8
i
!
i
i
Praktische informatie
83
Als de laadkabel op de aansluiting in de auto is aangesloten, is het starten van de motor om veiligheidsredenen nietmogelijk. Als u de motor toch probeert te starten, zal de laadprocedure afgebroken worden. U moet in dat geval de stekker van de kabel losnemen en opnieuw op de auto aansluiten om het laden tehervatten.
Controleer na het laden altijd of de afdekkap en het klepje van hetlaadsysteem goed dicht zitten. Let er goed op dat er geen stof of water in de laadstekkeraansluiting op de auto of de stekker van de kabel terechtkomt, aangezien anders kans bestaat opbrand of elektrocutie.Laat de kabel na het laden niet inhet stopcontact zitten. Dat voorkomtkor tsluiting of elektrocutie als de kabelnat wordt of in water terechtkomt.
Laad de tractiebatterij eens in de
15 dagen helemaal op; hiermee zorgt u voor een optimale levensduur vande tractiebatterij.Volg de procedure voor normaal laden om de batterij (via het gewonelichtnet) helemaal op te laden tothet systeem zichzelf automatischuitschakelt (laadstroomlampje op hetinstrumentenpaneel uit).
)Het doven van het
laadstroomcontrolelampje op het
instrumentenpaneel duidt erop dat het
l
aden is voltooid. )Druk op de knop om de speciale laadstekker los te kunnen nemen. )Plaats de beschermkap op de aansluiting
van de laadkabel. )Sluit de afdekkap van de
laadstekkeraansluiting in de auto en sluit
dan het klepje. )Neem de stekker uit het stopcontact vanhet elektriciteitsnet. )Berg de laadkabel op in het daarvoor bestemde tasje.
Auto staat lange tijd stil
Laad de tractiebatterij eens in dedrie maanden helemaal op (normale laadprocedure) als u de auto langere tijd niet gebruikt. Controleer eerst of de 12V-accu aangesloten is en of deze niet leeg is. Als dat wel het geval is, ga dan naar het gedeelte "12V-accu" voor informatieover het aansluiten en bijladen van deze accu.