Page 57 of 402
Controle tijdens het rijden
Handmatige test via het centrale kleurendisplay met navigatiesysteem
Met deze functie kunt u de staat van de auto controleren (status van in te stellen functies - geactiveerd/gedeactiveerd) en een logboek van storingen
opvragen.
)Druk bij een draaiende motor kor t op de
knop ".../000"
van het instrumentenpaneel om de test te starten. De vol
gendegegevens verschijnen achter
elkaar op het kleurendisplay in het midden van het instrumentenpaneel:
- motorolieniveaumeter (zie de betreffende paragraaf),
- onderhoudsintervalindicator (zie de betreffende paragraaf),
- bandenspanningscontrole (indien
aanwezig; zie het hoofdstuk "Veiligheid"),
- actuele controlelampjes en
waarschuwingen, voor zover aanwezig (zie de paragraaf over het controlelampje of uitrusting in kwestie),
- staat van in te stellen functies (zie
hoofdstuk "multifonctionele displays").
Deze informatie verschijnt ook elkekeer wanneer u het contact aanzet (automatische test).
Page 58 of 402
De kilometer teller en dagteller worden gedurende 30 seconden weergegeven bij hetafzetten van het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller/dagteller
Kilometerteller
Dagteller
De dagteller geeft het aantal verreden kilometers weer sinds de laatste keer dat de
bestuurder de teller op 0 heeft gezet. )
Druk bij aangezet contact op deze knop en
houd deze ingedrukt tot de dagteller op 0 staat.
De kilometer teller
geeft de totale kilometerstand van de auto aan.
Page 59 of 402

57
Controle tijdens het rijden
Lichtsterkteregeling
U kunt de lichtsterkte van dedashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving. De
lichtsterkteregeling werkt alleen als de
verlichtin
g van de auto is ingeschakeld, in denachtstand.
Actief
) Druk op de knop Aom de lichtsterkte te
veranderen. ) Laat de knop los als de verlichting dezwakste stand heeft bereikt en druk de knop opnieuw in om de verlichting weer feller te maken. of )
Laat de knop los als de verlichting desterkste stand heeft bereikt en druk de knop opnieuw in om de verlichting weer zwakker te maken. )
Laat de knop los zodra de gewenstelichtsterkte is bereikt.
Het controlelamp
je en het
lichtsterkteniveau worden tijdenshet instellen in het midden op het instrumentenpaneel aangegeven; er zijn 16 verschillende lichtsterkteniveaus beschikbaar.
U kunt de lichtsterkte ook regelen door het knopje B links op het stuur te verdraaien: ) omhoog; de verlichting wordt zwakker, )
omlaag; de verlichting wordt feller.
Uitgeschakeld
De lichtsterkteregeling werkt niet als de
verlichting van deichtsterkteregeling De
lichtsterkteregeling werkt niet als de verlichtingvan de auto uitgeschakeld is of in de dagstandstaat (dagrijverlichting ingeschakeld).
Page 60 of 402

Met dit systeem kan de verlichting van bepaalde
displays worden uitgeschakeld voor een rustiger
beeld tijdens nachtelijke ritten.
Op het instrumentenpaneel blijft de rijsnelheid,
de weergave van de gekozen versnelling van
de EGS-versnellingsbak of automatische
versnellingsbak en de informatie van de snelheidsregelaar/-begrenzer (indien
ingeschakeld) verlicht; dat geldt ook voor de
waarschuwing "minimumbrandstofniveau",
indien van toepassing.
De black-panelfunctie wordt uitgeschakeld als er een waarschuwingsmelding wordt doorgegeven en bij het wijzigen van functies of instellingen.
Black-panelfunctie
(donker scherm)
Inschakelen
)
Druk, als de verlichting brandt, op dezeknop om de black-panelfunctie in te schakelen. )
Druk nogmaals op de knop om de
dashboardverlichting weer volledig in teschakelen.
U kunt op het instrumentenpaneel de kleur van
de meters (toets A ) afzonderlijk van de displays A(toets B ) instellen.
U kunt kiezen uit 5 verschillende kleurstellingen
t
ussen wit en blauw. )Druk de desbetreffende toets een paar
keer achter elkaar in tot de gewenste kleur is bereikt.
Kleuren van
instrumentenpaneel instellen
Page 61 of 402

59Controle tijdens het rijden
Geluiden instellen
Via dit menu kunt u de weergave van geluideninstellen. Er zijn 4 verschillende settings die
zijn ingedeeld naar aard en omstandigheden(waarschuwingen, bevestigingen, weigeringen,
richtingaanwijzers, vergeten verlichting, "sleutel
in slot" enz.
).
Bij een instrumentenpaneelmet kleurinstelling en
navigatiesysteem
) Druk op het draaiknopje om naar het
algemene menu te gaan. ) Selecteer "Geluidkeuze" en bevestig uw
k
euze. ) Selecteer de door u gewenste setting en
bevestig uw keuze. ) Sla de wijzigingen op met "OK".
Voer deze handelingen omwille van de veiligheid alleen uit als de auto helemaal stilstaat.
Deze handelingen zijn omwille van de veiligheid alleen mogelijk als de auto helemaal stilstaat.
Bij een instrumentenpaneel metkleurinstelling en audio-installatie
)
Druk op de toets "MENU"
om naar het
algemen menu te gaan. ) Selecteer het menu "Persoonlijke
instellingen - Configuratie" en bevestig uw
keuze. ) Selecteer "Geluidkeuze" en bevestig uw keuze. )
Selecteer de door u gewenste setting en bevestig uw keuze. )
Sla de wijzigingen op met "OK".
Page 62 of 402
002
Multifunctionele displays
Page 63 of 402
Page 64 of 402

Monochroom display C
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (de temperatuur knippert bij kans op gladheid),
- controle van portieren, achterklep (of ze
open zijn),
- parkeerhulp,
- de
geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
- de informatie van de telefoon of de handsfree-set,
- informatie van de boordcomputer (zie het
einde van dit hoofdstuk).
Het display kan tijdelijk waarschuwingsmeldingen(bijv.: " S t o r i ng emissieregeling") of informatie (bijv.: "Automatische verlichting actief")
weergeven. Deze kunnen worden gewist door op de toets "ESC"te drukken.
Weergave op het display
Druk op het bedieningspaneel van de audio-
installatie op:
) de toets "A"
om te kiezen tussen weergave
van de audio-informatie op een volledig scherm of de gecombineerde weergave
van de audiogegevens en de informatie
van de boordcomputer,
) de toets "MENU"voor toegang tot het algemene menu , )
de toets "
" of "
" om door de items op het
display te scrollen, ) de toets " " of " " om de waarde van eeninstelling te wijzigen, )
de toets "OK"
om te bevestigen,
of ) de toets "ESC"
om de uitgevoerde
handeling af te breken.
To e t s e n
)Druk op de toets "MENU"om hetalgemene menuweer te geven:
- "Multimedia",
- "Telefoon",
- "Boordcomputer",
- "Bluetooth-verbinding",
- "Persoonlijke instellingen - Configuratie". )Druk op de toets " " of " " om het gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets "OK"
te drukken.
Algemeen menu