Page 177 of 244

XI
175
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Selecteren van de CD-wisselaar
Druk op de toets "CD" als
reeds een CD is geplaatst.
Op het display verschijnen
het nummer van de cd, de
track en de speelduur. Het afspelen begint automatisch zo-
dra een CD met de bedrukte zijde naar
boven in de CD-wisselaar wordt ge-
plaatst.
CD uitwerpen
Druk kort op deze toets om
de huidige CD uit te wer-
pen. Als een CD na het uitwerpen niet bin-
nen 15 seconden wordt verwijderd,
schuift de tray weer in.
Een CD plaatsen
Druk kort op de toets
"LOAD", waarna "WAIT" op
het display verschijnt.
Als de CD-wisselaar gereed
is, gaat het lampje in de toets "LOAD"
branden en verschijnt "LOAD DISC Nr.
(1-6)" op het display.
Als er meerdere lege trays beschikbaar
zijn, selecteer er dan één met de toet-
sen "DISC". Er kunnen maximaal 6 CD's in de CD-
wisselaar.
Gebruik alleen CD's met een ronde
vorm.
De CD-wisselaar kan geen 8 cm
CD's afspelen.
Alle CD's plaatsen
Alle CD's uitwerpen
Druk minimaal twee secon-
den op deze toets. De huidi-
ge CD wordt uitgeworpen.
Wanneer de CD verwijderd
is, wordt automatisch de volgende CD
uitgeworpen.
Herhaal deze stappen tot alle CD's uit-
geworpen zijn.
Een CD selecteren
Druk meerdere malen op de
toetsen "DISC" tot het picto-
gram van de gewenste CD
op het display verschijnt. Zie ook "CD-Text weergave" en "MP3-
CD's / ID3-TAGS".
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "LOAD".
De CD-wisselaar kiest ver-
volgens de lege tray met het
laagste nummer en wacht tot een CD
wordt geplaatst.
Op het display verschijnt "LOAD DISC
Nr. (1-6)"; plaats de CD in de desbetref-
fende tray.
De CD-wisselaar selecteert automa-
tisch de eerstvolgende lege tray en
wacht tot een CD wordt geplaatst.
Herhaal deze stappen tot alle CD's ge-
plaatst zijn. De laatst geplaatste CD
wordt het eerst afgespeeld.
CD-WISSELAAR
Page 178 of 244

XI
176
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Begin van elke track afspelen
Druk op de toets "SCAN"
om de eerste tien seconden
van elke track op de CD af
te spelen. Op het display
verschijnt "SCAN" en het nummer van
de afgespeelde track gaat knipperen.
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
De geluidskwaliteit van CD-R/RW's
is afhankelijk van de gebruikte soft-
ware, brander en opnamesnelheid.
Alle CD's afspelen in willekeurige
volgorde
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "RDM" om
de tracks op alle CD's in wil-
lekeurige volgorde af te spe-
len. Op het display verschijnt "D-RDM".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
Snelzoeken
Houd de toetsen "
" of "
"
ingedrukt om versneld voor-
of achteruit te zoeken.
Het afspelen wordt hervat zodra de
toets wordt losgelaten.
Een track selecteren
Druk op de toesen "
" of
"
" om de vorige of de vol-
gende track te selecteren.
Track herhalen
Druk op de toets "RPT" om
de huidige track doorlopend
af te spelen. Op het display
verschijnt "RPT".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
CD afspelen in willekeurige volgorde
Druk op de toets "RDM" om
de tracks van een CD in
willekeurige volgorde af te
spelen. Op het display ver-
schijnt "RDM".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
CD herhalen
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "RPT" om
de huidige CD doorlopend
af te spelen. Op het display
verschijnt "D-RPT".
Druk nogmaals op de toets om deze
functie uit te schakelen.
Audio-CD
Page 179 of 244

XI
177
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
FOUTMELDINGEN
Raadpleeg bij foutmeldingen op het display onderstaande tabel, voor een beschrijving van het probleem en mogelijke oplos-
singen.
FOUTMELDING
BESCHRIJVING
OPLOSSING
NO DISC Geen disc aanwezig.
Disc niet compatibel. Plaats een disc.
ERROR 01 Disc niet goed geplaatst.
Condens op de disc. Plaats de disc met de bedrukte zijde naar boven.
Maak de disc droog.
ERROR 02 Disc is vuil, vervormd of heeft krassen.
Auto trilt hevig. Maak de disc schoon of vervang deze.
Probeer opnieuw nadat de trillingen zijn
opgehouden.
ERROR 03 Fout bij het plaatsen of uitwerpen.
Lens niet goed gekalibreerd. Werp de disc uit en plaats deze opnieuw.
Wanneer de autoradio de disc niet uitwerpt, laat
de radio dan nakijken.
ERROR HOT Inschakelen van de interne beveiliging tegen
hoge temperaturen. Wacht ongeveer 30 minuten tot de autoradio
afgekoeld is.
ERROR Communicatiefout tussen de autoradio en het
externe systeem.
Fout in de invoer vanuit het externe systeem. Raadpleeg het CITROËN-netwerk.
Page 180 of 244

XI
!
178
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
AUDIO: weergave Audio/video
(FM,CD, Music Server,...) of Na-
vigatie (kaart).
VOL: volumeregeling audio/video.
OPEN: klapt het scherm
open en biedt toe-
gang tot CD en DVD.
Druk nogmaals om het
scherm neer te klappen.
SCALE: wijzigt de schaal van de
kaart.
ENT: bevestigt het op het display
geselecteerde item.
Sommige functies worden beves-
tigd door het touchscreen aan te
raken.
De kaart verschuiven of een item
selecteren.
Om veiligheidsredenen mag
de bestuurder handelingen
die veel aandacht vragen al-
leen verrichten wanneer de auto
stilstaat.
AUDIO-TELEMATICASYSTEEM
Andere audio-/videobron selecte-
ren (FM, CD, Music Server, ...).
Geluid uit/aan.
Voor- of achteruit zoeken naar:
- een radiozender,
- een audiotrack (CD),
- een hoofdstuk (DVD).
Raak het scherm met een vinger aan
om het systeem te activeren.
Gebruik de toetsen die op het display
worden weergegeven.
POWER: alleen audiosysteem in-
schakelen/uitschakelen.
Volumeregeling audio.
Page 181 of 244
XI
179
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
BEDIENING VAN DE MENU'S
MODE: menu Audio/video
:
- radio,
- audio-CD, MP3 en WMA,
- Music Server,
- DVD.
MENU: menu Navigatie-route-
planner
:
- bestemming,
- Point Of Interest (POI),
- geavanceerd zoeken naar
Points Of Interest,
- 20 laatstgekozen bestemmingen,
- een adres uit het adressenbe-
stand,
- terugreis naar huis,
- navigatie-instellingen,
- routesimulatie. NAVI: weergave huidige positie van
de auto op de kaart
. SET: menu Instellingen
:
- scherm uitschakelen,
- geluidsinstellingen,
- beeldinstellingen,
- taalkeuze, tijdzone en eenhe-
den,
- beeldschermformaat DVD,
- spraaksynthese routeplanner,
kleurenpalet display en weer-
gave audio/video-pictogram,
- diverse instellingen. INFO: menu Informatie
voor weer-
gave of wijziging van de instellin-
gen van de auto.
Page 182 of 244

XI
180
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
NAVIGATIESYSTEEM
Hoe is de werking van het
navigatiesysteem en het GPS ?
Het ingebouwde navigatiesysteem leidt
de bestuurder naar elke gewenste be-
stemming, via een vooraf gekozen route.
Het systeem zoekt eerst de gewenste
bestemming, berekent vervolgens de
beste route, en geeft de bestuurder
aanwijzingen in beeld en geluid.
Wat zijn de voorwaarden voor een
goede werking van het systeem ?
Plaats geen voorwerpen op of in de na-
bijheid van de GPS-antenne.
Gebruik geen digitale communicatieap-
paratuur (computers, enz) in de nabij-
heid van de GPS-antenne.
Plak geen carbon of refl ecterende folie
op de autoruiten.
Het GPS-systeem (Global
Positioning System) bestaat
uit verschillende satellieten
die op vaste posities ten op-
zichte van de aarde staan.
Deze satellieten zenden via twee verschil-
lende frequenties permanent digitale sig-
nalen uit met de snelheid van het licht.
Het systeem ontvangt continu gege-
vens over de afstand ten opzichte van
de satellieten, in combinatie met een
tijdsignaal.
Zo berekent de telematische eenheid zijn
eigen positie, en dus die van de auto.
Het systeem vergelijkt de coördinaten
van de auto steeds met de cartogra-
fi sche gegevens op de harde schijf,
waardoor de positie van de auto en de
bestemming zo exact mogelijk bepaald
kunnen worden.
Wat is een point of interest
(POI) ?
Het systeem kan tot 40 ver-
schillende pictogrammen
weergeven (zie het hoofd-
stuk over "Pictogram van
Points of interest").
Deze points of interest zijn verdeeld
over 5 categorieën, die elk in hun eigen
kleur worden weergegeven:
- Zakelijk en fi nancieel (Groen),
- Auto's en reizen (Donkerblauw),
- Restaurants (Oranje),
- Openbare voorzieningen en nood-
gevallen (Bruin),
- Ontspanning en amusement (Blauw).
GPS
In de volgende situaties kan het sy-
steem de positie van de auto niet exact
berekenen:
- in een tunnel of overdekte parkeer-
garage,
- onder viaducten of overdekte rijba-
nen,
- in een omgeving waar veel hoge
gebouwen staan,
- tussen dicht bij elkaar staande bo-
men.
In bepaalde situaties of bij slechte GPS-
ontvangst is het mogelijk dat de weer-
gave op het display gedurende korte
tijd wegvalt. Een point of interest (POI)
zoals een vliegveld, stati-
on of stadhuis wordt op de
kaart weergegeven als een
pictogram.
Page 183 of 244

XI
181
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
A.
Richtingspictogram: geeft in de
routeplanner aan of bij het volgen-
de knooppunt naar links of naar
rechts moet worden afgeslagen en
op welke afstand het knooppunt
zich bevindt.
B.
Traject: geeft de hele route weer
tot aan de eindbestemming.
C.
Volgen auto op de kaart: geeft de
positie van de auto weer tijdens
het rijden.
D.
TMC-pictogram: geeft verkeers-
informatie weer, zoals fi les, werk-
zaamheden, enz.
Door het pictogram op het scherm
aan te raken, kan de gedetailleer-
de TMC-informatie worden geraad-
pleegd.
E.
Oriëntatiepunt: geeft de oriëntatie-
richting van de weergegeven kaart
aan.
F.
Schaal van de kaart: geeft de
schaal van de weergegeven kaart
aan.
G.
Straatnaam: geeft de naam aan
van de straat waarin de auto zich
bevindt.
H.
Richtingsindicatie: geeft het num-
mer aan van de volgende weg of
de naam van de volgende in te rij-
den straat.
I.
Pictogram bestemming of etappe:
geeft de richting aan naar de eind-
of tussenbestemming.
Weergave van twee kaarten. Weergave van één kaart.
Weergave van informatie op dekaart tijdens navigatie
J.
Informatie over bestemming of
etappe: geeft de afstand en reste-
rende reisduur tot de eind- of tus-
senbestemming weer.
K.
Met een druk op de knop komt u
in het Route-menu:
K1 - alternatieve route kiezen,
K2 - andere bestemming kiezen, etap-
pe invoegen of gegevens routebe-
rekening wijzigen,
K3 - een route op verschillende ma-
nieren weergeven,
K4 - een gekozen route wissen,
K5 - points of interest (POI) zoeken in
de omgeving van de auto.
K1K2K3
K4K5
K
H
E
F
BCA
D
G
I
J
Page 184 of 244

XI
182
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
B - Kies een bestemming door een Point of
Interest (POI) in te voeren.
Selecteer:
B1 - land,
B2 - plaatsnaam,
B3 - naam van een POI in het geheugen,
B4 - een POI-categorie (luchthaven, bow-
ling, busstation, parkeerplaats, tanksta-
tion, hotel, bioscoop, ...),
B5 - een gedetailleerde POI-lijst.
C - Kies een bestemming door geavan-
ceerd zoeken naar een POI:
C1 - in de omgeving van de auto,
C2 - op de huidige route,
C3 - in de nabijheid van de eindbestem-
ming,
C4 - in een bepaalde straat,
C5 - langs een autosnelweg of in de nabij-
heid van een afrit,
C6 - door te zoeken op de kaart,
C7 - door te zoeken vanaf het vertrekpunt
van de huidige route,
C8 - door de lengte-en breedtegraad in te
voeren. A - Kies een bestemming door een adres
of straatnaam in te voeren. Selecteer:
A1 - land,
A2 - plaatsnaam,
A3 - straatnaam,
A4 - huisnummer,
A5 - naam knooppunt,
A6 - zoeken op nummer of knooppunt.
Binnen een straal van circa 100 km kunnen maximaal 100 Points of
Interest worden getoond.
Bestemming zoeken met behulpvan een adres of Point of
Interest (POI)
ABC
A4
A3
A2
A1
A6
A5
B1
B2
B3
B4
B5
C1C2C3
C4C5C6
C7C8