Page 129 of 402

127Zicht
Instapverlichting
Wanneer u bij duisternis de auto ontgrendelt met de afstandsbediening wordt de verlichting aan de buitenzijde en de interieur verlichting ingeschakeld
om het instappen te vergemakkelijken. De verlichting gaat branden afhankelijk van de lichtsterkte die door de lichtsensor wordt gedetecteerd.
Inschakelen
Uitschakelen
De instapverlichting aan de buitenzijde gaat
na een bepaalde tijd automatisch uit of gaat
uit bij het aanzetten van het contact of het
vergrendelen van de auto.
De instapverlichting in het interieur gaat na een
bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit bij hetopenen van een van de portieren.
Programmeren
)
Druk op het ontgrendelknopje(open hangslot) van de
afstandsbediening; uw auto
wordt ontgrendeld.
Aan de buitenzijde gaan de dimlichten, de parkeerlichten en de instapverlichting aan de
zijkant (onder de buitenspiegels) branden.
De duur van het branden van de instapverlichting kan worden
in
gesteld via het configuratiemenu
van de auto.
In het interieur gaan de beenruimteverlichtingen de plafonniers branden.
Page 130 of 402
Automatische verstelling van de
xenonkoplampen
Raak de xenonlampen niet aan. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Om verblinding van andere weggebruikers te
voorkomen corrigeer t dit systeem automatischen bij stilstaande auto de hoogte van delichtbundel van de xenonlampen, afhankelijk
van de belading van de auto.
In het
geval van een storingverschijnt dit pictogram op het
instrumentenpaneel, in combinatie
met een
geluidssignaal en een melding op het
display.
Het systeem zet in dat geval de koplampen inde lage stand.
Halogeen koplampen
handmatig verstellen
Verstel de koplampen met halogeenlampen afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen. 0.1 of 2 personen op de voorstoelen. -.3 personen.1. 5 personen.-.Tu s s enstand. 2.
5 personen + maximaal toegestane
belading. -.Tussenstand. 3. Bestuurder + maximaal toegestane
belading.
Stand "0" : basisinstelling.
Page 131 of 402
129Zicht
Meedraaiende koplampen
Als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld,
volgen de lichtbundels van de meedraaiende
koplampen de richting van de weg.
Deze functie is alleen mogelijk in combinatiemet xenonlampen en zorgt voor een aanzienlijk
beter zicht in bochten.
D
eze functie werkt niet:
- bij stilstand of zeer lage snelheden,
- als de achteruit is ingeschakeld.
Standaard is deze functie in
geschakeld. met meedraaiende koplampen
zonder meedraaiende ko
plampen
Programmeren
U kunt deze functiedesgewenst uitschakelen viahet configuratiemenu op het multifunctionele display.
Bij het a
fzetten van het contact blijven de
instellingen gehandhaafd.
Raadplee
g het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing
In het geval van een storing knippert
dit pictogram op het display incombinatie met een melding op het multifunctionele display.
Page 132 of 402
Statische bochtverlichting
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht
wordt de mistlamp vóór ingeschakeld om de
binnenkant van de bocht extra te verlichten bijsnelheden tot 40 km/h (handig in de stad, op
bochtige wegen, kruispunten, parkeergarages
enz.).
Statische bochtverlichting ingeschakeld
met statische bochtverlichting
zonder statische bochtverlichting
Statische bochtverlichting
werkt niet
De verlichting werkt in de volgende gevallenniet:
- bij een geringe stuuruitslag,
- bij snelheden boven 40 km/h,
- als de achteruit is ingeschakeld.
Standaard is de statische bochtverlichting
ingeschakeld.
Programmeren
U kunt de statische bochtverlichtingdesgewenst uitschakelen via het configuratiemenu van de auto. D
e bochtverlichting wordt in de volgendegevallen ingeschakeld:
- bij het inschakelen van eenrichtingaanwijzer,
of
- als het stuur wiel ver genoeg wordt
verdraaid.
Page 133 of 402

131Zicht
Met behulp van de ruitenwisserschakelaar kunt u de ruitenwissers vóór en achter inschakelen
om regen en vuil van de ruit te wissen.
De ruitenwissers voor en achter zorgen
voor een o
ptimaal zicht voor de bestuurder,
ongeacht de weersomstandigheden.
De ruitenwissers vóór bedient u met deschakelaar A
; de ring B
is voor de bediening
van de achterruitenwisser.
Ruitenwisserschakelaar
Instellen
Uitvoering zonder automatisch
wissen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende automatische functies van de ruitenwissers mogelijk:
- automatische werking van de ruitenwissers vóór,
- automatisch inschakelen van de ruitenwisser achter bij het inschakelen
van de achteruitversnelling.
Uitvoering met automatische ruitenwissers
Ruitenwissers vóór
A.Selecteren van de wissnelheid: zet de schakelaar in de gewenste stand.
Één keer wissen
(omlaag duwen of naar u toe trekken en ver volgens loslaten).
Automatisch wissen
(omlaagduwen en vervolgens loslaten).
Één keer wissen (de hendel even
naar u toe trekken). Wissen op ho
ge snelheid (hevigeneerslag).
Wissen op normale snelheid
(matige regen).
Intervalwissen
(wissnelheidafhankelijk van de rijsnelheid).
Uit.
of
Page 134 of 402

Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteer t. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan dehoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Duw de hendel Aéén keer omlaag.
Ter bevesti
ging wissen de ruitenwissers één keer, gaat het controlelampje op hetinstrumentenpaneel branden
en/of verschijnt er een bericht dat de functie geactiveerd is.
Uitschakelen
Duw de hendel A
nog een keer omlaag.
Ter bevesti
ging gaat dit controlelampjeop het instrumentenpaneel uit en/of er verschijnt een bericht op het
multifunctionele display dat de functie
is uitgeschakeld.
Elke keer als het contact meer dan 1 minuut is afgezet, moet u de automatische werking van de ruitenwissers opnieuw activeren.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor in het midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking vande ruitenwissers uit als de auto wordtgewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen van de automatische ruitenwissers totde voorruit ontdooid is.
Page 135 of 402