Page 81 of 245

5
79
ZICHT
Verticale stand van de
ruitenwissers voor Automatische ruitenwissersvóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteert. De
snelheid van de ruitenwissers wordt
aangepast aan de hoeveelheid neer-
slag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel
omlaag te duwen in de stand "AUTO"
.
Dit wordt bevestigd door een melding
op het display.
Als de ruitenwisserschakelaar binnen
één minuut nadat het contact is afgezet wordt
bediend, gaan de ruitenwissers in de verticale
stand staan.
Deze stand kan worden gebruikt voor 's winters
parkeren en het vervangen of het reinigen van
de ruitenwisserbladen zonder dat daardoor de
motorkap wordt beschadigd.
Zet het contact aan en bedien de ruitenwisser-
schakelaar om de ruitenwissers na de werk-
zaamheden weer in de ruststand te zetten.
Dek de regensensor, die zich ge-
combineerd met de lichtsensor in
het midden van de voorruit achter
de binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische wer-
king van de ruitenwissers uit als
de auto wordt gewassen in een
wasstraat.
Wacht 's winters met het inscha-
kelen van de automatische ruiten-
wissers tot de voorruit ontdooid is
om de wisserbladen niet te be-
schadigen.
Dit wordt bevestigd door een
melding op het display.
Als het contact meer dan
1 minuut afgezet is geweest,
moet de automatische werking
van de ruitenwissers opnieuw
worden geactiveerd door de
hendel kort omlaag te duwen.
Uitschakelen
Beweeg de hendel omhoog en vervol-
gens in de stand "0"
om de ruitenwis-
sers handmatig te bedienen.
Storing
In het geval van een storing in de auto-
matische werking van de ruitenwissers
werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwa-
lifi ceerde werkplaats.
Voor een langdurige doeltreffende wer-
king van de fl at-blade ruitenwissers ra-
den wij u aan:
- voorzichtig met de ruitenwissers
om te gaan,
- de ruitenwissers regelmatig te reini-
gen met zeepsop,
- de ruitenwissers niet te gebruiken
om een stuk karton op de voorruit
te houden,
- de ruitenwissers te vervangen zo-
dra ze sporen van slijtage gaan ver-
tonen.
Page 82 of 245

5
80
ZICHT
PLAFONNIERS
Via de plafonniers kunt u de interieur-
verlichting instellen en inschakelen.
1.
Plafonnier vóór
2.
Kaartleeslampjes
3.
Plafonnier achter
Plafonniers vóór en achter
Kaartleeslamp
jes
)
Druk bij aangezet contact op de
desbetreffende schakelaar.
Als de interieurverlichting perma-
nent is ingeschakeld, blijft deze ge-
durende een bepaalde tijd branden:
- bij afgezet contact: ongeveer
10 minuten,
- in de eco-modus: ongeveer
30 seconden,
- bij draaiende motor: onbe-
perkt.
In deze stand gaat de interieur-
verlichting geleidelijk branden:
Permanent uit.
Permanent aan. De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
- als de auto wordt vergrendeld,
- als het contact wordt aangezet,
- 30 seconden na het sluiten van het
laatste portier.
- als de auto wordt ontgrendeld,
- als de sleutel uit het contact wordt
verwijderd,
- als een portier wordt geopend,
- als op de vergrendelknop van de af-
standsbediening wordt gedrukt om
de auto te lokaliseren.
Verlichting voetenruimte
Deze verlichting is gekoppeld aan de
plafondverlichting.
Page 83 of 245

5
81
ZICHT
De brandduur van de bagage-
ruimteverlichting hangt af van
de situatie:
- bij afgezet contact: ongeveer
10 minuten,
- in de eco-modus: ongeveer
30 seconden,
- bij draaiende motor: onbe-
perkt. De verlichting van de bagageruimte
gaat automatisch branden zodra de ba-
gageruimte wordt geopend en dooft zo-
dra deze wordt gesloten.
Uitneembare lamp
Deze lamp, die in de zijwand van de
bagageruimte is aangebracht, kan als
verlichting van de bagageruimte en als
zaklamp gebruikt worden.
VERLICHTING BAGAGERUIMTE
Gebruik
)
Verwijder de lamp door deze aan de
bovenzijde uit de houder te trekken.
)
Druk de schakelaar op de achter-
zijde in om de lamp in of uit te scha-
kelen.
)
Klap de steun aan de achterzijde
uit om de lamp neer te zetten en de
lichtbundel te richten, bijvoorbeeld
tijdens het verwisselen van een
wiel.
Opbergen
)
Breng de lamp aan door eerst de
onderzijde in de houder te steken.
Hierdoor wordt de lamp automatisch
uitgeschakeld als dat al niet het ge-
val was.
Als de lamp niet op de juiste wijze is
aangebracht, wordt deze mogelijk niet
opgeladen en gaat niet branden bij het
openen van de achterklep.
Werking
Deze lamp werkt op oplaadbare batte-
rijen van het type NiMH.
De lamp kan ongeveer 45 minuten bran-
den en wordt tijdens het rijden weer op-
geladen.
Let bij het aanbrengen van de
oplaadbare batterijen op de
plus- en de minpolen.
Gebruik nooit niet-oplaadbare
batterijen in plaats van de op-
laadbare batterijen.
Page 84 of 245
6
VOORZIENINGEN
VOORZIENINGEN IN HET
INTERIEUR VÓÓR
1.
Zonneklep.
2.
Kinderspiegel.
3.
Handgreep met kleerhangerhaak.
4.
Bovenste opbergvak.
Instellen parfumeur.
5.
Bergruimte.
6.
Verlicht dashboardkastje.
7.
Kaartvakken.
8.
Open bergvak aan de buitenkant
van de passagiersstoel.
9.
Kaarthouder.
10.
12V-aansluiting (max. 120 W).
11 .
USB-stekker / jackstekker.
12.
Blikhouder.
Page 85 of 245
6
83
VOORZIENINGEN
KINDERSPIEGEL ZONNEKLEP
De zonneklep kan zowel omlaag als
naar opzij worden geklapt.
De zonnekleppen zijn voorzien van een
afdekbare make-upspiegel en een tic-
kethouder.
DASHBOARDKASTJE
Het dashboardkastje bestaat uit speci-
ale ruimtes voor het opbergen van een
fl es frisdank, het instructieboekje van
de auto, ...
)
Trek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje
treedt in werking zodra de klep wordt
geopend.
De kinderspiegel is aangebracht boven
de binnenspiegel. Hiermee kunnen de
kleine passagiers achterin de auto in de
gaten worden gehouden of kan gemak-
kelijker een gesprek worden gevoerd
tussen de inzittenden voor en achterin,
zonder de instelling van de binnenspie-
gel te hoeven wijzigen en zonder dat u
zich hoeft om te draaien. De spiegel is
wegklapbaar om verblinding te voorko-
men.
Page 86 of 245