Page 5 of 402
MULTIFUNCTIONELE
DISPLAYSCOMFORT TOEGANG TOT
DE AUTOZICHT
62Monochroom displayC
66 Kleurendisplay enkaartweergave
70Boordcomputer
78 Ventilatie
80Handbediende airconditioning
82Automatische airconditioningmet gescheiden regeling
87 Achterruitverwarming
88 Voorstoelen
93 Achterbank
94 Stuurwielverstelling
95 Spiegels
100 Sleutel met afstandsbediening
109 Alarm
112Portieren
114 Achterklep
115 Elektrisch bedienbare ruiten
117 Brandstoftank
119 Vulpistoolrestrictie (diesel)
122Lichtschakelaar
123 Dagrijverlichting
126 Automatische verlichting
127 Instapverlichting
128 Koplampen verstellen
129Meedraaiende koplampen
131 Ruitenwisserschakelaar
132Automatisch wissen
136Plafonniers
137Sfeerverlichting
138Ver lichting bagageruimte
004004005005002002003003
Page 6 of 402
VEILIGHEID RIJDEN VOORZIENINGEN VEILIG VERVOEREN
VAN KINDEREN
192Elektrische parkeerrem200 Handbediende parkeerrem201 Handgeschakelde
versnellingsbak202Opschakelindicator203EGS 6-versnellingsbak207 Automatischeversnellingsbak211 Hill Start Assist212Stop & Start215 Lane Departure Warning System (LDWS)216Dode-hoekdetectie220 Snelheidsbegrenzer222Snelheidsregelaar224Parkeerplaatsassistent226 Parkeerhulp
172 Richtingaanwijzers
172 Alarmknipperlichten
173 Claxon
173 Urgence-oproep of
Assistance-oproep
174 Controlesysteem
bandenspanning
176Hulpsystemen bij hetremmen
17 7 Stabiliteitscontrolesystemen(ESP)
179Veiligheidsgordels
183Airbags
160Kinderzitjes
166 ISOFIX-kinderzitjes
169 Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
142Inrichting interieur
148Armleuning vóór
15 3Inrichting van bagageruimte
008008009009006006007007
Page 25 of 402
23Eerste kennismaking
Controle tijdens het rijden
A.Als u het contact aanzet, geven de segmenten van de brandstofmeter aanhoeveel brandstof er nog in de tank zit.B.Bij een draaiende motor moethet waarschuwingslampje laagbrandstofniveau uitgaan.
C.Als u het contact aanzet, moet demotorolieniveaumeter enkele seconden demelding "OK" of "correct" aangeven.
Ga tanken of vul olie bij als dat nodig blijkt.
Instrumentenpanelen
38
1.Als u het contact aanzet, gaan de oranje en rode controlelampjes branden. 2.
Bij een draaiende motor moeten dezelampjes weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er lampjes blijven branden.
Controlelampjes
41
A.Oproep naar Urgence.
Schakelaars op centrale
bedieningspaneel
173 , 2 91
B.
Oproep naar CITROËN-Assistance.
173 , 2 9
1
C.
Alarmknipperlichten.
17
2
D.Centrale vergrendeling.
10
7
E.Black panel (zwart scherm).
5
8
Page 26 of 402
Controle tijdens het rijden
Het branden van een lampje geeft de staat vande desbetreffende functie aan.
Schakelaars aan de zijkant
van het dashboard
17 7
B.Parkeerhulp uitschakelen.
226
C. Stop & Start-systeem uitschakelen.
212
D.Dodehoekbewaking inschakelen.
21
6
E. Lane Depar ture Warning System
inschakelen
21
5
F.Interieuralarm uitschakelen.
10
9
A.
ESP/ASR-systeem uitschakelen.
Page 50 of 402

ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links
knipper t, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaa
g
beweegt.
Richtingaanwijzer rechts
knipper t, met geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten
permanent. De lichtschakelaar staat in de stand"Parkeerlichten".
Als de dagrijverlichting is uitgeschakeld en de lichtschakelaar in
de stand "AUTO" staat, worden de parkeerlichten ingeschakeldzodat de kenmerkende verlichtingsvorm van de auto zichtbaar is.
Dimlicht
permanent. De lichtschakelaar staat in de stand"Dimlicht" of in de stand "AUTO"
(bij weinig buitenlicht).
Grootlicht
permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toetrekt. Tr e k n ogmaals aan de lichtschakelaar om terug teschakelen naar dimlicht.
Mistlampen vóór
permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten
permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit
te schakelen.
Alarmknipperlichten knipper t, met geluidssignaal. De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het dashboard
is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en debijbehorende verklikkerlampjes knipperen tegelijkertijd.
Controlelampjes ingeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Page 104 of 402