Page 41 of 402

39Controle tijdens het rijden
1. Toerenteller (x 1.000 tr/min of rpm).2.Opschakelindicator bij een handgeschakelde versnellingsbakof de stand van de selectiehendel en ingeschakelde versnelling bij eenelektronisch bediende of een automatische
versnellingsbak. 3.Snelheidsmeter (km/h of mph).4. Centrale kleurendisplay vannavigatiesysteem.
Meters en displays
5.
Brandstofmeter en waarschuwingslampje
minimumbrandstofniveau. 6. Dagteller (km of mijl). 7.
Onderhoudsintervalindicator (bij naderen of overschrijden van
voorgeschreven onderhoud),
kilometertotaalteller. (km of mijl)
Toetsen
Instrumentenpaneel met kleurinstelling en navigatiesysteem
A."COLOR Meters" (kleur van meters):
achtergrondkleur van meters naar eigen
wens instellen). B. "COLOR Displays" (kleur van displays):
achtergrondkleur van displays naar eigen
wens instellen.
C. Lichtsterkteregeling (nachtinstelling).D.Handmatige test (controle van functies en
weergave van de waarschuwingen).
Resetten van onderhoudsintervalindicator
of dagteller.
Page 42 of 402
1. Instellingen van de snelheidsregelaar of de
snelheidsbegrenzer.
2. Motorolieniveaumeter.
Herhaling onderhoudsinformatie.
Bi
j het aanzetten van het contact verschijnt
eerst het opstar tscherm; daarna worden
deze functies na elkaar weer
gegeven,
voordat het overzicht met beschikbarefuncties verschijnt.
Centrale kleurendisplay gekoppeld aan navigatiesysteem
Verdraai het linker knopje op het stuur om één
van de aangegeven functies permanent weer tegeven (boordcomputer, navigatie enz.).
Dichtbij het maximum toerental: schakel door naar een hogere versnelling als de streepjes
van de toerenteller rood worden en gaan
knipperen.
Toerenteller
Er kan tijdelijk een waarschuwingsmelding of
informatie worden weergegeven.
Page 43 of 402
41Controle tijdens het rijden
De controlelampjes waarschuwen de
bestuurder in het geval van een storing(waarschuwingslampje) of geven hem
informatie over de werking van een systeem(ingeschakeld of uitgeschakeld).
Controlelampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan sommigewaarschuwingslampjes enkele secondenbranden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige lampjes gaan branden(permanent of knipperend) in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op
het multifunctioneel display of het centralekleurendisplay van het navigatiesysteem.
Page 44 of 402

Als een van de volgende lampjes bij een
draaiende motor of onder het rijden gaat
branden, wijst dit op een storing in het
desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Het lampje brandt op het instrumentenpaneel
of op het centrale kleurendisplay van het navigatiesysteem.
Indien uw auto voorzien is van een display, gaat een waarschuwingslampje altijd branden in combinatie met een aanvullende melding om u te helpen bij het opsporen van de storing. Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
STOP
permanent, alleenof in combinatiemet een ander
waarschuwingslampje,een geluidssignaal en een melding op het display.
Dit waarschuwingslampje brandtbij een ernstige storing in het
remsysteem, de stuurbekrachtiging,
het motoroliecircuit, het koelcircuit en
bi
j een lekke band.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil,
want de motor kan onder het rijden afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Te hogekoelvloeistoftemperatuur
permanent rood. De temperatuur van de koelvloeistof is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Motoroliedruk
permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 45 of 402

43Controle tijdens het rijden
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Laadstroom accupermanent. Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (ver vuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan. Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Remsysteem
permanent, incombinatie met het STOP-lampje. Het remvloeistofniveau is te laa
g. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Vul het niveau bij met de door CITROËN
voorgeschreven remvloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+permanent, in
combinatie methet storingslampje
van de elektrischeparkeerrem, indien
deze is vrijgezet. Er is een storin
g in het remcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats .
+permanent, incombinatie met het STOP-LAMPJE en het
ABS-lampje. Er is een storin
g in de elektronische remdrukregelaar (EBD).Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden. Laat het systeem controleren door hetCITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde y
werkplaats.
Page 46 of 402

ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Elektrischeparkeerrem knippert. Het aantrekken of vrijzetten van
de elektrische parkeerrem is onderbroken.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto op een horizonale ondergrond, zet het
contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
+
Storingelektrischeparkeerrem
permanent. Er is een storing in de elektrische
parkeerrem. Het automatisch aantrekken/vrijzetten is niet meer
mogelijk.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De rem kan handmatig worden vrijgezet via de speciale noodontgrendeling.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem het hoofdstuk "Rijden".
Een of meer portieren geopend
permanent, bij een
snelheid la
ger dan
10 km/h.
Een
portier of de achterklep is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent incombinatie met eengeluidssignaal, bij een
snelheid hoger dan
10 km/h.
*
Afhankeli
jk van het land van bestemming.
Gordel los *
permanent,
daarnaknipperend,
vergezeld van een
geluidssignaal. De bestuurder o
f de passagier voorin
heeft zijn gordel niet vastgemaakt .
Rol de gordel uit en steek de gesp in de gordelsluiting.
Dit lampje is een aanvulling op de informatie die door de waarschuwingslampjes in de dakconsole wordt gegeven. Minstens één achterpassagier heeft zijn gordel niet vastgemaakt.
Page 47 of 402

45
Controle tijdens het rijden
Service
tijdelijk, in combinatie met een melding. Er is een kleine storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden. Identi
ficeer de storing met behulp van de melding ophet display, bijvoorbeeld:
- het openen van de portieren, achterklep of
motorkap,
- het motorolieniveau,
- de batteri
j van de afstandsbediening,
- de bandenspanning,
- verstopping van het roetfilter op dieseluitvoeringen(zie hoofdstuk "Controles / Roetfilter") .
Raadpleeg bij andere storingen het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met eenmelding en eengeluidssignaal. Er is een ernsti
ge storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje gaat branden. Identificeer de storin
g met behulp van de melding ophet display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Roetfilter (Diesel)
permanent, in combinatie met een geluidssignaalen het bericht "Kans
op verstopping van het
roetfiler".
Geeft aan dat het roetfilter verstopt begint te raken.Ga als de omstandigheden het toelaten het roetfilter regenereren door met een snelheid van meer dan60 km/h te rijden tot het lampje dooft.
permanent, incombinatie met eengeluidssignaal en het
bericht Additiefniveau roetfilter te laag.
Geeft aan dat het minimumniveau van
het brandstofadditief is bereikt. Laat het additiefreser voir zo snel mogelijk bijvullen
door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerdewerkplaats.
Page 48 of 402

ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Antiblokkeersysteem (ABS)
permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel
mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Dynamischestabiliteitscontrole (ESP/ASR)
knippert. De ESP-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit.
permanent.
Storing in het ESP/ASR of de Hill
Star t Assist, tenzij dit is uitgeschakeld(schakelaar ingedrukt en lampje in de schakelaar brandt) .
Laat dit nakijken door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnosemotor
knippert. Er is een storing in het
motormana
gementsysteem. Kans op beschadi
ging van de katalysator.
Laat dit controleren door het
CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in deemissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Laag brandstofniveaupermanent. Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 6 literrbrandstofinfde tank. Ga zo snel mo
gelijk tanken om te voorkomen dat umet een lege tank strandt. Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
omdat anders het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd kunnen raken.