2011 CITROEN DS4 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 81 of 402

CITROEN DS4 2011  Instructieboekjes (in Dutch) 79Comfort
   
 
 
 
 
 
 
 
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning 
 
 
Als de auto lange tijd in de zon heeftgestaan en de temperatuur in hetinterieur hoog is opgelopen, z

Page 82 of 402

CITROEN DS4 2011  Instructieboekjes (in Dutch)   Handbediende airconditioning 
De airconditioning werkt bij draaiende motor.
1. Temperatuur regeling 
�) 
  Draai de knop van blauw 
(koel) naar rood (warm) om de
temperatuur naar behoefte in te 
ste

Page 83 of 402

CITROEN DS4 2011  Instructieboekjes (in Dutch) 81Comfort
   
4.  Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie 
 
De toevoer van buitenlucht voorkomt het
beslaan van de voorruit en zijruiten.
�)    Druk op deze toets om de lucht in het interieur te la

Page 84 of 402

CITROEN DS4 2011  Instructieboekjes (in Dutch)    
 
 
 
Automatische airconditioning met gescheiden regeling 
Automatische werking
1.  Automatisch programma "comfort" 
Wij raden aan om een van de drie
AUTO-standen te gebruiken: het 
systeem zorgt

Page 85 of 402

CITROEN DS4 2011  Instructieboekjes (in Dutch) 83Comfort
   
2. Regeling bestuurderszijde  4.  Automatisch programma "zicht" 
 Om het interieur maximaal te verkoelen of te ver warmen is het mogelijk de minimale waarde 14 of de maximale waarde 28 t

Page 86 of 402

CITROEN DS4 2011  Instructieboekjes (in Dutch) 5. Airconditioning aan/uit 
�)Druk op deze toets om de 
airconditioning uit te schakelen.
 
Als de airconditioning wordt uitgeschakeld, 
wordt het thermische comfort niet meer geregeld (vocht, beslage

Page 87 of 402

CITROEN DS4 2011  Instructieboekjes (in Dutch) 85
Comfort
   Uitschakelen van het 
s
ysteem
�)    Draai de knop van de
luchtopbrengst naar links tot
alle lampjes uitgaan.  
Deze schakelaar heeft geen invloed op de werking van de automatische airco

Page 88 of 402

CITROEN DS4 2011  Instructieboekjes (in Dutch)   Ontwasemen - Ontdooien voorruit en zijruiten 
Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten staan
om de voorruit en de zi
jruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.