7
i
!
Veiligheid
71
Storing
Bi
j stilstaande auto
Het controlelampje brandt gedurende enkele seconden na het aanzetten van het contact (stand ON). Raadpleeghet CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als hetlampje niet uitgaat of niet gaat branden.
Als het verklikkerlampje permanent
brandt, is er een storing in het ABS,
waardoor u tijdens het remmen decontrole over de auto zou kunnen
verliezen.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Tijdens het rijden
Wanneer deze tweeverklikkerlampjes
branden, is er een storing
in de elektronische remkrachtverdeler waardoor u tijdens hetremmen de controle over de auto zou kunnen
verliezen.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Zorg er bij ver vanging van de wielen (banden en velgen) voor, dat deze voldoen aan de voorschriften van de constructeur.
Wanneer dit controlelampje gaat
branden, is er een storing in het ABS waardoor u tijdens het remmen de controle over de auto zou kunnen
verliezen.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Brake Assist System (BAS)
Dit systeem zorgt er voor dat in noodgevallen de optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat de remafstand kleiner wordt.
Inschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal sneller wordt ingetrapt dan een bepaalde grenswaarde.
Het systeem zorgt er dan voor dat de benodigdebedieningskracht minder wordt en dat de effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
Trap het rempedaal bij een noodstop zeer krachtig in en laat het pedaalniet los.
!
Veiligheid
72
Antislipregeling
(ASR) en elektronisch
stabiliteitspro
gramma (ESP)
Stabiliteitscontrolesystemen
Uitschakelen
In uitzonderlijke omstandigheden (wanneer de
auto vastzit in modder, sneeuw, zand, ...) kan
het nuttig zijn het ASR / ESP uit te schakelen,zodat de wielen kunnen spinnen en weer grip kunnen krijgen. ) Druk op deze knop aan de onderzijde
van het dashboard (bestuurderszijde)
tot het bijbehorende symbool op het
instrumentenpaneel verschijnt.
Inschakelen
De systemen worden automatisch ingeschakeld
zodra de motor wordt gestart.
De systemen worden geactiveerd zodra de
wielen te weinig grip hebben of de koers van
de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting.
De weergave van dit symbool op het
instrumentenpaneel geeft aan dat het ASR en het ESP is uitgeschakeld.
Opnieuw inschakelen:
Deze systemen worden niet automatisch weer
ingeschakeld. )Druk nogmaals op de knop om de systemen handmatig weer in te schakelen.
Als het symbool op het instrumentenpaneel
verdwijnt, betekent dit dat het
ASR en het ESP weer ingeschakeld is. De antislipregeling verbetert de tractie van de
wielen om doorslippen te voorkomen, door in
te
grijpen op de remmen van de aangedreven
wielen en op het motorkoppel.
Het elektronisch stabiliteitspro
gramma grijpt
in via de remmen van één of meer wielen en
via het motorkoppel om de auto (binnen de grenzen van de natuurkundige wetmatigheden)
weer in de juiste koers te brengen.
In dat geval gaat dit controlelampje
o
p het instrumentenpaneel knipperen.
Het ASR / ESP verhoogt de veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder magechter nooit risico's nemen of te hardrijden.
Deze systemen kunnen alleen goed werken als de voorschriften van deconstructeur op het gebied van wielen (banden en velgen), onderdelen van het remsysteem, elektronischecomponenten en montageproceduresworden opgevolgd en dewerkzaamheden door het CITROËN. Laat de systemen na een aanrijdingcontroleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing
Als deze lampjes op het instrumentenpaneel gaan
branden, is er sprake van een
storing in deze systemen.
Raadplee
g het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het ASR / ESP te laten controleren.