uconnect™ Phone meldt de status van uw
telefoon en netwerk wanneer u probeert een
oproep tot stand te brengen via Uconnect™,
indien uw mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het instrumen- tenpaneel, deze functie ondersteunen. De sta-
tus wordt aangeduid voor de signaalsterkte van
het netwerk, de status van de telefoonaccu,
etc.
Kiezen via de toetsen van de mobiele
telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een nummer
kiezen en tegelijkertijd de Uconnect™ Phone
gebruiken (wanneer u de toetsen van de mo-
biele telefoon gebruikt, moet u echter behoed-
zaam te werk gaan en zorgen dat u de veilig-
heid niet in gevaar brengt). Als u een nummer
kiest via de gekoppelde Bluetooth
mobiele
telefoon, wordt het geluid hoorbaar via het
audiosysteem van uw auto. De Uconnect™
Phone werkt op dezelfde wijze als wanneer u
het nummer kiest via een gesproken opdracht.
OPMERKING:
Sommige merken mobiele telefoons verzen-
den de kiestoon niet naar de Uconnect™
Phone om te worden afgespeeld via het
audiosysteem. In dat geval zult u de kies-
toon dus niet horen. In dit geval heeft de
gebruiker ook als het nummer goed ge-
draaid is, wellicht het gevoel dat het gesprek niet tot stand is gebracht ook al wordt er op
dat moment gebeld. Zodra het gesprek
wordt beantwoord, hoort u de audio.
Mute/Un-Mute (geluid af/geluid aan)
Wanneer u het geluid van de Uconnect™
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds horen wat
uw gesprekspartner zegt, maar deze kan u niet
horen. Geluid van de Uconnect™ Phone uit-
schakelen:
•
Druk op de knop
.
• Na de pieptoon zegt u Geluid af.
Geluid van de Uconnect™ Phone weer inscha-
kelen:
• Druk op de knop
.
• Na de pieptoon zegt u Geluid aan.
Geavanceerde telefoonverbindingen
Telefoongesprek doorschakelen van en
naar een mobiele telefoon
Met de Uconnect™ Phone kunt u actieve ge-
sprekken doorschakelen van uw mobiele tele-
foon naar de Uconnect™ Phone, zonder het
gesprek te beëindigen. Als u een actief ge-
sprek wilt doorschakelen van de aan
91
Uconnect™ gekoppelde mobiele telefoon naar
de Uconnect™ telefoon of omgekeerd, drukt u
op de toets
en zegt uGesprek door-
schakelen.
De verbinding tussen de Uconnect™
Phone en de mobiele telefoon tot stand
brengen of verbreken
Uw mobiele telefoon kan aan veel verschil-
lende toestellen worden gekoppeld, maar kan
met slechts één elektronisch toestel tegelijk
actief zijn verbonden.
Als u de Bluetooth verbinding tussen uw mo-
biele telefoon en de UConnect™ Phone tot
stand wilt brengen of wilt verbreken, volg dan
de aanwijzingen in de handleiding van uw
mobiele telefoon.
Namen van gekoppelde mobiele telefoons
weergeven
• Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Telefoonkoppeling
instellen.
• Na de prompt zegt u Telefoons weergeven. •
De Uconnect™ Phone geeft vervolgens de
namen van alle gekoppelde mobiele tele-
foons weer, op volgorde van hoogste naar
laagste prioriteit. Als u een gekoppelde tele-
foon die wordt aangekondigd, wilt selecte-
ren of verwijderen, drukt u op de toets
en zegt u Selecteren ofVerwijderen.
Lees ook de twee volgende hoofdstukken
voor informatie over een alternatieve manier
om een gekoppelde telefoon te selecteren
of te verwijderen.
Een andere mobiele telefoon selecteren
Met deze functie kunt u een andere aan de
Uconnect™ Phone gekoppelde telefoon selec-
teren en in gebruik nemen.
• Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Telefoon selecteren
instellen en volgt u de prompts.
• U kunt ook op elk gewenst moment op de
toets drukken terwijl de lijst wordt
afgespeeld en vervolgens de telefoon kiezen
die u wilt selecteren. •
De geselecteerde telefoon wordt gebruikt
voor het volgende telefoongesprek. Als de
geselecteerde telefoon niet beschikbaar is,
zal de Uconnect™ Phone opnieuw gebruik-
maken van de telefoon met de hoogste pri-
oriteit die in de auto of binnen een afstand
van circa negen meter aanwezig is.
Aan Uconnect™ Phone gekoppelde
mobiele telefoons verwijderen
• Druk op de
toets om te beginnen.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Telefoonkoppeling
instellen.
• Bij de volgende prompt zegt u Verwijderen
en volgt u de prompts.
• U kunt ook op elk gewenst moment op de
toets drukken terwijl de lijst wordt
afgespeeld en vervolgens de telefoon kiezen
die u wilt verwijderen.
92
Wat u moet weten over uw
Uconnect™ Phone
Handleiding Uconnect™ Phone
Als u een korte beschrijving van de functies
van Uconnect™ Phone wilt horen, drukt u op de
toets
en zegt uUconnect™-handleiding.
Stemtraining
Als u bij het herkennen van uw gesproken
opdrachten of telefoonnummers door de
Uconnect™ Phone problemen ondervindt, kunt
u de functie Stemtraining van de Uconnect™
Phone gebruiken. Om bij deze training te ko-
men volgt u één van de volgende twee proce-
dures:
Wanneer u zich niet in de Uconnect™-modus
bevindt (maar bijvoorbeeld in de radiomodus)
• Houdt u de
toets vijf seconden lang
ingedrukt tot de trainingsessie begint of
• Druk op de toets
en spreek de vol-
gende opdracht in: “Stemtraining, systeem-
training of start stemtraining”.
U kunt drukken op de toets Uconnect™ Phone
om de fabrieksinstellingen te herstellen, of u
kunt de woorden en zinnen herhalen wanneer de Uconnect™ Phone u daarom vraagt. U
bereikt de beste resultaten wanneer de stem-
training plaatsvindt terwijl de auto is gepar-
keerd, de motor loopt, alle ramen zijn gesloten
en de aanjager is uitgeschakeld.
Deze procedure kan herhaald worden met een
nieuwe gebruiker. Het systeem past zich alleen
aan aan de laatst getrainde stem.
Functies terugstellen
•
Druk op de toets
.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u Instellenen vervol-
gens Terugstellen.
Hiermee verwijdert u alle telefoonkoppelingen,
telefoonboekgegevens en overige instellingen
in alle talen. Het systeem zal u om bevestiging
vragen voordat de fabrieksinstellingen worden
hersteld.
Spraakherkenning
• Voor de beste prestatie stelt u de achteruit-
kijkspiegel zo in dat er ten minste 1 cm
afstand is tussen het dakpaneel (indien aan-
wezig) en de spiegel. •
Wacht altijd op de pieptoon voor u begint
spreken.
• Spreek gewoon zonder te pauzeren, net
alsof u een gesprek voert met iemand die
een meter of twee van u vandaan zit.
• Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt
tijdens de spraakherkenningstraining.
• De spraakherkenning werkt het best:
• als de aanjager op laag of in de midden-
stand staat afgesteld,
• bij lage tot matige snelheid van het voer-
tuig,
• bij weinig weglawaai,
• bij een gelijkmatig wegdek,
• met volledig dichte ramen,
• bij droge weersomstandigheden.
• Ofschoon het systeem ontworpen is voor
sprekers van Brits Engels, Nederlands,
Frans, Duits, Italiaans of Spaans is het mo-
gelijk dat het systeem niet altijd werkt.
93
•Tijdens het navigeren door een geautomati-
seerd systeem, zoals voicemail, of wanneer
u een pieper oproept, moet u erop letten dat
u aan het einde van de gesproken reeks het
woord Zenden zegt.
•
Het is raadzaam namen in het telefoonboek op
te slaan als het voertuig niet in beweging is.
• Het is niet raadzaam om namen die het-
zelfde klinken op te slaan in het Uconnect™
Phonebook.
• De herkenning van de namen in het
Uconnect™ Phonebook (zowel gedown-
loade als in de telefoon opgeslagen namen)
verloopt het beste als de namen niet op
elkaar lijken.
•
Nummers moeten als losse cijfers worden in-
gesproken. “800” moet uitgesproken worden
als “acht-nul-nul”, niet als “achthonderd”.
• U kunt O(de letter O) zeggen in plaats
van 0(nul).
• Hoewel voor internationale gesprekken de
meeste cijfercombinaties worden onder-
steund, is het mogelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken. •
In een open auto kan de geluidskwaliteit van
het systeem minder goed zijn als het dak
naar beneden is.
Geluidskwaliteit achterin
• De geluidskwaliteit is het beste:
• als de aanjager op laag of in de midden-
stand staat afgesteld,
• bij lage tot matige snelheid van het voer-
tuig,
• bij weinig weglawaai,
• bij een gelijkmatig wegdek,
• met volledig dichte ramen,
• bij droog weer en
• bij bediening vanuit de bestuurdersstoel.
• De geluidskwaliteit, zoals de helderheid,
echo en dynamiek, is in hoge mate afhanke-
lijk van de gebruikte telefoon en het netwerk,
en niet van de Uconnect™ Phone.
• Echo bij de ontvanger van het telefoongeluid
achterin kan soms worden beperkt door de
geluidsterkte in het voertuig te verminderen •
In een open auto kan de geluidskwaliteit van
het systeem minder goed zijn als het dak
naar beneden is.
Recente gesprekken
Als uw telefoon de functie “Telefoonboek auto-
matisch downloaden” ondersteunt, kan de
Uconnect™ Phone een lijst tonen van uw uit-
gaande, ontvangen en gemiste oproepen.
SMS
De Uconnect™ Phone kan nieuwe berichten
lezen of verzenden op uw telefoon.
Berichten lezen
Als u een nieuw tekstbericht ontvangt terwijl uw
telefoon is aangesloten op de Uconnect™
Phone, volgt er een melding om u te waarschu-
wen dat u een nieuw tekstbericht hebt ontvan-
gen. Ga als volgt te werk om het nieuwe bericht
te beluisteren:
• Druk op de knop.
• Na de prompt Gereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u SMS lezenofBe-
richten lezen.
• De Uconnect™ Phone speelt het volgende
tekstbericht voor u af.
94