3
Comfort
47
Verwarming en ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd en
wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of in het interieur gerecirculeerd. De ventilatie zor
gt voor een optimaal comforten zicht in het interieur.
De verwarming en ventilatie kunnen worden gebruikt zodra het controlelampje "Ready" brandt.
Bedieningspaneel
De lucht kan afhankelijk van de instellingen via
verschillende circuits worden toegevoerd.
Stel de temperatuurregeling in: de lucht van de
verschillende circuits wordt gemengd om hetgewenste comfor tniveau te bereiken.
Stel de luchtverdeling in: de lucht wordt via de gewenste uitstroomopeningen verdeeld.
Stel de luchtopbrengst in: de aanjagersnelheid
wordt verhoogd of verlaagd.
De bedieningsschakelaars bevinden zich op
het paneel A
van de middenconsole.
Luchtverdeling
1.Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit.
2. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten. 3. Afsluitbare en verstelbare zijventilatieroosters.
4.Afsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.Uitstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.